vrijdag 10 januari 2014

Tijd om te leven (2)


Als reactie op mijn vorige blog kreeg ik de vraag of ik ook in de hel geloof. Het is natuurlijk een mooie gedachte een stervend iemand in Jezus handen te mogen geven, maar wat nu bij een sterfbed van een ongelovige? Zeker de helft van de sterfbedden zijn van mensen waarvan ik niet weet of ze Jezus hebben leren kennen in hun leven en van sommigen weet ik dat ze God niet (meer) willen kennen.
Als je in goed gelooft, geloof je ook in kwaad. En als je in een eeuwig leven in verbondenheid met de Vader gelooft, geloof je ook dat er zoiets bestaat als een eeuwig leven zonder Hem. Ooit hoorde ik een predikant preken over zonde. Een woord waarover in mijn thuisgemeente niet vaak en vooral niet graag gepreekt wordt. Ik vond het een prachtige preek en sprak de predikant na de dienst aan. Hij zei tegen me dat we deze "oude bijbelse woorden" moesten preken, niet om mensen bang te maken, maar juist om mensen te vertellen wat een prachtig leven God ons wil aanbieden. Zonde betekent je doel missen, maar God wil ons juist het tegenovergestelde geven: een leven waarin we tot ons recht komen, onze bestemming bereiken in Hem. De hel betekent los van God zijn, maar God wil ons juist dat prachtige cadeau van eeuwig leven met Hem geven. Zo geloof ik ook in het bestaan van de hel, om ons te vertellen voor welk geweldig doel en leven God ons bestemd heeft! We zijn niet bestemd voor de hel, maar voor dat prachtige eeuwige leven met de Vader!
Aan een sterfbed van een ongelovige kan ik niet bidden of Bijbellezen.  Ik kan nog wat troostende of geruststellende woorden spreken van nabijheid en liefde. Maar wat ik vooral doe aan zo' sterfbed is iemands hand vasthouden, als teken van nabijheid. Niet alleen als teken van mijn nabijheid, maar ook van Gods nabijheid. Ik mag als geestelijk verzorger Gods liefde en Gods nabijheid " representeren", doorgeven, een spiegel zijn. Soms kan dat ook met woorden, maar in de eerste plaats is dat altijd mijn aanwezigheid, mijn houding. Ik ben er voor je. Wat ik dan doe, is in stilte bidden. "Lieve Heer, raak het hart van deze mens krachtig aan met Uw Geest. Ik kan hier alleen zijn als teken van Uw Liefde. U kunt harten veranderen. Ik bid dat U het hart van deze mens verandert. Dat er berouw mag komen en dat hij/zij U mag leren kennen. Ik geef het nu over aan U, want ik kan het niet.  Ik leg deze mens in Uw handen. U bent goed. Uw liefde en trouw zijn voor eeuwig." Gods Naam is JHWH, Ik zal er zijn. Met die belofte in mijn hart vertrouw ik de stervende mens, gelovig of niet-gelovig, aan Hem toe. Verzekerd dat God me gehoord heeft en dat Hij zal doen wat goed en rechtvaardig is. Niet vanuit mijn menselijk beoordelingsvermogen, maar vanuit Zijn God-zijn. 

Mattheüs 20:1-16
20
1 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. 2 Nadat hij met de arbeiders een dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. 3 Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, 4 zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5 En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. 6 Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” 7 “Niemand wilde ons in dienst nemen,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8 Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9 En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. 10 En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. 11 Toen ze die in handen hadden, gingen ze bij de landheer hun beklag doen: 12 “Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.” 13 Hij gaf een van hen ten antwoord: “Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? 14 Neem dan aan wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten nu eenmaal hetzelfde betalen als aan jou. 15 Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Zet het kwaad bloed dat ik goed ben?” 16 Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.’

5 opmerkingen:

  1. wat mooi en waar, erg duidelijk verwoord.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Annemieke, ik kan me hier volledig in vinden. Wat ik zo bijzonder mooi vind is volgende tekst die ik van hierboven copieerde:

    "Lieve Heer, raak het hart van deze mens krachtig aan met Uw Geest. Ik kan hier alleen zijn als teken van Uw Liefde. U kunt harten veranderen. Ik bid dat U het hart van deze mens verandert. Dat er berouw mag komen en dat hij/zij U mag leren kennen. Ik geef het nu over aan U, want ik kan het niet. Ik leg deze mens in Uw handen."
    Jezus staat op dat ogenblik naast die stervende mens, in jouw persoon, Annemieke.
    Weet je dat we veel dichter bij elkaar staan, dan we vermoeden.

    veel dank,
    Myriam

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik weet dat we dicht bij elkaar staan. We moeten ons niet door kerkmuren of dogma's laten scheiden. Zoeken naar de eenheid in Christus is veel belangrijker!

      Verwijderen
    2. Ik zal je niet tegenspreken, maar voor ons, voor mij is Gods Moeder, Maria,
      onlosmakelijk verbonden met Jezus. ZIJ wijst voortduren naar HEM. Als we Hem zoeken, vinden we haar eveneens. groetjes,

      Verwijderen