zaterdag 31 mei 2014

Feest van de Geest

"Wil je een blog schrijven over Pinksteren voor de jaarmarkt? Iets met het "Feest van de Geest"?" Geen ongewone vraag, want ik schrijf graag blogs. Maar een verhaal over Pinksteren? De meeste mensen komen nog wel een eind als je hen de betekenis van Kerst vraagt: de geboorte van Jezus. Pasen wordt al moeilijker: de opstanding van Jezus. Hij werd gekruisigd, stierf (Goede Vrijdag) en op de derde dag stond Hij op uit het graf. Maar Pinksteren even kort en begrijpelijk uitleggen? We vieren de uitstorting van de Heilige Geest. In vakjargon noemen we dat "de tale Kanaäns". Kerktaal die alleen bij de doorgewinterede kerkgangers een belletje doet rinkelen. Maar kom daar maar eens mee aan bij een willekeurige voorbijganger op straat. "Wij vieren met Pinksteren de uitstorting van de Heilige Geest!" Laten we eerlijk zijn, een erg toegankelijk antwoord is dat niet en het zal menig wenkbrauw doen fronsen. In mijn werk als geestelijk verzorger op de pg-afdeling (dementie) in het verpleeghuis word ik altijd gedwongen om na te denken over beeldend uitleggen. Moeilijke woorden vermijden en veel werken met voorwerpen die je kunt zien, ruiken, voelen en proeven. "Belevingsgerichte vieringen" noemen we dat. Afgelopen jaar besloot ik met Pinksteren een bos uitgebloeide paardenbloemen te plukken, met van die pluisjes eraan. Achter het verpleeghuis is een groenstrook. Ik werk in een volksbuurt in Rotterdam en ik stond in mijn nette jurk, die ik aan had voor de viering, een bos paardenbloemen te plukken in een groenstrook langs de weg. Dat wekte veel bekijks van buurtbewoners. "Wâ mot je d'rmee, wijffie?" Altijd leuk om zo een praatje aan te knopen in de buurt.



De relatie paardenbloemen en de Heilige Geest is misschien niet terug te vinden in de Bijbel, maar ik zal uitleggen wat ik er mee wilde zeggen. De situatie in de Bijbel voordat het Pinksterfeest aanbreekt is als volgt: Jezus is er niet meer, Hij is terug naar de hemel (Hemelvaart) maar laat zijn volgelingen niet alleen achter. Hij beloofde dat de Heilige Geest zou komen, die in hen zou wonen, hen zou troosten en hen zou leiden. Nu kun je je misschien nog iets voorstellen bij een man die sterft aan een kruis en weer levend wordt, maar wat of wie is dan die Heilige Geest? In de Bijbel zien we, dat als de Geest komt er bijzondere dingen gebeuren: de discipelen voelen een windvlaag en op hun hoofden verschijnen tongen als van vuur. De discipelen beginnen in vreemde talen te spreken en iedereen verstaat hen in zijn eigen taal. De Heilige Geest zet iets in beweging. Het woordje "ruach", het Hebreeuwse woordje voor geest, betekent niet alleen geest, maar ook adem of wind. De wind laat de pluisjes van de paardenbloem overal naar toe waaien, maar we kunnen de wind niet zien. Misschien mogen we het wel verstaan als Gods adem die over ons blaast en ons levenskracht geeft, enthousiasme, geestdrift. De Geest vuurt aan. De Geest verbindt. De Geest zet in beweging. De Geest beweegt de discipelen de wereld in te gaan en het goede nieuws over Jezus te verkondigen en gemeenten te stichten. Het feest van de Geest is ook de verjaardag van de kerk. Paardenbloempluisjes die over de wereld geblazen worden en waaruit nieuwe plantjes gaan groeien op de plaatsen waar ze neer komen.

Of mijn idee van die uitgebloeide paardenbloemen goed was? Nu ja, toen de eerste bewoonster binnen kwam in mijn geïmproviseerde kerkzaal -ik houd vieringen in een "snoezelruimte"- riep ze boos uit: "Wie zet hier dat lelijke onkruid op tafel! Haal weg die troep. Dit is de kerk!" Tja, beeldend was het in ieder geval wel...... 


Handelingen 2:1-4
De komst van de heilige Geest
1 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. 3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.

dinsdag 20 mei 2014

Testmoe

Voor de zoveelste keer in mijn leven zit ik een test in te vullen. Dit keer weer eens de Belbin. Het hadden ook de kernkwadranten kunnen zijn. Of Kolb. Van die testen waarmee je je rol in een team ontdekt, je sterke of je zwakke kanten of je leerstijl. Na drie opleidingen heb ik het wel een beetje gehad met die testjes. Mentoraat, supervisie, intervisie, reflecteren, ik ken mezelf inmiddels wel. Ik pas prima in een team, ben creatief en betrouwbaar, accuraat, kom met ideeën, maar ben niet het dominante leiderstype. Ik bewaak het proces, kan goed met mensen overweg en haal altijd de deadline. Volia, that's me.

Toch vraag ik mezelf af, hoe goed ken ik mezelf echt? En dan bedoel ik niet mijn leerstijlen en mijn kernkwaliteiten en kerncompetenties. Maar ik bedoel meer, hoe goed ken ik mezelf als ik door Gods ogen naar mezelf kijk. Gods point of view? Wat zou God zien? Welke verborgen plekjes in mijn hart? Waar is het nog donker? En wat in mij schept God vreugde in? Wat doet er echt toe voor Hem?
Ik weet eigenlijk niet meer waar ik het las of wie het tegen me zei, maar zou niet alles wat we doen, gedaan moeten worden tot eer van God? Hoe anders zou ons humeur zijn als we bij alles denken, is dit tot Gods eer? Het eten koken, de strijk, de was, ons werk. Want is dat niet waar het leven om gaat? Leven tot Gods eer?

Ik zat vandaag in het verpleeghuis bij een zwaar demente man* in een rolstoel. Hij kan niets meer. Zijn vrouw kwam elke dag langs, maar stierf kort geleden plotseling. Het enige dat deze man nu de hele dag doet is naar zijn vrouw vragen. De hele dag. Het houdt niet op. Aan een stuk door. Ik zat naast hem. Hield zijn hand vast. Gaf hem te eten en luisterde naar zijn riedeltje. Steeds weer bevestigde ik dat zijn vrouw zielsveel van hem hield, ook al kon zij niet meer bij hem zijn. Een uur lang deed ik dit. Ik vroeg me af, wat ik nog meer voor hem kon doen en voelde me ernstig te kort schieten in dit leed. Ik kon nog zoveel opleidingen hebben en testjes doen, maar Heer, kon ik hier maar iets meer doen. Ik maakte meneer nog een beetje schoon na zijn eten, gaf hem een aai over zijn schouder, groette hem en liep weg. Een zorghulp kwam naar me toe. Een schuchter meisje. "Dank u wel dat u er was en wilde helpen", fluisterde ze me toe en met tranen in haar ogen "ik vind het zo zielig". Ik zei: "Fijn dat je me dat kwam zeggen. Ja, we doen allemaal wat we kunnen, hè? Fijn dat je zo naar deze meneer omziet. Hij heeft je zo nodig nu!"

Ik houd van mijn werk. Ik houd van mijn hardwerkende collega's in de zorg. Sommige meiden nog zo jong, net 16 of 17, maar met zo'n groot hart en zoveel liefde. Ik ken een geweldige zorghulp, altijd vrolijk, die met haar prachtige Surinaamse accent uit volle borst opwekkingsliederen zingt, terwijl ze verschrikkelijk vieze bedden afhaalt. Gaat het daar niet om? Leven (en werken) tot Gods eer?

Ik heb vandaag heel veel zin om die belbin-test te verscheuren. Oh, en ik weet best dat "werken aan mijn professionaliteit" soms heel belangrijk is. Pas kwam ik op twitter iemand tegen die zei: "Ik moest maar eens schrijven over alledaagse theologie". En nu ik dit aan het schrijven ben, denk ik, doe dat alsjeblieft. Dat hebben we nodig! Het leven, ook dat van een theoloog, is geen homiletiek, geen pneumatiek of apologetiek. Het is Liefde. Liefde met de hoofdletter L. Liefde in de praktijk van alledag. God in het alledaagse.

Detail: ik had vandaag een helder kobalt-blauwe rok aan met vrolijke bloemen en daarbij een vest in bijpassende kleur. Ik geloof niet dat er ooit meer mensen aan me gefriemeld hebben en me geaaid hebben dan vandaag en verrukt uitgeroepen hebben "Wat ziet u er beeldig uit!" Blijkbaar kun je je ook kleden tot eer van God. Ook een soort alledaagse theologie?

*Zoals altijd, details aangepast uit privacy-overwegingen