maandag 6 juli 2020

Eenzaamheid: oplossen of verdragen?


Eenzaamheid is een groot probleem in heel onze maatschappij. Niet alleen onder ouderen. In elke leeftijdsgroep vind je eenzame mensen. Het is vaak een onbegrepen probleem, want veel van deze mensen hebben best contacten. Er komen mensen op bezoek. Ze kunnen toch nog bellen, denk je al snel. Ze kunnen toch gewoon meedoen met activiteiten die aangeboden worden?

Vanmorgen las ik in mijn wekelijkse leesuurtje een essay over eenzaamheid van dr. A.F. Verheule uit “Nieuw handboek geestelijke verzorger” (2009). Wat me het meest trof was zijn advies. Maar voordat ik daarover uitweid, eerst een paar notities over eenzaamheid.

Tegenstrijdige verlangens

Volgens Zijlstra (“Op zoek naar een nieuwe horizon, handboek voor klinische pastorale vorming”, 1989) heeft de mens twee levensopgaven: zichzelf te worden als enkeling en zijn plaats vinden in het geheel van de menselijke en zakelijke relaties. Hier zit een spanning tussen. Een spanning tussen twee tegenstrijdige verlangens: het verlangen naar veiligheid en geborgenheid enerzijds en naar zelfstandigheid en onafhankelijkheid anderzijds. Het is aan de ene kant het terugverlangen naar de moederschoot, onbedreigde veiligheid en aan de andere kant het verlangen naar volledige autonomie, de toekomst helemaal zelf kunnen inrichten. Beide verlangens zijn natuurlijk niet vervulbaar. Ergens moet je leren leven met deze tegenstrijdige verlangens. Als het verlangen naar de ene kant of de andere doorslaat, kan dat de basis voor eenzaamheid leggen. Het sterke verlangen naar veiligheid kan je eigenheid in de weg staan. Het sterke verlangen naar autonomie, kan sociale contacten en geborgenheid in de weg staan. Het vinden van het juiste evenwicht is is een levenstaak van de mens. Daar hoort ook bij het leren alleen te zijn. Eenzaamheid is nodig om jezelf te kunnen ontdekken: wie je bent, wat je wilt, wat je leven zin geeft. Een bepaalde vorm van eenzaamheid is dus zeker niet alleen slecht, maar zelfs noodzakelijk.



Eenzaamheid en alleen zijn

Er zijn dus twee soorten eenzaamheid. De eenzaamheid die bij het wezen van de mens hoort en die je nodig hebt om jezelf te worden en de eenzaamheid waaraan we lijden, die ontstaat door psychologische factoren of door tegenslagen in het leven. Oorzaken daarvan kunnen onder andere liggen binnen de persoon zelf, zoals het karakter of het ontbreken aan sociale vaardigheden, in de relationele sfeer: mensen verliezen contacten door bijvoorbeeld opname in een verpleeghuis. Maar ook maatschappelijk factoren, bijvoorbeeld geen geld om mee te doen aan activiteiten, en zingevende factoren -Wat heeft het leven nog voor zin als ik niets voor anderen kan betekenen?- kunnen van belang zijn.


Kun je iets aan eenzaamheid doen?

En nu komt de brandende vraag: hoe kunnen we iets aan eenzaamheid doen? De meesten van ons zijn zeer oplossingsgericht. We signaleren een probleem. We vinden dat dit probleem er niet zijn mag. We zoeken allerlei concrete praktische oplossingen om het probleem op te heffen. We organiseren activiteiten, zorgen dat mensen genoeg geld hebben om mee te doen, we geven trainingen in sociale vaardigheden, we zorgen dat mensen genoeg andere mensen zien. En we zijn, uiteraard, blij als dit werkt. En gelukkig, er is een groep mensen die hier genoeg aan heeft. Maar dan is er nog die andere groep: de mensen die lijden aan existentiële eenzaamheid. Mensen in een verpleeghuis, die de zin van het leven uit het oog verloren zijn, die verlangen naar het einde. Mensen die depressief zijn en geen boodschap hebben aan onze praktisch ingestelde houding. Mensen die zich niet begrepen voelen, anders voelen en zich er niet bij voelen horen. Die eenzaamheid is bijna niet te verdragen als buitenstaander. We voelen ons machteloos. We willen het oplossen, maar er is geen oplossing. Het is de eenzaamheid die geen woorden heeft. Die niet met woorden geuit kan worden. En eenzaamheid die we moeten leren verstaan en bovenal leren verdragen als buitenstaander.

Innerlijk vuur

Nu kom ik terug bij dat prachtige einde van het essay van dr. A.f. Verheule. We zijn zo gewend te geven. Te komen, probleem te signaleren en op te lossen. Antwoorden te geven. Het probleem moet weg. Wat als we konden loslaten dat de eenzaamheid er niet mag zijn? Konden loslaten dat wij het moeten oplossen, en in plaats daarvan oog konden hebben voor wat die eenzaamheid ons kan vertellen? Wat als we konden leren ontvangen in plaats van geven? Als we het innerlijke vuur dat in ieder mens brandt, al is het nog maar een paar vonkjes groot, konden ontdekken en leren om ons eraan te warmen? Want de echte eenzaamheid is de eenzaamheid dat je niets meer te geven hebt aan anderen, terwijl je dat zo verlangt. Je verlangt er zo naar dat anderen dat vuur in je ontdekken en zich er aan komen warmen. Dat ze dat vuur zien en verstaan. Dat vuur is volgens Verheule “die schat aan liefde en aandacht die in ieder mens schuil gaat, dat verdriet en die angst die woordeloos blijven, maar ons door hun diepte verrijken". Als we de rollen van gever en ontvanger kunnen omdraaien "dan pas zal de ander zich verstaan voelen en wordt de eenzaamheid opgeheven, ook als is het maar voor even.” Ontvangen in plaats van geven. Je verwarmen aan de paar vonkjes in plaats van de kachel snel omhoog te willen zetten. Het vraagt omdenken. Stil worden. Jezelf openen voor de ander, voor die woordenloze eenzaamheid, die we niet kunnen oplossen door allerhande acties, maar alleen (tijdelijk) kunnen opheffen door ons zijn. De eenzaamheid verdragen. Er zijn als ontvanger, niet als gever. 
Materie om eens diep over na te denken.

Vraag: Hoe reageer jij als je bij iemand bent die zich diep eenzaam voelt: oplossingsgericht of luisterend? Gever of ontvanger?