vrijdag 21 december 2018

WFPB

"Kijk hier, ons wonder", zegt mijn fysiotherapeut tegen de stagiair. Ze wijst naar me. "Je had haar een half jaar geleden moeten zien." Wonder? Ooit hoopte ik op een wonder. Er leek geen andere weg. Dokters gaven weinig hoop op echte stappen vooruit. De laatste jaren was het vooral zorgen dat ik niet te snel en te veel achteruit ging. En nu? Een wonder?


Diëtiste


Na een heel slecht eerste half jaar van 2018, besloot ik eind augustus een diëtiste te bezoeken. Ik was de laatste twee jaar veel aangekomen door de vele soorten medicatie. Dat was één reden. Maar ik wilde ook graag eens weten of er nog nieuwe ideeën waren over voeding en reuma/neurologische aandoeningen. Helaas wist de diëtiste over dat laatste erg weinig. Ik kreeg een half a4tje tekst en daar moest ik het mee doen: Gezond eten, schijf van vijf, weinig suiker, Omega-3. Ook de reumatoloog zelf kwam niet verder dan "Ik weet niets van voeding. Gewoon gezond eten naar "de schijf van vijf". Dat is voor iedereen goed." Maar omdat ik door de diëtiste en de focus op afvallen nu toch bezig was met voeding, beet ik me vast in dit onderwerp en keek alle youtube-filmpjes die ik kon vinden. Zou bijna 30 jaar vegetarisme iets met mijn ontstekingen te maken kunnen hebben, zoals sommigen beweerden?


Geen vlees

Het grappige was, dat juist het tegendeel eerder waar leek te zijn. Geen vlees eten werd geadviseerd aan reumapatiënten. Maar ik vond meer. Ik vond twee documentaires "What the health" en "Plant pure nation". In deze documentaires komen onder andere een aantal chronisch zieke mensen aan het woord, waarvan een aantal gevallen sterk op mijn ziektebeeld lijken. Het begint met ontstekingen in de gewrichten en je krijgt de diagnose reuma en begint ontstekingsremmers en andere medicatie tegen reuma te slikken. Maar het ziektebeeld verslechtert in de loop der jaren en je krijgt meer medicatie. Er komen meer aandoeningen bij zoals schildklierproblemen en ook neurologische problemen. Medicatie stapelt zich op. En het antwoord dat ze in deze documentaire geven? Ga op zoek naar de bron van de ontstekingen, in plaats van reuma te behandelen met medicatie. De bron ligt vaak bij voeding. Ik was er nog al sceptisch over, gezien ik vergeleken met het standaarddieet van de meeste mensen heel gezond eten. Al bijna 30 jaar geen vlees. Twee stuks fruit en 200 gram groenten per dag. Ik probeerde me er altijd aan te houden. En ik had ook allergietesten gehad aan het begin van mijn ziekte, waar verder niets uitkwam.






Whole food plant based


Maar mijn nieuwsgierigheid won het van mijn scepticisme en wat had ik tenslotte te verliezen? De docu's promoten "wfpb-living" (wfpb = whole food plant based), geen dieet maar een leefstijl. Het idee is vrij simpel. Eet plantaardig (dus ook geen zuivel en eieren), eet zoveel mogelijk onbewerkt, eet geen toegevoegde suiker, olie en zout (of zo min mogelijk daarvan). Mijn voeding bestaat nu dus voor het grootste deel uit groenten, fruit, peulvruchten en graan, aangevuld met noten en zaden. Zorg daarbij voor genoeg beweging. Dat laatste was voor mij altijd lastig, omdat ik steeds ontstekingen had en pijn. En als gewrichten ontstoken zijn, hebben ze rust nodig om te helen, voordat je ze weer goed kunt belasten. En als je constant ontstekingen hebt, lukt het dus niet qua bewegen echt iets op te bouwen, meer dan elke dag een wandelingetje.
Maar het wonder geschiedde. Binnen enkele weken was ik vrij van ontstekingen en binnen twee maanden had ik met de fysiotherapeut genoeg geoefend om aan revalidatie te beginnen. Ik ging van veel soorten medicatie, naar steeds minder medicatie en ben sinds deze week vrij van medicatie (alhoewel de lange termijn natuurlijk zal moeten uitwijzen of ik zonder medicatie kan.) Ik viel 13 kilo af, begon weer conditie op te bouwen en ben voorzichtig met krachtoefeningen begonnen om mijn verzwakte gewrichten te trainen. Twee keer per week vind je me om 8.15 uur in de fitnesszaal bij de fysio en ook de andere dagen doe ik tussen de 30 minuten en anderhalf uur aan oefeningen en bewegen. Revalidatie gaat nog wel een jaar duren, maar ik ben inmiddels vijf maanden ontstekingsvrij. 



Hoe verder?

Of mijn zenuwen zullen genezen en ik ooit van de zenuwpijn af zal komen, weten we uiteraard nog niet. En of ik nooit meer ontstekingen zal hebben, weten we ook niet.
Dat zal ook mede-afhankelijk zijn van in welke mate ik deze levensstijl vol zal houden.
Ben ik genezen? Nee. Als ik deze levensstijl verlaat, komt het sowieso gewoon terug. Ik gebruik voeding nu als mijn medicijn. Kool, komkommer, bonen (bij wijze van spreken) in plaats van pijnstillers. Paprika's, haver en bananen in plaats van ontstekingsremmers. Het is omdenken. Niet makkelijk in deze gemaksmaatschappij, waar we snel naar pakjes en zakjes grijpen en we niet te veel tijd aan koken kwijt willen zijn. 


"Misschien moet je eens wat schrijven over voeding", zei een van de bezoekers van de inloop me. "Dit zouden andere mensen toch ook moeten horen. Misschien helpt het hen ook. Misschien kun je een blog beginnen over je vorderingen?" Ik antwoordde dat  ik het lastig vond. Ik had al gemerkt dat leefstijl en voeding voor veel mensen beladen onderwerpen zijn. Misschien wel net zo beladen als geloof en theologie. Mensen voelen zich snel aangevallen. Ik wil mensen geen schuldcomplex aanpraten of pretenderen dat dit het wondermiddel is. Ik heb zelf in de 18 jaar dat ik ziek ben, zoveel (vaak tegenstrijdige) 
adviezen gehad, dat ik er echt gek van werd. 
"Oké, ik zal erover nadenken", antwoordde ik.


Wil je meer weten?
Hier kun je nog meer informatie vinden:
Lezing over wfpb: https://www.youtube.com/watch?v=u-u4YnfcTf0
Website Forks over knives: https://www.forksoverknives.com

maandag 14 mei 2018

Leven en geloven vanuit liefde (2)


“De enige die veranderd moet worden dat ben ik.” Dat was de laatste zin van het blog waarin ik in het kort schetste waar ik nu theologisch sta. Maar heel eerlijk, theologie interesseert me steeds minder: Het eindeloos discussiëren over wat waarheid is, hoe de Bijbel uitgelegd moet worden en wie er gelijk heeft. Ik geloof dat we overal stukjes waarheid vinden en dat we als mensen elkaar nodig hebben om het grote geheel te kunnen zien. In dit blog wil ik schrijven hoe dat me veranderd heeft het afgelopen jaar.

Moeilijker dan gedacht

De liefde leven is een stuk moeilijker dan ik dacht. Pas als je het stevig gebouwde huis verlaat, ervaar je hoeveel beschutting en zekerheid het gaf. Je sprak de taal van het huis, je kende de mensen, je wist wat er van je verwacht werd. Als je maar de juiste woorden sprak, de juiste dingen geloofde en de juiste dingen deed, dan was je geliefd, vond je je plaats in het huisgezin en hoorde je erbij. Ja, er buiten waren ook mensen, maar zij deden het net een beetje minder goed dan jij. Want jij volgde de uitleg die voor jouw gevoel het dichtstbij de juiste uitleg zat. Waarom zou je deze anders volgen? 

Weg uit het huis

En dan verlaat je het huis. En je besluit dat elk mens evenveel waard is. Dat elk mens bij het grote verhaal van God hoort. Dat elk mens je God spiegelt. Je besluit te gaan leven zonder grenzen. Terug naar de prachtige tuin waar geen grens, geen oordeel, de mens hindert om lief te hebben. De vluchteling is even belangrijk als de bankdirecteur. De Moslim evenveel een spiegel van God als je (voormalige) christelijke vrienden. Ja, voormalige. Als je het huis verlaat en niet meer de juiste taal spreekt, dan ben je al snel bij een deel van hen niet meer welkom. De onvoorwaardelijke liefde van God blijkt erg voorwaardelijk. Als je liefde leeft ben je al snel een bedreiging voor iedere religieuze groep. En dat opende me de ogen voor de Farizeeër die in me woont. Hoeveel mensen heb ik buitengesloten die me God hadden kunnen spiegelen? Hoe vaak wilde ik de ander bekeren in plaats van mezelf te laten bekeren door de ander?

Grenzen 

Ja, de liefde leven blijkt moeilijk, verrekte moeilijk. We hebben overal grenzen en afscheidingen gemaakt. Muren gebouwd. Letterlijk, kerkmuren. Maar met name ook figuurlijke muren om ons hart. Om ons te beschermen tegen pijn. Beschermen tegen mensen die ons kunnen bezeren, die ons angst aanjagen, die we liever buitenhouden. Liefde leven is kwetsbaar zijn. Je muren afbreken en je open stellen voor iedereen, ook wie jij niet prettig of angstaanjagend vindt. Voor wie een bedreiging lijken. Liefde leven is je (voor)oordelen weg doen en met nieuwe ogen zien.

Groter

De Liefde blijkt veel groter dan het christelijke doosje waar ik het ooit instopte. Liefde leven betekent je ook openstellen voor mensen met andere geloven. Zien dat ook daar waarheid te vinden is. De Liefde leven is God bevrijden. Bevrijden van alle beperkingen die je Hem ooit opgelegd hebt. Bevrijden van de beperking dat Hij niet kan houden van de niet-christenen, bevrijden van de beperking dat Zijn liefde niet geldt voor andersdenkenden, andersgelovigen, dat zijn liefde ophoudt bij jouw grenzen. Bevrijden van de beperking dat zijn liefde niet is voor jouw vijanden en voor degenen die jij haat. Het is inzien dat Gods genade niets met een verdienmodel te maken heeft, maar werkelijk vrij beschikbaar is. Het is loslaten dat God een vrouw of man moet zijn. Leren leven in de stroom van liefde en genade die de hele schepping doordrenkt. De hele schepping, alles en iedereen. 

Afscheid van angst

De liefde leven is afscheid nemen van angst en tegelijkertijd steeds weer moeten erkennen dat er nog zoveel angst in je zit. Angst om werkelijk vrij te leven, werkelijk je over te geven aan die Liefde. Angst door het verleden. Angst voor de toekomst. Angst om er niet bij te horen. Het is leren leven in het nu. Je geliefd weten op dit moment. Weten dat jij een deel bent van dat geheel van de Liefde. Dat jij een druppel van de grote oceaan bent, waarin de hele oceaan te vinden is. 



Veranderd

Ja, het heeft me veranderd. En het is een proces dat ik wel moest ondergaan. Door de toenemende pijn en beperkingen door mijn ziekte, werd ik gedwongen op zoek te gaan. Gedwongen om mijn angsten voor de toekomst onder ogen te zien. Gedwongen om in het nu te gaan leven. Mijn oude handvaten vielen weg. De hoop op een eeuwigheid zonder ziekte troostte me niet meer op de momenten dat de lichamelijke pijn te heftig werd. Een God die me kon genezen, maar me moedwillig niet genas, gaf me geen rust meer. Ik moest het oude loslaten en me vasthouden aan dat ene, ongrijpbare, dat het leven bleef verlichten: de Liefde. Overgeven aan het ongrijpbare. Me laten vallen in de hoop weer ergens vaste grond te vinden. Vaste grond heb ik niet gevonden. Vliegen, ik heb leren vliegen, vat ik het wel eens samen. Leren zweven op de stroom van liefde, de adem van God. En ik leer me over te geven, meer en meer. Mijn angsten te omarmen. Lief te hebben zonder grenzen. Te zoeken naar de tuin. De tuin zonder grenzen, zonder oordeel, zonder angst. Terug naar het begin. En God zag dat het goed was. Alles. 

Deel 1 van dit blog, over mijn veranderde theologische ideeën lees je hier.


Leven en geloven vanuit liefde


Bijna een jaar geleden schreef ik een blog en later een gecomprimeerde versie van dat blog als artikel in het ND over geloven vanuit liefde. Het was na een donkere periode in mijn leven dat ik besloot het roer om te gooien. Als ik in een God geloofde, dan was dat niet een god die volkeren uitmoordde in het Oude Testament, een God die mij ziek hield om mij iets te leren of een God die als je zijn liefde niet aannam er voor koos je naar de hel te sturen. "Geloof je niet dat Ik je liefheb? Jammer dan, je had de keus, maar nu zal ik je uit liefde voor eeuwig verloren laten gaan." Nee, als God liefde is, zoals Johannes zegt, en Jezus is één met de Vader, dan moet ik door Jezus te zien, ook God zien. 
Ik besloot mijn theologie overboord te gooien, opnieuw op zoek te gaan en me te laten leiden door de liefde. Hoe staat het een jaar later met mijn zoektocht naar de Liefde?

Oordeel niet

Liefhebben en oordelen. In het christelijk geloof zoals ik dat ooit aanhing, horen die twee onlosmakelijk bij elkaar. "We oordelen uit liefde" wordt er dan gezegd. Oordelen over de zonden van de ander gaat het dan meestal over. Waarom doen we dat eigenlijk? Is dat echt liefde? We doen dat volgens de leer, omdat we menen een heilig God te dienen die een hekel heeft aan zonden. Want God is niet alleen liefde, maar ook heilig en jaloers, zo is ons geleerd. Als God een oordelend God is, waarom leert Jezus ons dan niet te oordelen? Waarom leert Hij ons zelfs onze vijanden lief te hebben, terwijl God zelf zijn vijanden verteert? Wij hebben van oordelen onze God gemaakt. De wereld opdelen in goed en fout is de eenvoudigste manier om onszelf in het hokje "goed" te kunnen plaatsen en de ander in het hokje "fout". Door anderen te wijzen op hun onheiligheid, kunnen we onszelf heilig noemen. Oordelen is angst. Angst om er zelf niet bij te horen. Angst om te falen. Angst om de hemel mis te lopen.

Heb je vijanden lief

Heb je vijanden lief zegt Jezus. Meent Hij dat werkelijk? Maar dat betekent dat we hen niet langer als vijand zien. Dat vijanden onze naasten worden. Dat betekent dat ik niet langer in mijn veilige hokje "heilig en goed" verkeer en de ander in het hokje "gevaarlijk en fout". Heb je vijanden lief is het radicaalste wat Jezus kon zeggen als het op liefhebben aankwam. 

Vergeef

Jezus maakt het nog moeilijker. Hij draagt op te vergeven. Vergeven neemt weg dat je iemand als vijand ziet. Vergeven betekent dat jij de ander niet meer oordeelt op wat hij je aangedaan heeft. Dat gaat lijnrecht in tegen ons gevoel van krijgen wat je verdient. Gestraft worden naar wat je verdient. "Verdienen" dat is een woord dat we graag gebruiken. "Hij verdient het niet hier te zijn. Hij verdient het niet naar de hemel te gaan. Hij verdient het niet dat we aardig tegen hem doen. Hij verdient Gods liefde niet." Vergeven heeft alles met oordelen te maken. Vergeven is afzien van een oordeel. Afzien van dat waar jij meent recht op te hebben, namelijk dat de ander evenveel pijn krijgt als jou is aangedaan.
God spiegelt ons die radicale vergeving. Vergeving die we niet verdienen. Die vergeving is ons voorbeeld. Niet krijgen wat je verdient. Vergeving groter dan ons verstand, groter dan ons gevoel van wat eerlijk is. Jezus legt de lat hoog. Hij wenst de mensen vrede toe na zijn gruwelijke dood ook al hadden ze straf verdiend. Hij werd tenslotte onterecht veroordeeld. Afzien van het “verdienmodel”, van oog om oog, tand om tand, dat is vergeven. Zalig de vredestichters. Zij zullen kinderen van God genoemd worden.

Farizeeërs

Jezus maakt het duidelijk op veel plaatsen in de Bijbel: Religieuze mensen zijn mensen die oordelen. De Farizeeën hadden hun ideeën klaar over hoe we God zouden moeten dienen. En ieder die het niet deed zoals zij, werd weggezet als een ketter, een dwaalleraar, een ongelovige. En een ongelovige, die verdiende in hun ogen de dood. Die verdiende oordeel, Gods oordeel. Hun God zou hen oordelen. Maar Jezus wijst hen terecht. Nee, God is een God die inclusief is. Wie uitgesloten worden door de Farizeeërs zijn degenen die Jezus uitnodigt, met wie Hij eet, die Hij rechtvaardigt. De laatsten zullen de eersten zijn in het Koninkrijk van God. 

Hemel en hel op aarde

En wie de ander buitensluit? Tegen hen predikt Jezus de hel. Dus niet tegen ongelovigen. Niet tegen wie het zondaarsgebed niet bidden. Maar wie niet de woorden van Jezus over niet oordelen, vergeven en een God die allen redt wil aannemen. Nergens preekt Jezus over een hel na de dood, een plaats van eeuwig lijden voor de niet-gelovigen. Hij vertelt de Farizeeërs en de religieuze mensen uit die tijd, die denken te mogen oordelen over anderen in Gods naam, dat wie blijft vastzitten in het idee te mogen oordelen, zelf dat oordeel zal ontmoeten. Dat wie heiligheid blijft meten, gemeten zal worden met dezelfde maat. Ja, zij zitten in hun hoofd gevangen in hun wereld van wetten en regels. Zij zitten gevangen in hun eigen denken en oordelen en zullen geen vrijheid ervaren. Zij zitten vast in de hel. Wie kan leven zonder oordeel, wie kan vergeven, wie kan liefhebben zonder grenzen die zal het Koninkrijk van God vinden. Ja, hier op aarde al, dat geloof ik. Het Koninkrijk is in hun midden. 

Gelijkenissen

Jezus vertelt veel verhalen als gelijkenis. Verhalen om mee te worstelen. We hebben er lieve verhaaltjes van gemaakt. We willen graag de verloren zoon zijn die thuiskomt of de barmhartige Samaritaan. Maar Jezus vertelde de verhalen om ons een spiegel voor te houden. Om ons diep te laten gaan. Hij vertelde de gelijkenissen aan de Farizeeërs, de gelovige Joden en zijn discipelen. Hij wilde hun godsbeeld bevragen. "Die God van oordeel die jullie preken, is dat echt de God van liefde die ik jullie wil laten zien?" Hij stelde zijn gehoor steeds weer die vraag: “In hoeverre lijk jij op degene die het hier fout doet? Ben jij die religieus die de gewonde man op de straat voorbij loopt omdat je religieuze verplichtingen belangrijker zijn dan de liefde? Ben jij de oudste zoon die vindt dat de jongste zoon de liefde van de Vader niet verdient? Ben jij degene die met veel bombarie vertelt hoe heilig je bent, je tiende geeft, je regeltjes volgt en neerkijkt op degenen die in jouw ogen niet heilig leven?” Nee, de gelijkenissen waren niet om schouderklopjes uit te delen. De gelijkenissen waren om je wereld op zijn kop te zetten. Om te laten inzien dat we niet het slachtoffer, maar de vervolger zijn, terwijl we onszelf als gelovige vaak liever presenteren als slachtoffer dan vervolger. Om opnieuw geboren te worden, zullen we eerst de vervolger, de Farizeeër, de veroordeler, in onszelf moeten erkennen. Erkennen dat we ons hele leven bezig zijn met oordelen, in plaats van leven uit en in genade. Leven vanuit de liefde.


Geboren uit liefde, geboren als een goede schepping

Dat oordeel dat ons zo vaak leidt, komen we al tegen in het scheppingsverhaal. God schept de mens goed. Ja, we zijn een goede schepping, geen verdorven schepping. Erfzonde wordt nergens in de Bijbel genoemd. En waar gaat het fout? Als de mens gaat oordelen. Als de mens de wereld op gaat delen in goed en fout, zichzelf begint te vergelijken met anderen, dan komt het kwaad in de wereld. Dan begint de mens zijn jaloezie en oordeel te botvieren op de ander en al snel gaat het helemaal mis. Kaïn vermoordt Abel uit jaloezie. Hij vergeleek zijn offer met dan van Abel. 
Zonde hebben we vaak willen afbakenen als dingen die je niet mag doen. Als een wet. Want hoe heerlijk is het als we kunnen meten of we goed of fout, heilig of onheilig zijn? Hoe heerlijk is het als we ons clubje zuiver kunnen houden en mensen onze regels kunnen opleggen? Wij helemaal anders. Zie hoe goed we het doen, hoe zuiver we leven, hoe wij de hemel verdienen, omdat wij Jezus aangenomen hebben in ons hart. En als het nu eens om iets heel anders gaat? Als het om die dingen gaat die Jezus in de Bergrede naar voren brengt? Als het gaat om dat ene onmeetbare: de liefde? Gunnen wij de ander zo'n grote liefde? Gunnen wij de ander de redding die we eigenlijk vinden dat hij niet verdient, omdat hij niet onze heiligheidsregels volgt? Als Gods liefde en genade nu werkelijk zo oneindig groot zijn, dat een ieder die in de liefde wandelt, de hemel, het Koninkrijk van God, zal vinden? Ai, dat is een pijnlijke vraag. Want dan moeten we ons oordeel los laten. Dan moeten we stoppen met meten. Dan moeten we ons overgeven aan de liefde. Vertrouwen dat alleen de liefde genoeg is. De Liefde. De Liefde die onmeetbaar is. Wie niet in de liefde wandelt, leeft in zonde. Ik geloof niet dat zonde iets is wat je doet of wat meetbaar is. Ik geloof dat als we ons buiten de liefde begeven, we in zonde leven. We ons doel mis lopen. Ons doel: Leven in de stroom van liefde, in de rivier. Ons mee laten nemen op die stroom, in overgave.

God boven ons of in ons?

Ja, dit jaar heeft me veranderd, zoals ik nooit eerder veranderd ben. Opnieuw geboren. Was dat misschien wat Nikodemus meemaakte? Hij kende God al als Jood en schriftgeleerde, maar hij moet loslaten dat de wet heilig maakte. Dat je God vindt door te meten en te oordelen. Hij moest zich bevrijden uit zijn eigen religieuze kramp, zijn hel, om de Liefde te kunnen vinden. Om werkelijk vrij te worden. Nee, ik geloof niet meer in een oordelende God, die boven ons staat om te kijken of we het goed doen. Ik geloof in een God die liefde is en in ons woont. In een ieder woont. Ook in mijn vijand. Die niet vraagt van ons om de wereld te (ver)oordelen in Gods naam, maar onszelf te bevrijden uit onze kramp en te gaan leven in de stroom van Liefde. Daar is het Koninkrijk van God. Waar we God kunnen zien in de ander. Dat heeft me veranderd. Ik kan nu onvoorwaardelijk van mensen houden, zonder een verborgen agenda. Zonder mensen mijn theologie op te moeten dringen om hen te behouden en zonder de drang hen te moeten veranderen. De enige die veranderd moet worden dat ben ik. 

Lees hier deel 2 van dit blog over hoe dit mijn persoonlijke leven veranderde. 

donderdag 1 maart 2018

Kunnen we leven met lijden?



If we are able to look deeply into our suffering and embrace it tenderly, great compassion can be born. ~Thich Nhat Hanh 
(Als we diep in ons lijden kunnen kijken en het teder kunnen omarmen, kan diepe compassie geboren worden.)

Ik las deze week op CIP het verhaal van Simon, die drie jaar na zijn genezing weer heel veel pijn heeft. Ook las ik de reactie van de voorganger van Simons gemeente. Het ging over “je genezing vasthouden” en dat het eigenlijk geen wonder was dat hij weer ziek was geworden, want hij kwam niet meer in de kerk en de vraag was eigenlijk of hij wel een echte gelovige was geworden. Zo verdrietig. Wat een oordeel. Ik heb er veel over nagedacht waarom mensen op deze manier om gaan met ziekte en lijden. Wat zorgt voor ons onvermogen om ziekte een plek te geven in onze theologie? Wat zorgt er voor dat we altijd een verklaring zoeken? 

Oplossingen

De laatste weken denk ik veel na over licht en donker, leven, liefde en lijden. Over hoe we aan alles in het leven een waarde toekennen. Goed of slecht. Makkelijk of moeilijk. Ik denk na over mijn weg die veel mensen “moeilijk” vinden. Sommige mensen hebben boosheid. Waarom geneest God je niet? Ze vinden het lastig om te gaan met mijn pijn. Proberen te zoeken naar oplossingen. Zijn er dan geen andere medicijnen die je kunt proberen en die beter helpen? Andere behandelmethodes? Heb je deze alternatieve genezer al geprobeerd? En vitamines, supplementen en kruiden? Toch nog een keer naar een gebedsgenezer? Of misschien toch nog wat sleutelen aan je geloof? Je hoeft tegenwoordig toch niet met pijn te leven met al die mogelijkheden?

Licht en donker

Wandelen is niet zo makkelijk meer. De afstanden worden steeds korter. Maar ik probeer elke week minstens één keer naar de weilanden te gaan en er naar de zonsopgang of zonsondergang te kijken. Ik wil het licht zien komen dat de dag laat ontwaken en de zon zien ondergaan die de nacht wakker kust. De overgang van nacht naar dag en van dag naar nacht geven een fascinerend kleurenspel in de lucht. Donker en licht gaan voorzichtig in elkaar over. Je kunt niet zeggen: “Nu is het moment dat het licht wordt” of “Nu is het moment dat de nacht valt.” Vele malen heb ik er al naar gekeken en niet één keer was hetzelfde. Het fascineert en helpt me na te denken over het leven.

Mag het leven lijden omvatten?

Vaak proberen we het leven te definiëren in goed en slecht. Het slechte mag er niet zijn en het goede omarmen we. Maar als er iets is wat mijn leven de laatste jaren veranderd heeft is het om te stoppen met alles wat ik onprettig vind te leggen langs mijn meetlat en te beoordelen als slecht. Als Christen zijn we vaak gewend om in licht en donker te spreken. Maar als we het donker in het licht brengen, dan is er geen duisternis meer. Ik vind dat een fascinerende gedachten. Als ik wat iedereen “donker” noem, in het licht kan zien, dan is het niet donker meer. Misschien horen donker en licht wel onafscheidelijk bij elkaar. Zit er onder het donker licht verborgen. We zijn ons leven gaan leven in afgescheiden componenten. Wat als we alles weer bij elkaar brengen? Als het leven lijden mag omvatten? Als het licht mag schijnen over het donker en licht weer opgaat in de nacht? Wat als de nacht ons geen angst meer aanjaagt?
De laatste tijd ben ik langzaam mijn angst voor het donker kwijt geraakt en kan ik zowel dag als nacht omarmen. Het is één geheel. Daarom houd ik zo van de zonsopgang en zonsondergang. Er is geen duidelijk scheiding. Het is één geheel. Donker en licht, dag en nacht. Ze horen bij elkaar.



Acceptatie of fatalisme?

En dat gaf eindelijk ruimte om mijn ziekte te accepteren als een deel van mijn leven. Niet goed, niet slecht. Gewoon als iets dat er is. Acceptatie is voor mij aanvaarden van het leven zoals het is. Nu, op dit moment. Rust en vrede hebben met het hier en nu. Acceptatie is voor mij iets heel anders dan fatalisme, doemdenken. Acceptatie is vreugde vinden in wat nu is. Leven op dit moment. Het moment nemen zoals het is. Dat geeft vrede. Rust. Vreugde. Het geeft ruimte om te genieten. Om niet constant bezig te zijn met hoe het leven zou moeten zijn, hoe het anders zou moeten, hoe het beter zou kunnen, wat er moet veranderen om mijn leven goed te maken. Leven op het moment betekent vreugde vinden in het hier en nu, ondanks dat er vast zaken zijn die je anders zou willen. Fatalisme echter is leven naar een doemscenario. "Mijn leven is niet te dragen, mijn leven wordt niets en het kan ook niets worden met die ziekte." Acceptatie is dan ook iets wezenlijk anders dan fatalisme.

Geen zorgen voor morgen

Ook de Bijbel spreekt over leven in het moment. “Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.” Mattheüs 6:34. Het is nota bene een deel van de Bergrede, van Jezus’ belangrijkste rede. Ik heb vaak met deze tekst geworsteld. Ik heb wel zorgen voor morgen. Totdat ik deze zienswijze ontdekte: het verleden is geweest. Dat was relevant toen dat het nu was. De toekomst wordt pas echt als het het nu is. Waar het om gaat is te leven in dit moment. Dat is wat is, wat echt is. Je leven niet te laten beheersen door wat gisteren was of morgen zal komen. Maar om dat moment nu bewust te beleven met heel je hart en je ziel en je verstand. Want dat is wat je gegeven wordt. Dit moment. Leef!

Wishful thinking of hoop?

Lijden ontkennen, wegdenken of verstoppen onder kreten als “God wil je gezond”, valt volgens mij onder de noemer niet leven in de realiteit van het nu. Wishful thinking. Je vastklampen aan een toekomst om het heden te ontkennen. Dat is iets anders dan hoop. Hoop berust op de goedheid en genade van God vandaag, of mijn wensen nu uitkomen of niet. Dat is iets heel anders.* Dat is een geestelijke “oplossing”: Een geheeld leven (leren) leiden in een ziek lichaam. Ik denk, dat er veel te weinig gezocht wordt naar die “oplossing”. Mensen leren om te leven met het lijden. Op een gezonde manier. Leren om innerlijke vrede te vinden.  Het gaat er om, denk ik -in mijn geval- je ziekte te omarmen. Niet als iets goeds, of als iets kwaads, maar als iets dat er is in je leven. En als iets dat je ook iets over het leven kan leren. In plaats van er tegen te strijden, te kunnen aanvaarden dat het er is. Er niet bang voor te zijn. En zolang het er is te leren dat vanuit modder de lelies groeien. Vanuit de diepte van ons lijden, leren we ook schoonheid te ontdekken. Het leert ons met andere ogen naar de wereld te kijken. Naar het nu. Met bewogenheid, compassie en liefde.

Hier en nu

Ik vind het inspirerend dat Jezus ons leert in het heden te leven. Vandaag heeft genoeg aan zichzelf. Gods goedheid is hier en nu. Kijk naar de vossen, kijk naar de mussen, kijk naar de lelies op het veld. Heb je naaste lief. Vergeef. Heb je vijanden lief. Doe goed. Vergeld geen kwaad met kwaad. Het lijkt alsof wij Jezus’ boodschap zijn gaan uitleggen als iets voor later (-als we in de hemel komen dan….-), terwijl Jezus ons zegt nu aan de slag te gaan. Dan wordt het Koninkrijk van God zichtbaar.

Een "genezen" leven leiden

Door mijn denken te verleggen van de toekomst naar het heden, elk moment te zien als heilige grond, ben ik mijn leven weer gaan waarderen. Hoezeer mijn leven voor de meeste mensen dan ook verre van ideaal lijkt. Nee, fysiek gezien is mijn leven misschien niet ideaal. Maar daar komt weer ons dualistisch denken om de hoek, dat mijn ziekte als verkeerd bestempelt. Ik ben ziek. Dat is een gegeven. Niet positief niet negatief. Het is er. Maar mijn leven is goed. Ik leef in Gods liefde, in genade. Elk moment is heilig. Er is vrede in me. Ik voel me weer mens sinds ik elk moment bewust ben gaan leven en genieten. Ik denk, dat je “genezen” kunt leven, in een ziek lichaam. Maar helaas is dat niet het soort genezing dat voor de meeste mensen telt. Misschien is dat wel de ziekte van de wereld. We kunnen niet leven en omgaan met het lijden en tevreden zijn met het nu.  



*Bovenstaand blog schreef ik naar aanleiding van een inspirerend stukje op het Facebook van Brad Jersak:

The difference between *wishful thinking* (denial) and *faith/hope* is that wishful thinking convinces itself of a particular (positive) imagined future outcome while hope rests in the goodness and grace of God for today, whether or not my wishes come true.
The difference between *fatalism* and *acceptance* is that fatalism resigns itself to a particular (negative) imagined future while acceptance acknowledges what is right now and rests in the grace of God for today, whether or not my fears come true. 
Living one day at a time and being present to the moment are popularly called 'mindfulness' now, which gets dismissed by some Christians as 'new age' or Buddhist. 
But really it's all there in Matt. 6 in the Sermon on the Mount. I'll quote Jesus in the King James, just because it's funny how they translated it:

Matt. 6:34 "Take therefore no thought for the morrow: for the morrow shall take thought for the things of itself. Sufficient unto the day is the evil thereof."







zondag 28 januari 2018

Oordeel


Ik moest lang nadenken over een vraag die me onlangs werd gesteld. “Waarom wil je mensen hun zekerheden ontnemen? Waarom spreek je over thema’s als "de hel" of "de Bijbel als Woord van God" of andere dingen die voor mij en anderen zo zeker zijn?“ Volgens mij kun je mensen geen zekerheden ontnemen, want wat zeker is, is niet te weerleggen. Dat is mijn korte antwoord. Mijn lange antwoord is dit:

Liefde en gerechtigheid

Ik was heel jong toen mijn zoektocht naar "liefde en gerechtigheid" begon. Ik was gefascineerd door woorden uit de bijbel die ik hoorde in de kerk: “Vergeld het kwade niet met kwaad, maar met het goede." En ook gefascineerd door de biografie van Gandhi, die ik las. Ik spreek nu over de tijd dat ik een jaar of tien, elf was. Ik dacht veel na over de vraag waarom kinderen gemeen deden tegen elkaar, pestten, andere kinderen buitensloten. Waarom mensen boos werden, geweld gebruikten. Over de waanzin van oorlog. Ik kwam er al vroeg achter dat mensen vaak hun gedrag rechtvaardigden. Kinderen zeiden dat iemand stonk, raar was of anders en voerden dat aan als rechtvaardige reden om iemand te pesten. Later ontdekte ik dat het in de “echte” wereld ook vaak zo werkte. Mensen verzonnen allerlei redenen om geweld, uitsluiting en onrecht goed te praten. En als puber kwam ik er achter dat het in de kerk, waar liefde het belangrijkste woord was, niet anders was. De strijd over het zegenen van homoseksuele relaties in onze kerk barstte los en ik zag mensen tegen elkaar schreeuwen, boos worden, elkaar met woorden om de oren slaan, en zichzelf rechtvaardigen in de naam van God.

Goed dat tot kwaad aanzet

Rohr schrijft in "De Goddelijke dans" dat het kwade vaak voortkomt vanuit ons verlangen naar het goede. We sluiten iemand buiten, omdat we daarmee iets op denken te lossen of denken God een plezier te doen. IS denkt dat ze Gods verlangen volgen door te moorden. In kerken waar ze vrouwen achterstellen of homoseksuelen buitensluiten denken ze dat ze God daarmee eren of gehoorzamen. Ons verlangen naar het goede en ons onvermogen het te bereiken, drijven ons tot het kwade. Denk aan de Farizeeërs. Zij dachten het goede te doen. Maar hun verlangen naar het goede dreef hen tot het kwade. Ze sloten mensen uit. Ze meenden soms zelfs te moeten moorden. Dat alles vanuit het verlangen naar het goede, naar wat zij dachten dat God goed zou vinden.

Oordelen

Al heel vroeg in mijn leven liep ik dus vast in de kerk. Ik zag in de kerk juist dat gebeuren waartegen Jezus ons waarschuwt: oordelen. Ik zag zoveel oordeel onder de noemer “uit liefde". “Uit liefde” sluiten we mensen buiten (bv. homoseksuelen). “Uit liefde” weren we mensen aan het avondmaal. “Uit liefde”. Je kunt ook lezen: “In Gods naam.” Gods naam die liefde is. Uit liefde denken we te mogen oordelen, in Gods naam. Dit is precies wat Rohr laat zien. Ons verlangen naar het goede, drijft ons tot het kwade. 

Oordeel uit liefde?

Oordeel en liefde sluiten elkaar uit, denk ik. Ik kan geen genoegen nemen met een geloof dat oordeelt "uit liefde". Ik kan het niet. Dat hele idee, dat we uit liefde mogen oordelen, is mijns inziens gebouwd op het idee dat God oordeelt. Als God oordeelt, dan mogen we dat oordeel gebruiken om anderen de maat te nemen, want daarmee doen we goed. Maar stel dat Jezus echt het beeld van God was? En dat Jezus niet kwam om te oordelen, maar om allen te redden? Allen. Dat is waarom ik zo bezig ben met die hel en die Farizeeërs in mijn blogs de laatste tijd. Niet om zekerheden van anderen weg te nemen. Dat kan niet. Zolang je ergens echt zeker van bent, laat je je door mij niet van je zekerheid afbrengen. Maar ik schrijf omdat wat Jezus zegt me fascineert. Omdat ik zoek naar hoe ik die weg in mijn leven vorm kan geven. Hoe kan ik leven zonder oordeel? Hoe kan ik leven vanuit de liefde?




Beeld van God

Gekomen om alle mensen te redden.... Je bent gered. Maar niet alleen jij. Alle mensen zijn gered*. Waarom dan die andere kijk op de hel? Omdat het niet God is die oordeelt, maar omdat wij dat zijn. Wat als God "te genadig" is in onze ogen? Als wij toch stiekem vinden dat je eerst wat moet doen voor Gods liefde? Je zonden belijden, je gedrag veranderen. Een Christen kan toch niet…..Een Christen moet wel geloven dat….God houdt van je, mits…..Wat als ons beeld van God fundamenteel fout is? Dat wij bedacht hebben dat Hij in zijn heiligheid oordeelt en vijanden verwoest en vóór òns is, maar tegen onze vijanden (of tegen iedereen die niet zo gelooft als wij)? Stel nu even, gewoon voor het gedachte-experiment, dat Jezus kwam om dat idee te corrigeren. Om niet Gods beeld over ons bij te stellen (God oordeelt en daar moeten we van gered worden), maar om ons beeld van God bij te stellen (wij hebben van God een oordelende, strenge, gewelddadige God gemaakt, naar ons beeld: voor wat hoort wat, wie fout doet, fout ontmoet). Stel dat dat laatste klopt en God werkelijk liefde is, God van zijn vijanden houdt, God niet gewelddadig is, niet straft, maar vergeeft en genade toont op een manier die wij ons niet voor kunnen stellen? En omdat we alleen maar kunnen denken vanuit vergelding, straf en "verdienen", we God ook naar dat beeld van straf en vergelding gemaakt hebben?

Angst die drijft tot het kwade

Ja, stel dat dat waar is. Dat God echt liefde is. Dat God echt genade is. Dat er echt geen duisternis in Hem is. En dat die goedheid zo overweldigend is voor ons, dat we dat niet durven geloven? “Liefde drijft angst uit.”, staat er in de Bijbel.  Wat als we ons uit angst vasthouden aan "wij" (gered) en "zij" (verloren)? Als we uit angst mensen buitensluiten (“God kan het toch niet echt goed vinden dat homoseksuelen elkaar lief hebben?”). Als we uit angst regels ("verkeersborden") neerzetten en vinden dat anderen tenminste aan die normen moeten voldoen om Gods genade en liefde te verdienen? Wat als angst ons drijft naar het kwade (oordeel), uit verlangen naar het goede?

Interpretatie

Wat als we Jezus’ woorden anders gingen lezen en interpreteren? En gingen kijken welk beeld van God Jezus ons wil leren? Ik ben me open gaan stellen voor een andere interpretatie. Ik was zo benieuwd wat er dan zou gebeuren. En ik heb daarin voor mezelf een antwoord gevonden op mijn eeuwige spagaat tussen liefde en oordeel: Liefde sluit oordeel uit. Je kunt niet oordelen uit liefde. Maar om dat te zien, moet je eerst gaan denken vanuit een ander beeld van God. Een beeld dat Jezus ons laat zien in zijn leven, preken en gelijkenissen. En misschien moet je wel eerst bij jezelf erkennen dat het kwaad in je voorkomt uit het verlangen naar het goede. Als ik kijk naar de keren dat ik mensen pijn deed, was dat bijna altijd omdat ik mijn mening juist vond, dat ik vond het recht aan mijn kant te hebben, dat ik vond dat ik het goed deed en naar verandering verlangde, naar een betere wereld. 

Bevrijdende liefde

Door de woorden van Jezus keer op keer te lezen en mezelf eraan te spiegelen, heb ik  bevrijdende liefde gevonden. Of beter: een weg er naar toe. Een weg waarop ik steeds meer zie dat ik er nog lang niet ben. Dat er meer vrijheid is, als ik meer in mezelf het kwaad erken dat uit mijn verlangen naar het goede voorkomt. Erken dat ik oordeel, op heel veel manieren.

Ik heb gemerkt dat voor veel mensen de liefde waaruit ik probeer te leven voelt als bedreiging. Want de veilige regels (of zekerheden) die anderen gebruiken als pijlers voor hun waarheid, zijn voor mij onbelangrijk geworden. Ik probeer te leven zonder "zekerheden". Zonder het idee dat mijn ideeën onfeilbaar zijn. Dat klinkt misschien doodeng. Dat is het eerst ook. Want er is geen "wij" en "zij" meer. Ik kan opeens niet meer iemand uit mijn clubje weren, omdat hij mijn "regels" niet volgt. Nee, want de enige regel die ik wil volgen is de liefde. En de liefde zegt dat ik van iedereen houd, zelfs mijn vijanden. De liefde zegt dat ik mezelf gevangen houd als ik niet vergeef. De liefde zegt dat iedereen goed is in de ogen van God, geschapen naar zijn beeld. Dat kwaad kan ontspringen als ik me niet in die stroom van liefde begeef. Maar dat Gods liefde voor mij niet verandert. De liefde zegt dat kwaad doen mezelf gevangen zet, me afhoudt van het ervaren van Gods liefde en dat zonde zichzelf straft. Maar God straft niet. Want Hij is genade. Hij is liefde. De liefde zegt dat oordeel me uit die stroom van liefde haalt en dat dat oordeel me dus zelf zal veroordelen. Dat ik gevangene word van mijn eigen oordeel. Zie je? Hoe meer ik de woorden van Jezus -oordeel niet- durf te volgen, hoe meer ik me beweeg in die stroom en hoe vrijer ik ben. Maar voor velen is die vrijheid aanstootgevend. De vrijheid om zonder oordeel, zonder het idee dat de ander moet veranderen, van mensen te houden. Alle mensen: homoseksuelen, Moslims, andersgelovigen, niet-gelovigen. Maar ook van moordenaars, alcoholisten, drugsverslaafden......

Aanstootgevend

Ik begrijp inmiddels hoe bedreigend, hoe aanstootgevend, mijn beeld van God -God is liefde- voor veel mede-christenen moet zijn. Het is een bedreiging voor hun zekerheden. Het is zo veilig als jij het goede gelooft (en een ander dus het verkeerde). Als jij zeker bent. En dat is nu precies wat de liefde niet is. Liefde is een risico. Het is de wet in je hart. Er is geen uitwendige zekerheid. Maar in jou is je ziel die vast zit aan God, waar God zelf in woont met zijn Geest. En als je daar gaat zoeken, en ontdekt dat je geliefd bent, dat God van je houdt, altijd al, dan zijn al die uitwendige zekerheden uiteindelijk overbodig. Dat is denk ik wat Paulus bedoelt met wet versus genade. En dat roepen we wel, maar ondertussen planten we toch graag een heleboel “verkeersborden”, geboden en verboden. Want die liefde is bedreigend. We kunnen er niet mee meten of oordelen. We willen toch graag regels om ons heilig te verklaren. Ja, liefde is risicovol. Het maakt je heel kwetsbaar. We bouwen liever muren voor onszelf en anderen. En planten er verkeersborden op. 

Roekeloos

Stel toch eens dat je je eigen muur kunt afbreken? Angsten kunt laten gaan? Oordelen niet meer nodig hebt? En dat je vanuit die liefde, vanuit de ziel kunt gaan leven? O ja, met vallen en opstaan. En vaak hopeloos falend. Niet risicoloos, vooral niet in deze wereld die helemaal gebouwd is op "voor-wat-hoort-wat", "je moet het wel verdienen", "we vergeven niet maar vergelden". Maar dat is denk ik precies wat er bedoeld wordt met "wij helemaal anders". Niet anders omdat we “ons hart aan Jezus hebben gegeven en nu gered zijn". Anders, omdat we "dwazen" zijn in deze maatschappij, omdat we het risico van leven vanuit de liefde willen nemen. Omdat mensen ons als bedreiging zullen zien voor hun stevig gebouwde muren. Omdat ze boos zullen worden op onze roekeloze vrijheid. 

Oordeel niet, maar heb lief

Daarom lijkt het als of ik "zekerheden" af wil nemen. Ik wil niemand zekerheden afnemen. Als je gelukkig bent achter jouw muur van geboden en verboden, laat ik je daar rustig zijn. En het is niet beter of slechter dan mijn geloof. Je bent gewoon ergens anders op je weg met God. En terwijl ik dat schrijf, realiseer ik me, dat het niet helemaal klopt. Impliciet kies je de weg die jou beter lijkt, anders zou je dat niet doen. Dus oordeel blijft iets waar we niet vanaf komen in ons verlangen naar het goede. Maar ik denk dat als we dat van onszelf kunnen zien, we al heel veel winst boeken. Als we kunnen zien dat welke weg we ook kiezen, we daarmee een oordeel vellen over de wegen die we niet kiezen. Dat elke weg een interpretatie is van Jezus woorden, een keuze is in hoe we naar de Bijbel kijken. En dat Jezus woorden “Heb je vijanden lief” ook daar betrekking op hebben. Heb ook de mensen lief die een andere weg kiezen dan jij. Daar ligt een enorme uitdaging. Oordeel niet, maar heb lief. 

Vrij

Ja, je bent vrij te geloven wat je wilt. Maar als je mensen daarmee pijn doet, dan neem ik die mensen in bescherming. In een wereld waar geoordeeld wordt, is het op sommige momenten onvermijdelijk dat er gekozen moet worden. Want de liefde kiest voor de zwakke, degene die buitengesloten wordt. De liefde kiest om mensen in de armen te sluiten, die lijden onder het oordeel van anderen. De liefde kiest om wie uitgesloten wordt erbij te halen. Wie nakomt gaat voorop. Dat is óók de weg van Jezus, die moest manoeuvreren in een wereld gebouwd op oordeel. Dat is ook denk ik wat bedoeld wordt met dat wie het goede nieuws niet aan wil nemen achtergelaten wordt. Overgeleverd aan hun eigen oordeel. Het goede nieuws is echt goed nieuws. Je bent gered! Er is geen oordeel, als je Jezus weg van liefde gaat! God houdt van je! Je bent een goede schepping! Je bent vrij! Vrij om lief te hebben zonder grenzen! 

*over wat ik onder “redding” versta, wil ik graag in een ander blog mijn gedachten schrijven

zaterdag 13 januari 2018

Gelijkenissen



"En een ander kwam en zei: Heer, zie uw pond, dat ik had weggelegd in een zweetdoek.Want ik was bevreesd voor u, omdat u een streng mens bent. U neemt wat u niet uitgezet hebt en u maait wat u niet gezaaid hebt.Maar hij zei tegen hem:  Uit uw eigen mond zal ik u oordelen, slechte dienaar. U wist dat ik een streng mens ben en dat ik neem wat ik niet uitgezet heb, en maai wat ik niet gezaaid heb." Lucas 19: 20-22 (Uit de gelijkenis over de koning en de ponden)

In mijn leven heb ik al vaak de gelijkenissen gelezen. En degenen die dit blog lezen waarschijnlijk ook. Zelfs als je niet christelijk bent opgevoed, heb je vast wel eens gehoord over de herder met honderd schapen waarvan er een vermist werd, weer gevonden werd en in liefde ontvangen of van de verloren zoon, die zijn deel van de erfenis opeiste, alles verbraste en vervolgens in liefde weer aangenomen werd door zijn vader. Heerlijke verhalen. Wie laat zich nu niet graag als kind in de armen van de vader vallen of associeert zich nu niet graag met dat verloren schaap die weer in genade ontvangen is? 

Michael Hardin

In het boek “The Jesus driven life” van Michael Hardin staat een hoofdstuk over gelijkenissen. Dat hoofdstuk heeft grote indruk op me gemaakt. Wat vertelt Hardin? Hij vertelt allereerst dat gelijkenissen in die tijd gebruikt werden om mensen te onderwijzen. Het was een bekende manier van vertellen die de rabbi’s in die tijd gebruikten om een stuk van de Schriften uit te leggen. Eigenlijk zijn het een soort puzzeltjes. Filosofische puzzeltjes. Ze waren bedoeld om je te laten nadenken. Het was niet de bedoeling dat je de betekenis meteen zou doorgronden, maar meer bedoeld om eens flink op te kauwen en herkauwen. Verhalen met veel gezichtspunten. Het waren geen lieve verhaaltjes, maar scherpe verhalen, die je moesten uitdagen. Die eigenlijk je denken op zijn kop moesten zetten. In de loop van de christelijke geschiedenis zijn het vaak verhaaltjes geworden waarmee wij ons gelijk konden aantonen. Lieve verhaaltjes. Zoals gezegd, wie wil er niet als verloren schaap in de armen van de herder liggen?

Feeling good

De vraag is of deze tendens van “feeling good” wel de bedoeling was. Als je gaat kijken aan wie Jezus zijn gelijkenissen adresseerde, dan waren dat niet de verloren schapen, de mensen die er in onze ogen een puinhoop van hebben gemaakt en weer in genade ontvangen worden. Het waren drie groepen die Jezus de gelijkenissen vertelden: de Farizeeërs en wetgeleerden, de Joodse menigte en Jezus’ discipelen. Het waren dus de gelovigen in die tijd die Jezus aansprak. En als de gelovigen door Jezus met de gelijkenissen bevestigd zouden worden in hun denken, waarom keerden ze dan juist steeds meer tegen hem? Wat was er zo aanstootgevend in de gelijkenissen en de leer van Jezus dat deze mensen boos maakten?

Jezus' beeld van God

Jezus laat een heel ander beeld van God zien dan de Joden in die tijd hadden. Jezus spreekt over genade en vergeving, terwijl de Joden dachten in een God die hun vijanden zou vernietigen en alleen voor hen was en tegen iedereen die niet Joods was en niet dacht zoals hen. Jezus vertelt over een God die zich in zijn genade niet beperkt met reinheids- en heiligingswetten en offerwetten. Geen: “Als ik dit doe, doet God dat voor mij-logica.” Mensen die onrein zijn raakt Jezus aan. Jezus lapt sabbatsregels aan zijn laars. Hij houdt zich niet aan de reinheidsregels voor het eten. Hij gaat om met wie binnen de regels van de Joodse wet niet meetellen. Kortom, Jezus zet het religieuze denken van die tijd op zijn kop en laat een beeld zien van God dat de mensen van die tijd niet kunnen vatten. 

Hoe kun je mensen vertellen dat hun beeld van God niet klopt? Als je dat direct tegen mensen zegt, voelen ze zich bedreigd. Worden ze boos. Hun zo vertrouwde regels, die van hen “goede gelovigen" maakten, althans dat vinden ze zelf, aan de kaak stellen, is nog niet zo eenvoudig. Niemand vindt het leuk te horen dat wat je denkt niet klopt. Zeker als dat wat je denkt maakt dat God voor jou is en tegen jouw vijanden. Dat jij goed bent en de ander fout. En dus gebruikt Jezus verhalen, die aansluiten bij het denken van de mensen in die tijd, maar die, als je er lang genoeg op kauwt en mee puzzelt, misschien wel iets heel anders zeggen dan je dacht toen je ze net hoorde. Ze zijn bedoeld om je denken te veranderen.


Lucas 15

Ik neem als voorbeeld de gelijkenissen over de zorg voor wat verloren is in Lucas 15. Daar staan drie gelijkenissen waaronder de twee die ik in de inleiding van dit blog noemde: over het verloren schaap en de verloren zoon. Zoals je in de eerste verzen kunt lezen zijn de verhalen geadresseerd aan de Farizeeërs en schriftgeleerden die morren omdat Jezus tollenaars en zondaars kwam opzoeken. Het gaat in het verhaal van de honderd schapen er dan ook niet om, denk ik, dat de “zondaars” zich identificeren met het schaap, maar de schriftgeleerden met de negenennegentig schapen die achterblijven. En bij de verloren zoon gaat het er niet om dan de schriftgeleerden zich identificeren met de verloren zoon, maar met de oudste zoon die jaloers is en moppert. 


Beeld van God

Laat ik het even doortrekken naar nu. Ik geloof dat het vooral de bedoeling is dat wij ons in de verhalen identificeren met degene die het in onze ogen helemaal fout doet. Dat de verhalen ons aan het denken moeten zetten. Hoeveel van die oudste zoon is er in ons terug te vinden? Geloven wij wel dat die verloren zoon, die het in onze ogen niet verdient om door de vader met open armen ontvangen te worden, echt zonder voorwaarden door de Vader aangenomen wordt. Of vinden we het niet eerlijk? Moet er niet berouw zijn bij die jongste zoon? Moet hij niet eerst vertellen hoe fout hij was? Moet hij niet eerst erkennen dat hij het zo als zijn broer had moeten doen? En is het niet onrechtvaardig dat God ons als gelovigen niet wat meer op een voetstuk zet? Wij doen het toch goed? Verdienen we daarvoor niet wat meer aandacht en een beloning? Het kan toch niet zo zijn dat wij als gelovigen die al zo lang op de juiste weg zitten nu moeten toekijken hoe iemand die het eigenlijk niet verdient de tijd en aandacht van God krijgt? Ja, is dat niet wat diep van binnen ons beeld van God en van de jongste zoon is? De jongste zoon verdient het niet. En komt daarmee niet ons beeld van rechtvaardigheid en genade bloot te liggen? Kunnen wij het wel aan dat Gods genade zoveel groter is dan ons denken? Ons denken dat zo bepaald wordt door ons beeld van wat rechtvaardig is: Voor wat hoort wat. Van ons beeld wat vergeving is: Eerst berouw en dan vergeving. Je moet het wel verdienen om bij God te horen…..

Wat zegt het over mij?

Als we zo naar gelijkenissen gaan kijken worden het weer puzzels die werkelijk ons denken veranderen als we er lang genoeg op kauwen. Wat zou de gelijkenis me over mij vertellen als ik me zou identificeren met degene die het hier aangesproken wordt? Misschien ben ik wel niet de verloren zoon in deze gelijkenis (hoe heerlijk ook), maar de oudste zoon. Misschien ben ik wel niet het verloren schaap maar behoor ik tot de negenennegentig die moeten wachten. Wat zegt dat over mij? Over hoe ik God zie? Over hoe ik denk over de mensen om me heen? Ben ik misschien niet veel meer de gelovige wetgeleerde die Jezus aanspreekt, die moppert op Jezus die eet met zondaars en tollenaars? Die Gods genade graag wil inperken tot zijn idee over rechtvaardigheid? Tot zijn idee over wat hij denkt dat eerlijk is? Is het eerlijk dat de herder feest viert over dat ene schaap terwijl ik in de kudde van negenennegentig gehoorzame schaapjes me bevind? Kan Hij dat dat wel maken? Mij in de woestijn achterlaten en feest vieren over dat ongehoorzame schaapje dat het niet verdient? Hoe voelt dat? Voelt dat rechtvaardig? Wat voel ik diep van binnen als ik naar deze feestvierende herder kijk?

De koning en de ponden

En dan nog het verhaal waardoor ik twee nachten heb liggen piekeren. Het citaat waarmee ik dit blog begon.  Dat is het verhaal van de ponden, dat Wilkin van der Kamp in zijn boek zo uitlegt dat degenen die het beste hun (geestes)gaven gebruiken de grootste beloning krijgen later als het Koninkrijk tot voltooiing komt (Lucas 19: 11-28). Wat zou dit verhaal kunnen betekenen als we ons, als gelovigen niet gaan zien als degenen met de grootste beloning, maar als de slaaf met de minste ponden? De slaaf die niets deed met zijn geld omdat hij bang was voor de koning-in-wording? Omdat hij dacht dat deze een streng man was en dat hij meer zou terugvorderen dan hij gestort had?  Belangrijk is bij dit verhaal eraan te denken dat het allemaal mensen waren die niet wilden dat de man koning zou worden. Zijn landgenoten haatten hem, staat er. Er staat dus niet dat een van de drie dienaren (of anders vertaald: slaven) wel positief over hem dacht. Het verhaal is gericht aan de Joden in die tijd die hem kort na deze vertelling zouden gaan veroordelen. Op rationele gronden? Was de koning echt zo als in het verhaal verteld werd? Waar wordt de dienaar die het minste had en met dat geld niets deed om veroordeeld? “Uit uw eigen mond zal ik u oordelen.” Ik denk dat dat hier echt een kernzin is. Want is dat niet wat Jezus de Joodse gelovigen, met name de wetgeleerden, steeds voorhoudt? Als jullie anderen veroordelen en verwijzen naar een plaats van lijden en oordeel, dan zul je zelf dat oordeel ervaren? Als jij blijft hangen in het beeld van een God van hel en oordeel, dan word je er zelf door veroordeeld? Als we dit verhaal nu eens zouden lezen vanuit het perspectief dat wij het zijn die anderen vertellen dat God een God van hel en oordeel is, dat wij ten diepste bang zijn voor deze God, en dat wij hiervoor tot verantwoording geroepen worden? Als jij denkt dat God zo is, zul je ook dat zo blijven ervaren. Dan zul je zelf lijden aan dat oordeel. Met de maat waarmee je meet, word je zelf gemeten. Het verhaal gaat mijns inziens niet over hoe de koning is, maar hoe de mensen over hem denken. In het bijzonder de woorden en angsten van de derde dienaar.

Dat doet pijn!

Jezelf zien als die derde dienaar doet pijn. Dan is het geen fijn verhaal meer. Het gaat niet meer over dienaren die stonden te juichen bij de komst van koning Jezus en hun beloning gingen ontvangen. Maar wel een verhaal om ons iets duidelijk te maken over ons beeld van God. Zijn wij het die met angst en beven naar de komst van de grote koning kijken? Zijn wij misschien wel die derde dienaar? Hoeveel van het karakter van die derde dienaar herken ik in mezelf? Wat zegt dat over mijn beeld van God? Geloof ik dat die Koning zo is? Dat zo het Koninkrijk van God is? Een paar vragen die mij zo te binnen schieten als ik deze gelijkenis lees. 

Interpreteren

Lezen is interpreteren. En er zijn heel veel verschillende interpretaties mogelijk. Ik suggereer niet dat ik “het weet”. Iedere keer vind ik weer nieuwe ideeën. Ontdek ik nieuwe verbanden. Bedenk ik bij het lezen van een tekst: “Dat ik daar niet eerder aan gedacht heb.” Misschien is dat wel precies het idee van gelijkenissen. Kauw er op. Kom niet te snel tot een conclusie en zeker niet tot een die jou helemaal bevestigt. Want de gelijkenissen zijn puzzels. Puzzels om jouw beeld van God te bevragen. Om jouw beeld van wat geloven is te bevragen. 

Een uitdaging

Durven we het aan om de Bijbel te gaan lezen, in bijzonder de gelijkenissen, niet als bevestiging van ons denken, maar als een constante vraag aan onszelf: Wie ben ik in dit verhaal? Waar sta ik? Denk ik ook zo? Wat vertelt het me over de manier waarop ik naar God, de ander en naar mezelf kijk? Wat vertelt het over hoe ik geloof? 











donderdag 11 januari 2018

Ga met God!

Schrijven is moeilijk. Moeilijk om jezelf in woorden verstaanbaar te maken. Woorden gaan vaak een eigen leven leiden. Vooral als ze je -negatief- raken. Als ze iets bij je in beweging zetten. Als ze bedreigend voelen, angst of verontwaardiging oproepen. Als ze tegen de dingen ingaan zoals je ze ervaart of gelooft. Het risico van je geloofsweg delen met anderen, is dat je je enorm kwetsbaar opstelt. Waarom ik dat doe? Omdat ik merk dat kwetsbaarheid nodig is om relaties met mensen aan te gaan. Diepgaande en authentieke relaties. En omdat die tot groei leiden, tot verrijking van je leven. Niet in de laatste plaats verrijking van je geloofsleven. Kwetsbaarheid betekent ook kritiek. Het betekent dat mensen over je vallen en struikelen. Dat is niet prettig, maar wel leerzaam. Het dwingt om jezelf beter verstaanbaar te maken, je ideeën die voor jou zo logisch klonken, verder te overdenken en uit te werken. In dit blog een paar opmerkingen van lezers.

Farizeeërs

“Je noemt mensen Farizeeërs. Dat is wel heel scherp en veroordelend!” Ja, mee eens. Het zijn ook passages die ik met twijfel geschreven heb. Kan dit zo wel? Laat ik ze daarom wat meer uitleggen. Ik geloof namelijk dat we allemaal Farizeeërs zijn. Ik ook.  Ik geloof dat Jezus zegt dat we het Farizeeër-zijn in onszelf moeten ontdekken. Steeds opnieuw. Dat we allemaal in eerste plaats vervolgers zijn. Als Saulus zich bekeert (lees hier een blog over wat ik bedoel met bekering), is dat de vraag die Jezus stelt: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij?” En hoe verder we dwalen op die weg van Jezus, hoe meer het Farizeeër-zijn in onszelf voor onszelf zichtbaar wordt. En we er achter komen dat er zoveel Farizeeër in ons zit, dat we dat steeds weer en meer moeten toegeven. Dat bekering een levenslang proces is. 

Ik geloof dat het Farizeeër-in-ons alles te maken heeft met angst. Angst om te falen, angst om er niet bij te horen, ja, angst voor echte vrijheid. Om volkomen vrij te zijn in de liefde en te zijn wie we in de diepste kern zijn. Authentiek. Beelddrager van God. En als ik dit zeg, dan gaat het ook weer in de eerste plaats over mij. Hoe meer ik in stilte doorbreng met God, hoe meer ik die angsten in mezelf ontdek. Angsten die ons door cultuur en opvoeding met de paplepel ingegoten zijn. Angsten die ontstaan zijn door gebeurtenissen in ons leven. Angst voor de dood, die we niet kunnen aanvaarden als deel van ons leven. Angst voor de toekomst. Angst voor alles wat anders is. Er zijn zoveel angsten. En we roepen zo graag dat we vrij zijn. Ik geloof dat ook het erkennen van angsten, het erkennen dat we niet zo vrij zijn als we zelf denken dat we zijn, een doorgaand proces in ons leven is. 


Geloof van vroeger

“Het lijkt wel of niets meer goed is aan hoe je vroeger geloofde.” Ook dit is een misvatting. Een volkomen misvatting zelfs. Elke stap in ons geloof is een noodzakelijke stap geweest om te komen waar we nu zijn. O ja, niet in de laatste plaats mijn ervaringen met gebedsgenezing. Niets heeft me zoveel geleerd en me zo naar God toe gedreven -ook al voelde het als of ik God helemaal kwijtraakte- als die periode. Ik denk dat we geloof niet moeten meten in “goed” of “beter”. Elk van ons gaat zijn weg met God. Op geheel eigen, authentieke wijze. Geloof is niet “statisch”, maar “dynamisch”. Althans, zo ervaar ik dat nu. In het begin van je leven krijg je door opvoeding een aantal zekerheden mee. Die zekerheden zijn heerlijk om je aan vast te houden en je hebt ze nodig. Want dat is de basis van je geloof. Daar moet je het in de eerste plaats mee doen. En je denkt dat je het allemaal weet. Maar naar mate je in je leven dingen meemaakt, boeken leest, mensen leert kennen, je meer los maakt van je ouders en opvoeders, zul je moeten gaan schaven. Dat is eng. Zekerheden blijken misschien wel veel minder zeker dan dat je dacht. Je gaat vragen stellen. En al naar gelang je omgeving en je omstandigheden zul je antwoorden op de vragen anders invullen. Dan blijf je misschien weer een tijd op het punt waar je bent, omdat het er goed is op dat moment, en is er niet zoveel beweging, totdat iets maakt dat je weer een eind verder moet trekken. Een noodlot dat je treft, nieuwe vrienden met nieuwe ideeën, gebeurtenissen in de wereld. Ze maken dat je weer stevig na moet denken over je aannames over God en geloof. Sommige mensen zullen misschien altijd op hetzelfde punt blijven. Ze zijn tevreden. Er is voor hen geen noodzaak verder te trekken. En ook dat is natuurlijk prima. Het is de reis die bij jou past.

“Dit is het vrijheidsrisico dat God neemt -wij kunnen en mogen ons eigen ding doen. Het aanstootgevende van die genade is dat God zelfs de doodlopende paden gebruikt om ons te vormen- over zelf-lediging gesproken! Dit is het ultieme omkerende vermogen van liefde: ieder van ons is zijn eigen schoonheid, een in vrijheid gemaakte en door genade gevormde schoonheid, dat wat poëten en dramaturgen ook wel tragische schoonheid noemen. Dat is niet iets om je rot over te voelen. Kijk naar het kruis. Is dat geen tragische schoonheid? Is dat niet wat wij zijn? Dat we door tragiek tot God gekomen zijn, niet door dingen goed te doen maar zonder uitzondering door dingen verkeerd te doen, is een geschenk. We hebben zoveel meer geleerd van onze fouten dan ooit van onze successen.” Richard Rohr, De goddelijke dans, blz. 65

Dè weg tot God?

Ik geloof al lang niet meer dat er maar één specifieke weg tot God is. Dat alleen mijn weg zalig is. Wel nee, hoe verder ik op mijn geloofsreis kom, hoe meer ik ontdek dat ik niets over God weet. Dat ik God niet kan kennen. Dat ik God alleen lief kan hebben. Dat het grote geheim niet verborgen is in weten en kennis, maar in liefhebben. Relationeel. Van hart tot hart. Tussen mensen. Tussen de mens en God. Heb God lief en heb je naaste lief als jezelf. Die twee, aan elkaar gelijk. Dat is een ontnuchterende, maar ook een bevrijdende ontdekking. 

Mensen die in een andere fase van hun reis zitten, op een ander punt zijn aangekomen dan ik, of een volstrekt andere route gekozen hebben, kunnen het enorm bedreigend vinden, dat anderen aan hun denkbeelden toornen. Het is lastig om elkaar te blijven verstaan. Ik deelde een stukje van mijn levens- en geloofsreis met een dominee in de veronderstelling dat de dominee me niet zou begrijpen. Maar het tegengestelde gebeurde. De dominee was al veel eerder op de geloofsreis op een punt beland dichtbij mijn punt. Maar in de preken moest deze dominee soms naar een ander punt omdat daar de gemeenteleden waren. Soms moeten we een ander pad inslaan om ons verstaanbaar te maken. Of moeten we in ieder geval proberen te begrijpen waarom iemand op een ander pad is dan jij. Anders raken we elkaar kwijt door wat we denken. Terwijl Jezus ons juist leert om elkaar te vinden in het relationele. Ze zullen ons herkennen aan de liefde. “Ik geef jullie een nieuw gebod: Heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.” (Johannes 13:34-35)

Ga met God

Ik wil nog één citaat met je delen uit dat prachtige boek van Richard Rohr. Het gaat over de verscheidenheid:

“Hoe ontmantelt Jezus die idee van de hemel als een winkelcentrum vol franchisefilialen van een en dezelfde winkelketen? Hij zei: “In het huis van mijn Vader zijn vele woningen.” Wat een contrast! Zelfs in de eeuwigheid van alles, ben jij op de een of andere manier jij, in al je uniciteit, op het pad waarop God jou leidt, tijdens de reis die jij onderneemt, met de lasten die jij draagt. Het voegt allemaal iets toe aan de exacte samenstelling van jouw ziel, van jouw heiligheid en jouw respons. In het licht van dat eeuwige plan, ontdek je dat God één ding van je verlangt: jou. Meer niet. Dat is ontnuchterend en zo verootmoedigend ook, want het lijkt altijd alsof dat te weinig is toch?” Richard Rohr, De goddelijke dans, blz.64


Ga met God en Hij zal met je zijn!