woensdag 2 december 2015

Eindelijk vrij

Ik heb een jaar achter de rug van veel pijn en moeite, onderzoeken, onzekerheid. Een jaar van vallen, opstaan en doorgaan en weer struikelen. Van zoeken. Van alles loslaten en opnieuw beginnen. Al mijn theorie, mijn theologie, mijn denken en spreken over God, werden op de proef gesteld. 
Ik moest steeds meer loslaten. Tot er bijna niets meer overbleef. Bijna niets meer. Ik voelde me Job die tot de conclusie kwam dat hij eigenlijk niets wist van God. Niets. Omdat God te groot was om over te spreken, te groot om in woorden te vatten.

Innig nabij

In dat diepe dal is Jezus me zo nabij gekomen. Zo in innig nabij. Gek genoeg kan ik het niet overbrengen in woorden. Wat ik ook probeer, ik schiet te kort. Ik merk dat ik faal. Geloofservaringen zijn zo lastig te verwoorden. Het is een geheim. Een geheim dat je zelf meemaakt. Dat voor jezelf een werkelijkheid is, waar je de ander deelgenoot van wilt maken, maar het eigenlijk niet kan. 

Ik schilder het in kleuren, ik zing het in mijn eigen woorden achter de piano, ik neurie het in mijn hart. Ik dicht het, schilder het met woorden, hopend dat iemand mijn schilderijen begrijpt. Maar wie zou het kunnen voelen? Precies dat wat ik voel?



Torretje

Een lieve vriendin van me gaf me ooit een mooi beeld. Het ging over pijn, maar zou ook over geloof kunnen gaan. Het is een torretje in een doosje binnenin je. Niemand kan het zien. Ik kan je proberen iets over mijn torretje te beschrijven. Maar hoe kan ik je iets uitleggen waarvan ik niet weet of het hetzelfde is als jouw torretje? Sterker nog, ik weet niet eens hoe mijn eigen torretje in dat doosje eruit ziet. Ik kan het alleen zelf voelen. Dus hoe zou ik het jou begrijpelijk kunnen maken?

Ik denk dat dat ook voor God geldt. Niemand kan Hem zien. Jezus kwam op aarde en met Hem kregen we iets tastbaars van God. Maar ook dat is van langgeleden tijden en ook daar hebben we alleen woorden als getuigenis van. De Bijbel zegt dat het geheim van het geloof is: Jezus in jou. Niet ik leef, maar Christus in mij. Dat geheim, dat koester ik, meer en meer. In alles wat weggevallen is aan zekerheid het afgelopen jaar, is dat geheim voor mijn de realiteit van mijn bestaan geworden. Jezus in mij, die altijd aanwezig is, altijd aanspreekbaar is, altijd antwoord geeft. Het is....Ja, en dan stokken mijn woorden weer. Want hoe leg je iemand een werkelijkheid uit die de ander niet kan waarnemen en die ik ook zelf niet kan zien?

Strooi liefde rond als confetti

Ik heb gemerkt dat er maar één waarheid is die ik wel kan communiceren en dat is liefde. "Strooi liefde rond als confetti", gebruikte ik ooit al quote op IkzoekGod.nl en is mijn lijfspreuk geworden. Als Jezus in jou is, dan zijn je handen van Hem, je mond, je hart, je ogen, je voeten, je spreken. Je hartslag klopt met die van Hem. Je wordt veranderd. Je denken, je doen, je handelen. En dat kan eigenlijk maar tot één ding leiden: strooi liefde rond als confetti. Of als je het iets meer Bijbels wilt duiden: de vrucht van de Geest.

Dans in de regen

Ik heb in deze moeilijke periode één ding geleerd: Je kunt vrij zijn, ook al houdt je lichaam je gevangen. Je kunt zingen in de stortregen, je hart stroomt over van kleuren, zoals een nooit eindigende zomer. De winter wordt uit je koude en vermoeide hart gebrand. Je verliest je hart in de schoonheid, de schittering van Hem. Van Zijn hart. Zijn liefde. Zijn genade. Ik heb in het afgelopen jaar geleerd dat alles tegen kan zitten, maar niemand je Jezus af kan nemen. Niemand. Het heeft me veranderd. In mijn doen en laten, in mijn zijn, in mijn geloof.
En als ik je één ding mee zou mogen geven: ga zelf op zoek naar die vrijheid. En dans in de regen van confetti die op je neerstort. Ontdek dat mensen je nog zoveel pijn kunnen doen, dat het leven je nog zo kan vermoeien en verwonden, maar dat niemand je Jezus af kan pakken. Niemand. Want Hij is in je. Finally free.

En dank lieve Aline voor dit prachtige lied van Rend Collective, dat niet beter zou kunnen beschrijven, waar ik geen woorden voor heb.



                                                                    "Finally Free"

Your mercy rains from heaven
Like confetti at a wedding
And I am celebrating
In the downpour

Your heart is wild with colour
Like a never-ending summer
You burn away the winter
Of my cold and weary heart

My soul cries out holy, holy
My heart is lost in Your beauty
All hope is found in Your mercy
You paid the price now I am
Finally free

Your grace, oh God's the anchor
That's holding me forever
Come trouble or high water
I am steadfast

Yeah, you lift me when I'm sinking
Like the swell of mighty oceans
The power of redemption
Yeah, it gives me wings to soar

We'll cast our crowns before Him
Like the rusting leaves of autumn
Now every chain lies broken
And finally we're free

dinsdag 1 december 2015

"Ziekte heeft mijn relatie met Jezus versterkt"

Interview met CIP:


"Hoe meer pijn ik moet verdragen, hoe meer ik Jezus' aanwezigheid ervaar." Al zestien jaar is Annemieke Bosman chronisch ziek. Door bepaalde christenen worden zieken volgens haar onder druk gezet. Ziekte is niet van God en dus zou maar één weg zijn: genezing. Annemieke heeft in reactie daarop besloten om een christelijke Facebook-community op te zetten. "Door middel van de community wil ik de boodschap uitdragen dat pijn er mag zijn. Je hoeft het niet weg te stoppen."
Annemieke kreeg op 23-jarige leeftijd te maken met ontstekingen in haar polsen en handen. "Ik onderging allerlei ziekenhuisonderzoeken. Eerst werd er gedacht aan overbelasting. Maar de pijn werd steeds heftiger. Pas later kwam aan het licht dat het ging om reuma." De pijn en ontstekingen zijn sindsdien nooit meer weggegaan. "Sinds een jaar is er ook zenuwpijn bijgekomen. Daarom kan ik niet fulltime werken." Voorheen werkte Annemieke als docent in het middelbaar onderwijs. Inmiddels is ze als parttime- medewerker verbonden aan Agapè als internetevangelist. Ze schreef onder andere het artikel 'Nachtgesprek in de trein', dat via CIP.nl duizenden keren werd gelezen.





Ken je Jezus al?

Voordat Annemieke ziek werd, kwam ze in de Verenigde Staten tot levend geloof. Ze verbleef op de Amerikaanse Biblebelt, waar ze allerlei enthousiaste christenen ontmoette. "Voor het eerst kwam ik in een evangelisch-charismatische kerk terecht," vertelt ze. "Vrienden nodigden mij uit. Voor het eerst kreeg ik op een heldere manier het Evangelie te horen. Tijdens een date luidde de eerste vraag van een jongen: 'ken je Jezus eigenlijk al?' Dat was nogal een confronterende vraag. ‘Ik zoek Hem, maar ken Hem niet zoals jullie Jezus kennen,’ antwoordde ik. Die avond ging ik op de knieën en vroeg ik Jezus om in mijn leven te komen. In de VS heb ik mij ook laten dopen."
Terug in Nederland kwam ze met haar man via omzwervingen terecht in de PKN. De bekende lijdensvraag stond na haar bekering niet op de voorgrond. "Ik heb mijn ziekte vanaf het begin als een soort lot geaccepteerd. Mijn geloof veranderde daar aanvankelijk niet veel door." De laatste jaren werd ze steeds vaker geconfronteerd met de mogelijkheid om genezingsbijeenkomsten te bezoeken.
Ze besloot mee te gaan naar een Vrij Zijn Weekend, waar de genezingsdienst een belangrijke plek inneemt. "In het begin stond ik er sceptisch tegenover," geeft ze toe. "Maar om mij heen zag ik dat daar veel genezingen plaatsvonden. Ondanks bidden, bidden en nog eens bidden gebeurde er bij mij helaas niets. Dan ontstaan er frustraties bij de mensen die voor je bidden. Bij een Bijbelschool vroeg iemand mij eens heel direct: 'Welke zonden heb je nog in je leven? Die moet je belijden anders kan God niet genezen'. Ik heb zelfs meegemaakt dat iemand mij vertelde te stoppen met medicijngebruik, omdat ik me anders niet afhankelijk van God opstelde."


Zalig zijn de treurenden

Annemieke laat nu niet zo snel meer voor zich bidden door buitenstaanders. "Ik ben voorzichtiger geworden. Het valt mij op dat veel mensen zich laten vormen door aardse verlangens: goed huwelijk, geld verdienen en een gezond lichaam. Pas dan is het leven goed. Ziekte is in aardse zin niet goed en dus moet het weg. Maar juist door mijn ziekte is mijn band met Jezus versterkt. Hoe meer pijn ik moest dragen, hoe meer ik Jezus' aanwezigheid ervaar. In de Bergrede staat niet voor niets 'Zalig zijn de treurenden'. Zwakken en treurenden spelen in Jezus' verhalen niet voor niets vaak de hoofdrol."
Onlangs is Annemieke gestart met een christelijke Facebook-community voor mensen met chronisch of langdurige pijn (geestelijk of lichamelijk). Na haar blog '11 meestpijnlijke opmerkingen voor een zieke' kreeg ze veel reacties van christenen die zich geen raad wisten met dergelijke opmerkingen. De door haar opgezette community is bedoeld om deze zieken te bemoedigen en met elkaar in gesprek te gaan. Vragen als: hoe ga je om met chronisch ziek zijn en welke geloofsvragen sta je voor?, komen aan bod. Ook geeft Annemieke pastoraal advies. Ze is in het dagelijks leven namelijk ook nog pastoraal werker.
"Natuurlijk blijft mij diepste verlangen een leven zonder pijn. Maar redeneer iemands pijn niet weg," luidt haar oproep. "Vergeestelijk niet alle pijn. Niet iedereen wordt lichamelijk genezen die met zijn ziekte naar Jezus gaat. Bij mij is de pijn er al zestien jaar lang en ik moet daar gewoon mee leven. Voor mij is Jezus ‘het medicijn’. Zijn aanwezigheid helpt me de pijn te dragen, Hij geeft me hoop en troost, juist als ik het nergens anders vind."

vrijdag 27 november 2015

God laat me in de steek


In mijn werk word ik geconfronteerd met situaties die echt hopeloos lijken en waar elk antwoord te kort schiet. Met name als mensen kampen met ernstige depressiviteit en zelfmoordpogingen, als werkelijk alles donker is, sta ik vaak machteloos, woordeloos en met lege handen iemand bij. Zo ook vandaag. Het leek me goed er eens over te schrijven. Het verhaal hieronder is gefingeerd, maar samengesteld uit mijn echte ervaringen.

God laat me in de steek


Ik zat tegen over hem. Zijn ogen waren rood. Van het huilen, de drank, drugs? Ik weet het niet. Hij staarde wezenloos voor zich uit. Verward had hij me opgebeld. Het was meer mis. De manisch depressiviteit had hem weer in zijn greep. De zoveelste therapie had niet gewerkt. Weer een opname. Weer nieuwe medicatie. Zijn leven was een puinhoop. Schulden stapelden zich op. In de manische buien gaf hij ongelimiteerd uit. In de depressieve buien vergat hij mee te werken aan schuldsanering en ontliep hij de hulpverlening. Ik had heel wat telefoontjes en sms’jes er aan gewijd om langs te mogen komen die ochtend. Maar uiteindelijk liet hij me toe.
Mijn God, wat moest ik zeggen? Ik bad in stilte tot God. Ik wist het niet. Terwijl hij me toebeet hoe God hem in de steek liet en hoe hij God niet meer als liefdevolle Vader kon zien, deed ik mijn best niet te huilen. Hij vroeg hoe God dit kon toelaten? Als God echt van hem hield, greep Hij toch wel in? Hij vroeg of ik hem een reden kon geven waarom hij niet zou springen. Hij was boos. Zijn ogen rood doorlopen. Als God echt van hem hield, waarom dan zo veel shit? Ik voelde me klein. Zo klein. Ja, het leven van deze man was shit. Er was geen licht meer. En wat kon ik zeggen? Ik begreep zo goed dat hij zich door God in de steek gelaten voelde.



Geef me een reden waarom ik verder moet leven


“Ik heb God nu voorgoed uit mijn leven gezet”, beet Hij me toe. “Noem een reden waarom ik dat niet zou moeten doen.” Elk antwoord leek even zinloos. Een veel troostelozer leven dan dit kon ik me niet indenken. Ik hoefde nu duidelijk niet met Jezus aan te komen. Weer bad ik in stilte. “Lieve Jezus, ik weet dat U bij me bent. Vertel me wat ik moet doen?” Maar het bleef stil in me. Ik beschouwde dat maar als antwoord dat ik ook stil moest zijn.  Ik antwoordde dan ook eerlijk: “Ik heb geen antwoorden. En ik kan jouw pijn ook niet zelf voelen, alleen proberen te begrijpen waar je doorheen gaat. Ik zal bij je blijven zitten zolang je me dat toestaat. Naast je blijven lopen als je dat toestaat. Meer heb ik niet te geven dan mezelf.” Als een storm raasde hij verder. Hij was boos op God. Ik liet het allemaal over me heen komen. Ik zat daar tenslotte namens die Ene. Ik liet hem nog een tijdje razen en huilen. En toen werd het stil. We waren allebei stil. Lange tijd. En in de stilte vroeg ik God te spreken. Hij sprak een woord tot me: “Liefde”. De man onderbrak uiteindelijk de stilte. Snikkend vroeg hij me: “Geef me tenminste een reden waarom ik nog verder moet leven? Zeg iets. Neem iets ”. Ik stamelde het fluisterend: “De liefde”. Hij keek me aan en begon nog harder te snikken. Ik fluisterde met tranen op mijn eigen wangen: “Je kunt misschien niet meer in God geloven. Maar ik mag hier zitten om je liefde te geven van Jezus. Meer heb ik niet aan antwoorden. Ik heb alleen de liefde. Ik houd van je met Jezus liefde. Dat is het enige dat ik nu heb en ik hoop en bid dat het genoeg voor je is.” Het werd weer stil. We bleven nog een tijd stil. En langzaam maar zeker begon de man wat rustiger adem te halen. En in die stilte vertrok ik weer na de armen even om elkaar heen geslagen te hebben. Ja, ik durfde te gaan. Ik bad, hoopte en vertrouwde dat het voor vandaag genoeg zou zijn.

Thuis kreeg ik een sms’je :”Enorm bedankt. Love you.”

zondag 4 oktober 2015

Heb jezelf lief als je naaste



Het op een na belangrijkste is dit: 'Heb uw naaste lief als uzelf.' Er zijn geen geboden belangrijker dan deze. Marcus 12:31

Het was een gewone maandagochtend. Mijn jongste (8) kwam beneden om te ontbijten en groette me vrolijk: "Goedemorgen mam." Ze gaf een knuffel. "Ik houd van jou! Raad eens hoeveel?", voegde ze toe. Ik dacht na en antwoordde:  "Van hier en naar de maan en terug".
Mijn dochter moest lachen om mijn antwoord. "Fout", riep ze vrolijk.
Ik bedacht een meer tactisch antwoord:"Net zo veel als je van papa houdt."
Zij antwoordde me hoofdschuddend: "Nee, natuurlijk net zo veel als ik van mezelf houd. Dat heeft God toch gezegd! En zoveel als je van mij houdt, moet jij ook van jezelf houden."

Lief ben jij

Mijn kleine meisje is een ster in preken en bemoedigen. Ze schrijft gebeden op briefjes, maakt tekeningetjes met lieve woorden en overstelpt me met kusjes. Ze weet feilloos mijn zere plekken te verzachten. Mezelf liefhebben? Nee, het is niet mijn sterke punt. Ik voel mezelf zo vaak falen. Falen omdat ik niet langs het voetbalveld kan staan. Falen, omdat mijn ramen niet gezeemd zijn. Falen, omdat ik het derde bord in een week breek. Falen, omdat ik geen hulpmoeder kan zijn op school en afwezig ben op de gymuitvoering van dochter. Falen, omdat ik soms door de pijn niet kan verdragen dat mijn man aan me zit. Ja, liefde geven, daar ben ik goed in. Toch voel ik me vaak een tweederangs-mens door mijn ziekte. Natuurlijk weet ik wat de Bijbel zegt: ik ben geliefd, gewild. Dat liedje dat de kinderen graag zingen snijdt vaak door mij ziel: "Je bent een parel in Gods hand." Heel eerlijk: Ik voel me vaak een mislukte parel, die niet meer glimt. En toch. Toch is het Gods opdracht van onszelf te houden. De Bijbelse boodschap is simpel en helder. God liefhebben kan niet zonder jezelf liefhebben en je naaste liefhebben. De hele Bijbel draait om die relaties: God-jezelf-je naaste. Het is simpel en ingewikkeld tegelijkertijd. Want hoe leer je van jezelf te houden of te blijven houden als je lichaam (en/of je geest) niet meewerkt? Ooit las ik, dat je tegenover elke negatieve gedachte, een positieve gedachte vanuit de Bijbel moest zetten. Daar ben ik toen mee begonnen. Inmiddels hangt mijn prikbord in de keuken vol met briefjes met Bijbelteksten en bemoedigen van anderen. Vooral ook heel veel briefjes van mijn dochters. En elke keer als het falende gevoel me bekruipt, lees ik een paar van de briefjes. De mooiste is een strippenkaart van mijn dochter. Er staat heel vaak op:  "Lief ben jij". De boodschap erbij was: "Mama, elke keer als je wilt horen hoe lief je bent, kun je een strip inleveren van de kaart en dan kom ik het je zeggen."



Gaat het mam?

Ik denk dat het in een namiddag was en ik wilde gaan koken. Voor de zoveelste keer die week liet ik iets uit mijn handen vallen. Mijn dochtertje kwam aangesneld uit de huiskamer. "Gaat het mam?", vroeg ze, terwijl ze haar armpjes om me heen sloeg. "Mama, het geeft echt niet dat je dingen niet kunt, want je geeft mij het allerbelangrijkste: heel veel liefde." Een traantje biggelde over mijn wang. Wat een zegen als je zo'n prekende dochter in huis hebt. 

Misschien moet ik voortaan maar niet meer formuleren wat ik niet kan en niet heb, maar wat ik wel kan en wel heb. En de preek van de week schrijf ik op een briefje voor op het prikbord: "Heb jezelf lief als je naaste."

donderdag 24 september 2015

Angst schreeuwt, liefde (f)luistert

Oorpijn

Mijn oren doen pijn door al het geschreeuw op (onder meer) de sociale media. Mensen die keihard hun mening in het rond tetteren. Liefst zo ongefundeerd mogelijk. Alle Moslims zijn vermomde IS-strijders in wording en de vluchtelingen zorgen dat onze ouderen verwaarloosd worden in de zorg. En natuurlijk moeten we bang zijn voor de eindtijd, waar we middenin zitten. Heb je wel de goede doop gehad, ga je naar de juiste kerk en wees gewaarschuwd voor die en die valse prediker.
Laat ik voor op stellen: De IS is gruwelijk, er komen misstanden in de zorg voor. En ik geloof in de wederkomst, alleen zegt de Bijbel heel duidelijk dat we tijd niet zullen weten. En ja, in de kerk is (vaak) ook best het een en ander mis. Maar waarom schreeuwen mensen toch zo?

Angst

Eigenlijk kan ik maar een ding bedenken en dat is angst. Angst voor het onbekende, angst dat “we dat hier ook krijgen”, angst voor alles wat anders is dan de eigen overtuiging, angst om buiten een groep te vallen (daarom zijn er veel napraters). Angst. Angst is de grote drijfveer om te schreeuwen. Angst, boosheid en haat. De Bijbel zegt dat liefde angst uitdrijft. Heb je liefde weleens horen schreeuwen? Ach misschien jubelend van puur enthousiasme ("Wow, wat ben je lief!"), maar over het algemeen fluistert liefde. Liefde fluistert lieve woordjes. Liefde luistert en heeft aandacht. Liefde maakt stil, geduldig en vriendelijk. 

De Bijbel vertelt ons dat de weg van liefde de weg van God is. God zelf is namelijk liefde. De Bijbel vertelt ons dat we niet schreeuwen tegen onze vijanden, maar hen zegenen en liefhebben. Dat we kwaad niet met kwaad vergelden, maar het kwaad overwinnen door het goede.  De Bijbel vertelt ons van de vrucht van de geest: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Woordjes die fluisteren. Lieflijke woordjes.



Schreeuwde Jezus?

Schreeuwde Jezus dan niet? Ja, Hij was soms ongekend fel tegen de schreeuwende Farizeeën en wetgeleerden die het meenden allemaal perfect te doen en perfect te weten. Ze vertelden de anderen wel even hoe het allemaal moest. Tegen die mensen was Jezus fel, de godsdienstige elite, die schreeuwend en met opgeheven vinger de andere mensen van commentaar voorzag. En overigens, Jezus was zonder zonde en had heel wat meer recht van spreken (of recht van schreeuwen) dan jij en ik. Jezus was weliswaar fel tegen de wetgeleerden, maar Jezus at met de tollenaars, zocht de Samaritanen op en sprak met de vrouwen. 

Angst schreeuwt het uit in deze wereld. IS schreeuwt. Haatchristenen schreeuwen. Eindtijdchristenen schreeuwen. Homo-veroordelers schreeuwen. Er wordt wat afgeschreeuwd. Maar om liefde te vinden moet je stil zijn en luisteren. Luisteren naar de verhalen van vluchtelingen, luisteren naar de verhalen van Moslims van de naburige moskee, luisteren naar de verhalen van homo’s die niet geaccepteerd worden, luisteren naar de mensen die werken in de zorg, luisteren naar de verslaafden en daklozen. Om liefde te vinden, moet je liefde geven. De hand vasthouden van de stervende, glimlachen naar een dakloze en je boterham delen met wie hongerig is. Angst schreeuwt, maar liefde (f)luistert.  


Vrucht

Jezus is duidelijk. De Bijbel is duidelijk. Een Christen herkennen we aan de vrucht die hij voortbrengt. Het is geen vrucht van schreeuwende veroordelingen, geen vrucht van angstige toekomstverwachtingen. Het is die ene vrucht: liefde. Want liefde brengt vrede en hoop. Liefde, een woordje dat je fluistert. Een woordje dat je zingt. Een woordje dat je jubelt, maar nooit schreeuwt.


woensdag 16 september 2015

Rode sokken bij een roze jurk


Ik schrijf op het moment minder blogs. Niet omdat ik niet wil schrijven, maar gewoon, omdat ik soms niet weet wat ik moet schrijven. Lichamelijk gaat het niet goed met me. Ik ga van specialist naar specialist en van onderzoek naar onderzoek. Het is zwaar. Loodzwaar. Je voelt je overgeleverd en kwetsbaar. De onzekerheid vreet aan je. Je denkt na over de toekomst, je gezin, je man. Hoe moet het allemaal verder? Je probeert je staande te houden, terwijl die gekmakende pijn 24 uur per dag aanwezig is.


Rode sokken en roze jurk

En in het midden van de chaos preek je af en toe. Bemoedig je anderen met je stukjes op internet en IkzoekGod.nl. Het voelt raar. In een leven dat je zelf nauwelijks kunt dragen uit te mogen delen. En ik heb gemerkt, dat is precies wat het Evangelie is. Delen is vermenigvuldigen. Het lijkt tegenstrijdig om dat kleine beetje energie dat ik heb te gebruiken om uit te delen. Maar juist daar ontmoet je Jezus, die broden brak, deelde en vermenigvuldigden. Ja, het geeft me ontzettend veel kracht om juist in deze tijd te preken. Om juist in deze tijd mensen bij te staan. Het is alsof ziek-zijn je in een keer tien stappen dichter bij de kern brengt. Al de bijzaken vallen weg: Theologisch geneuzel -excusez le mot-, de schoenen die je man op de verkeerde plek zet of de rode sokken die niet bij de roze jurk van je dochter passen. Opeens ontdek je waar het echt om gaat: liefhebben, genade ontvangen, Jezus, vergeven en liefde uitdelen. Het lijkt of pijn je brengt bij de kern van het leven en de kern van het Evangelie.



Door het lijden gaan

Jezus zegt zelf dat we door lijden zullen moeten gaan. Dat we ons kruis op moeten nemen en Hem volgen. Hij zegt, dat als je het lijden niet begrijpt, je het Evangelie niet begrijpt. Lees Marcus 8 maar eens (overigens zal ik er zondagavond 27 september over preken). Als je het lijden ontkent, begrijp je niet wie de Messias is. Ik denk, dat dat niet alleen geldt voor het lijden van Jezus, maar ook ons eigen lijden. Dat lijden ons brengt tot een diep besef van waar Jezus voor stond, wat die goede boodschap nu eigenlijk is. Ik weet niet van wie de quote is, maar ik vind hem prachtig: "Pas als je niets meer hebt, besef je dat Jezus alles is.”


U gaf wat ik nodig had

Vorige week preekte ik in een verpleeghuis en palliatief centrum. Ik kom daar zo graag. Je woorden vallen daar altijd in vruchtbare grond. En ik preekte uit het diepst van mijn hart hoe Jezus je ontmoet in je pijn. Dat Hij naast je loopt. Eigenlijk denk ik, dat Jezus altijd naast je loopt, maar dat we het vaak zo druk hebben in ons leven, dat we Hem gewoon voorbij lopen. Maar pas als je niets meer hebt, dat je er dan achterkomt, dat Hij er is en altijd al was, alleen dat je het niet gezien hebt. Ik preekte die middag en na de dienst zegende ik alle mensen een voor een. Ik kwam bij een oude dame en zegende haar. Ze greep me om de nek en trok me tegen zich aan en begon te huilen. “Dominee, dit was precies wat ik nodig had. Ik kon niet meer. Ik wilde zelfs niet komen. Maar U gaf me, wat ik nodig had.” Nee, ik gaf haar niet wat ze nodig had. Ik vertelde alleen over hoe Jezus naast me stond in mijn leven en ook naast haar stond. En zij opende haar ogen en wist dat het waar was. 

De blinde zal zien en de lamme zal springen. Misschien is dat wel hier op aarde al, op een andere manier dan we denken. Wie niets meer heeft, ontdekt dat hij alles heeft. Jezus. Aan je zij. Altijd. 

vrijdag 4 september 2015

Hemel

Onze jongste zoon was nog klein, een jaar of vier, vijf  misschien en een tante van ons overleed. Een tante die hij kende. Hoe vertel je een kind over de dood? We vertelden hem dat deze tante  van God hield en nu bij Hem was en het daar goed was. Onze zoon leek het te accepteren. Zo was het leven.

Ik houd niet meer van God

De volgende dag wilde ik aan tafel bidden. En plotseling zei zoon: “Ik bid niet. Ik houd niet meer van God!” Een beetje overdonderd keek ik hem aan: “Waarom houd je niet van God.” Zoon begon te huilen:”Omdat ik bij jou wil zijn. Ik wil niet van God houden, want dan moet ik naar Hem toe.” Ik moest er vandaag aan denken, toen ik de foto zag van het verdronken jongetje op het strand. En ik las het commentaar op verschillende christelijke sites. “Hij is nu naar een plek waar het goed is.”, “Hij is nu veilig in Jezus armen.” En o ja, dat geloof ik ook. Maar troost het mij? Nee, het zijn behoorlijk lege woorden nu. Het troost me misschien als we iemand verliezen aan ziekte of ouderdom. Maar nu, nee nu niet echt. Want laten we wel zijn, dit jongetje wilde niet naar God. Hij wilde bij zijn moeder zijn. Hij wilde spelen. Hij wilde plezier maken met vriendjes en ’s avonds met een liedje en een verhaaltje in bed gestopt worden. 



In beweging

Het geloof is een troost voor me en het geeft ook hoop. Maar bovenal is het hetgeen mij activeert, in beweging zet. De Bijbel spreekt eigenlijk heel weinig over het leven na de dood. We weten dat er een dag zal komen dat de doden zullen opstaan. Maar de Bijbel spreekt vooral veel over dit leven. En hoe ons leven hier in verbinding staat met het eeuwige leven. Eigenlijk wel bijzonder, omdat we onszelf vaak troosten met het eeuwige leven. Maar het eeuwige leven begint hier en nu. De Bijbel is er zelfs heel duidelijk in. Lees Matteüs 25 maar eens, over de schapen en de bokken. Wie hebben het Koninkrijk begrepen? En waar begint de weg naar dat Koninkrijk?

 [34] Dan zal de koning tegen hen die aan zijn rechterhand staan zeggen: “Kom, gezegenden van mijn Vader, neem het koninkrijk in bezit dat vanaf het begin van de schepping voor jullie klaar ligt.
[35]Want Ik had honger en jullie hebben Me te eten gegeven, Ik had dorst en jullie hebben Me te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen. [36] Ik was naakt en jullie hebben Me gekleed, Ik was ziek en jullie hebben naar Me omgezien, Ik zat in de gevangenis en jullie kwamen naar Me toe.” [37] Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben we U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? [38] Wanneer hebben we U als vreemdeling gezien en U opgenomen, of naakt en hebben we U gekleed? [39] Wanneer hebben we U ziek of in de gevangenis gezien en zijn we naar U toe gekomen?” [40] De koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie, alles wat je voor één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan.” (Matteüs 25: 34-40)

Hemels leven op aarde

Mijn zoon had zo gelijk, dat hij hier wilde blijven. Want God heeft ons gemaakt om deze aarde leefbaar te maken, te bevolken, voor te zorgen en hier op deze aarde God te dienen. Om op deze aarde Gods gerechtigheid te laten zien aan alle mensen. We leven niet alleen voor het eeuwige. We leven om het eeuwige hier al handen en voeten te geven in navolging van Jezus. Om Jezus hier op aarde te laten zien. Omdat God de mens schiep. Omdat God het samen met de mensen wil doen op deze aarde. We zijn niet gemaakt om te oordelen, niet gemaakt om elkaar het leven moeilijk te maken, maar om lief te hebben. Om God lief te hebben en dat te weerspiegelen in hoe we onszelf en onze naasten liefhebben. Als we ons nu eens meer bezig zouden houden met de kern van het Evangelie en minder met de bijzaken en theologische discussies, dan zou die hemelse wereld op aarde vorm kunnen krijgen en zouden kindjes als Aysal niet hoeven te sterven voor ze het geluk vinden, maar hemels kunnen leven op deze aarde, zoals God het volgens mij bedoeld heeft. 

dinsdag 18 augustus 2015

Puzzel


Psalm 139:5-6 Gij omgeeft mij van achteren en van voren, Gij legt uw hand op mij. Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij

Antwoorden

Heb je dat ook, dat je antwoorden zoekt? Antwoorden op het lijden. Waarom ben ik ziek? Waarom die depressie? Waarom overkomt me dit? Dat gevoel dat je een moeilijke puzzel moet oplossen en dat je er niet uit komt? Op mijn 23e trouwde ik, na moeizame tienerjaren. Ik dacht -hoe naïef was ik toen- dat ik de puzzel van mijn leven opgelost had. Dat ik het leven begreep. En toen werd ik getroffen door een chronische ziekte.

Als ik dit schrijf zit ik in een moeilijke periode. De ziekte is in de afgelopen 16 jaar steeds heftiger geworden en een groot deel van mijn leven gaat op dit moment over ziekenhuizen, medicatie, behandelplannen en diagnoses. De afgelopen jaren heb ik me vastgebeten in vragen over lijden en over genezing, verwoed zoekend naar antwoorden. Zoals Job. Hij zocht naar antwoorden op het lijden. Waarom toch? Hij worstelde. Ik worstel soms ook met God. God waarom? Ik wil een verklaring. Ik wil het begrijpen. 


Puzzel

Bij de tekst van Psalm 139 moest ik denken aan een puzzel. Zo'n mega-puzzel met 10.000 stukjes, waarvan een groot deel blauwe lucht. Vroeger thuis legden we graag puzzels, meestal van 1000 stukjes. Maar eenmaal wilden we die uitdaging aangaan: 10.000 stukjes, waarvan zeker 4.000 stukjes knalblauwe lucht. We hebben er ons op stukgebeten. Maandenlang lag de puzzel in de huiskamer en probeerden we die puzzel in elkaar te leggen. Soms vonden we een paar stukjes. Dan kwamen we er weer achter dat er een stukje lucht verkeerd lag en gingen er weer veel stukjes terug in de doos en begonnen we dat stukje opnieuw. Na maanden puzzelen gaven we het op. Dit ging niet lukken. Gefrustreerd deden we de stukjes terug in de doos en zetten we de puzzel in de kast. En daar bleef die puzzel natuurlijk gewoon dezelfde puzzel. Gelegd of niet. In de doos zag je de puzzelstukjes echter niet. De frustratie over het niet oplossen van de puzzel ebde weg naar mate de puzzel langer in de doos zat. Soms vroeg nog iemand er naar. "Hé, is de puzzel af? Hij ligt niet meer in de kamer." En we zeiden tactisch: "We waren er klaar mee"



Gebroken

Mijn leven voelt soms net als die puzzel. Ik probeer steeds alle stukjes neer te leggen, het plaatje van mijn leven compleet te krijgen, antwoorden te vinden voor wat me overkomt, maar steeds als ik denk dichtbij de oplossing te komen, blijkt er weer een stukje fout te liggen of kan ik het volgende passende stukje niet ontdekken. Soms schud ik alle stukjes gefrustreerd door elkaar en probeer het weer opnieuw. En soms ben ik er zo klaar mee. Klaar met die puzzel. Klaar met een leven met die rotziekte. En het beste wat ik dan kan doen is de stukjes weer in de doos te doen. Opgeruimd en veilig. Uit het zicht. De stukjes raken er niet kwijt en ze liggen uit de weg. Je ziet alleen de doos nog. In Psalm 139 is het voor mij als of God die doos is, die om de puzzel van mijn leven zit. Hij omgeeft me, Hij omgeeft ons. Al onze stukjes van de levenspuzzel. En het lukt mij zelf maar niet de puzzel op te lossen. Maar misschien hoeven we dat ook niet. Misschien vraagt God dat ook wel helemaal niet van ons. Misschien mogen we gewoon alle stukjes in de doos doen. In de doos blijft de puzzel compleet. En niemand ziet meer dat het allemaal stukjes zijn. Je ziet het geheel. Je ziet alleen de plaat op de voorkant van hoe de hele puzzel eruit ziet als deze gelegd is. Zo is God voor mij. Hij houdt alle puzzelstukjes van mijn leven bijeen. Hij vraagt me niet de puzzel te leggen. Het voelt als of Hij in Psalm 139 zoiets tegen me zegt als: "Ik omgeef je, van achteren en van voren. Ik weet wie je bent en hoe je bent. En Ik weet best dat je leven nog al rammelt op dit moment en je zelf de oplossing niet ziet. Maar dat maakt je leven niet minder of meer. Blijf in Mij dan ben je compleet en veilig. Dan zie Ik het hele beeld. Ik zie jou!" Nee, begrijpen doe ik het niet, dat is mij te verheven, maar gelukkig mag ik weten: in God ben ik een heel mens, hoe gebroken ook.
 

Deze overdenking schreef ik voor de facebooksite Leven met het leven, een site voor christenen met een depressie.

vrijdag 14 augustus 2015

Tienduizend redenen

Zonsondergang

Een paar dagen geleden liep ik met mijn jongste dochtertje over het strand terwijl de zon onderging. We keken naar het schouwspel van kleuren en ik zong:
"De zon komt op, maakt de morgen wakker

mijn dag begint met een lied voor U.
Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen,
laat mij nog zingen als de avond valt."
Een lied dat velen die dit lezen waarschijnlijk graag zingen en ook ik heb het ontelbare malen eerder gezongen, maar misschien was dit wel de eerste keer dat tot me doordrong wat ik eigenlijk zong.




Onderzoeken

De weken hieraan voorafgaand had ik velen malen in het ziekenhuis gezeten. Hoewel ik al vele jaren reuma heb en ik goede en slechte tijden heb, was het afgelopen half jaar een afschuwelijk slechte tijd. Ik werd (en word) soms gek van de pijn. Het duurde een tijd voordat de arts mijn noodroep serieus nam, tenslotte heb je met reuma vaak pijn. Uiteindelijk, na een wirwar van poli's bezoeken en allerhande onderzoeken, bleek het zenuwpijn: ja, er is iets goed mis. Lange lijsten met (zeldzame) ziekten doken op en vele buisjes bloed en onderzoeken volgden. Ik zit nog middenin onderzoeken als ik dit schrijf. Wat gaat er nu komen? Niemand weet het.

"Mijn dag begint met een lied voor U" Ja, hoe makkelijk is het te zingen als de dag vrolijk begint en de toekomst je toelacht. Mijn dag begint overigens de laatste maanden zeer vermoeid en met veel pijn. Ik verzeker je, het is dan al een stuk lastiger vrolijk te zingen. Maar zal ik nog zingen als de avond valt? Die vraag overviel me. Net als die zin die in het tweede couplet volgt: "Van al uw goedheid wil ik blijven zingen". Hoe lichtvaardig zingen we deze teksten vaak. En hoe betekenisvol worden ze in zware dagen. Wat is Gods goedheid als je zoveel pijn hebt? Zou ik kunnen blijven zingen tot de avond valt? Zelfs als ik de rest van leven door moet met deze pijn?

Amen-halleluja

De laatste tijd betrap ik mezelf op een lichte afkeer van het "amen-halleluja-geloof", zoals ik dat noem. Het geloof waarin alles blij en goed moet zijn. En vat dat niet persoonlijk op, als dat de manier is waarop jij wilt geloven. Ik denk dat mijn afkeer alles te maken heeft met de fase waar ik in zit. Ik lig even niet in groene weiden, maar verkeer in dat donkere dal. En amen en halleluja liggen daar nu eenmaal wat minder makkelijk op de tong dan in de groene weiden. In het donkere dal is het vooral stil. En ik heb al vaker gezegd, het is er niet afschrikwekkend stil. Misschien dat anderen dat wel zo ervaren, maar ik niet. Het is zelfs wel een aangename stilte soms. Het is in die stilte dat je na gaat denken over het leven, over je geloof en over teksten als deze. Wat betekenen ze voor me. Hoe diep is mijn geloof? Sta ik vast op de rots of blaast de storm me omver? Zit Gods goedheid in gezond zijn of gaat het dieper? Wat is echt belangrijk in het leven? Ik schreef het vandaag aan een vriend: "Ja, ik ga door dat dal van diepe duisternis. En weet je, ik ben nog nooit zo overtuigd geweest van Gods bestaan als op dit moment. Hij belooft ons niet alleen groene weiden, maar wel dat Hij er zijn zal in het dal van diepe duisternis. En Hij is er. Neem dat van mij aan, Hij is er. Maar misschien niet zoals jij en ik gehoopt hadden. Het is anders. Maar veel groter, veel dieper, veel omvattender. Misschien wel ruwer, ongepolijster, op een manier die voor ons te verheven is." Nee, het is niet stil in het dal. Het is het zachte spreken van God, in de koele bries, Zijn aanwezigheid, die voor mij zo voelbaar is op dit moment. Ben ik bang? Ja. Maak ik me zorgen? Ja. Ik zal me niet groter of vromer voordoen dan ik ben. Maar Hij is er, soms dwars door mijn tranen heen. En in alle onrust van deze tijd, alle onzekerheid, is het juist die stilte die me verkwikt. Niet opgepoetste vrolijkheid, maar het stille alleen-zijn met God. In eerlijkheid. Echtheid. De momenten waar ik gewoon mezelf kan zijn en zeggen: "Heer, ik ben bang, maar ik weet wel dat U er bent en roep het uit naar U" Juist in de momenten van tranen en pijn. De momenten dat ik me afvraag of ik het leven nog wel aankan. Juist dan. 

Schelp

Mijn meisje kwam met een mooie schelp aangelopen. "Mam, kijk eens", riep ze terwijl ze aan mijn hand trok. Ik stopte even met zingen. "Heel mooi", antwoordde ik met een kleine glimlach. Ze keek me aan: "Mam, ik zorg voor jou, hè, dat weet je toch?"  "Ja", zei ik, "dat weet ik en dat doe je geweldig". En hand in hand liepen we zingend verder, genietend van de zachte zeewind: "Van al Uw goedheid wil ik blijven zingen tienduizend redenen tot dankbaarheid."

Hier kun je het lied beluisteren.



maandag 13 juli 2015

Etiketjes

Woorden van Jezus

Een van mijn goede gewoonten -althans dat vind ik zelf- is een woord van Jezus lezen voor ik ga slapen en dat te overdenken.

De woorden van Jezus zijn voor mij de kern van de Bijbel. Hij noemt zich de weg, de waarheid en het leven. Als ik iets van het leven wil ervaren, moet ik dus daar zijn. Het zijn mijn wegwijzers. Het zijn niet woorden om over te discussiëren, maar om recht tot mijn hart te laten spreken. Wat wil Jezus mij er mee zeggen en hoe werken ze uit in mijn leven? Natuurlijk gaan veel van Jezus woorden over geloof en vertrouwen. Maar even zoveel woorden of misschien wel meer -ik heb ze nooit geteld, dus het is maar mijn inschatting- gaan over recht en gerechtigheid, geven, geld en bezit, omgang met je naasten, oordelen (God) en niet-oordelen (mens), liefhebben, macht (God) en onmacht erkennen (mens) , zorg voor elkaar. Of wel: leven in het zicht van Koninkrijk. Geloven kan niet zonder praktische uitwerking en zonder intensieve zelfreflectie. 


Meetlat


Wat me opvalt is dat in christelijke kringen het erg gebruikelijk is de nadruk te leggen op het oordelen en meten van anderen. Meetlatten leggen langs andermans gedrag om jezelf (en jouw uitleg van de Bijbel) te rechtvaardigen. Als een rechter de wereld inkijken en bordjes plaatsen: christelijk, niet-christelijk. Goed, fout. Schaap, bok. Het viel me weer eens op bij de drukte die er op sociale media ontstond bij de legalisatie van het homo-huwelijk in de VS. Poeh, wat hebben christenen het vreselijk druk met bordjes plaatsen. En het argument is dan dat "we" er een goede daad mee doen, want "we" helpen anderen zicht te krijgen op hun zonden en geven hen kans zich ervan te bekeren....





Jeuk


Hoe ouder ik word en hoe meer ik lees in de Bijbel, hoe meer jeuk ik er van krijg. Erge jeuk. Noem het maar allergie. Jezus is inderdaad confronterend en direct naar ons toe, naar mij toe. Hij houdt ons steeds weer een spiegel voor: Voldoe jij aan de wet? Je denkt het allemaal goed te doen, maar als het er op aan komt, hoe goed ben jij? Als iemand je jas afneemt, geef je dan ook je hemd? Als iemand je op je linkerwang slaat, keer je dan ook je rechter toe? Als je iemand geld leent, verwacht je het terug? Vergeef je? Heb je je vijand lief? Bezoek je de gevangenen? Kleed je de naakten en voed je de hongerigen? Wat heb je zelf echt nodig? En wat geef je weg van jouw overvloed? Hoe zit het met je nederigheid? Of doe je toch wel veel dingen om graag gezien te worden? 
Als ik de woorden van Jezus lees, word ik stil. Stil, omdat ik direct weet dat ik nooit voldoe aan deze opdrachten. Stil, omdat ik weet dat ik me veel te druk maak over dingen waar ik het niet druk mee zou moeten hebben en me te weinig druk maak over de dingen die wel mijn energie zouden moeten krijgen. En dat ik Gods genade verschrikkelijk hard nodig heb. En dat ik nooit het recht heb een meetlat te pakken en bordjes te plaatsen en te prikken in het leven van anderen: "christelijk", "niet-christelijk". 


Blind


In plaats daarvan geeft Jezus ons een prachtige boodschap: Vertel de mensen het goede nieuws! Vertel hen het Evangelie van vrede. Laat het zien met je leven, draag het uit met je hart. Vertel de woorden van hoop en genade. Ik ben niet volmaakt, maar probeer de Here Jezus te volgen in Zijn boodschap van genade, want ik was blind en Hij heeft me ziende gemaakt. En weet je wat ik nu zie, nu ik denk niet meer blind te zijn? Ik ben gaan zien dat ik op heel veel punten nog steeds erg slechtziende ben....

De wereld heeft Jezus nodig en niet ons oordeel. De wereld heeft mensen nodig die weten dat ze leven van en door genade. Die niet schreeuwen maar stil zijn. Stil van het besef dat je het je niet verdient je een volgeling van Jezus te noemen en het toch mag zijn. Stil en dankbaar. 



Micha 6:8

Er is jou , mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de Here van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.

maandag 29 juni 2015

Tour de France

Tour-stad

Ons hele dorp staat op z’n kop. Wij zijn “Tour-stad”! De Tour de France komt door Haastrecht! Bij de bakker liggen Tour-gebakjes, bij de boeren in het weiland liggen balen met Tour-embleem, de molen heeft gele wieken en de fietsen zijn voorzien van gele zadelhoesjes en “we" kwamen zelfs al op het NOS-journaal.



Zweten

Wat ik er van vind? Ach, ik heb eigenlijk helemaal niets met de wielersport. En ja, het ziet er allemaal wel vrolijk uit, maar ik word er niet echt warm van. Sorry. En toch, toch heeft het ook wel iets. Want sport heeft zoiets echts. Het is net het leven: vallen en opstaan, trainen en zweten, doorgaan tot je er bij neervalt, grenzen verkennen, willen opgeven, maar met dat ene doel voor ogen toch het bijltje er niet bij neergooien. Doorzetten.


Doel

Dat ene doel voor ogen? Ja, wat is dan dat ene doel? In de sport is dat tenminste de eindstreep halen, maar liever nog gaan voor de overwinning. En hoe is dat in ons leven? Wat is ons doel? Wat doet er toe? Wanneer halen we de overwinning? 

Tijd om van koers te veranderen?

Het doel van het leven, waar heeft dat voor jou mee te maken? Is het leven zweten en doorgaan tot je er bij neervalt? De eindstreep halen? Overwinnen? Wanneer heeft jouw leven het doel bereikt? Is jouw leven een race tegen de klok? Een tijdrit? Of is er onderweg nog wel tijd om even af te stappen en zonodig van koers te veranderen?

Misschien ga ik toch wel even naar de Tour de France kijken, al is het maar om mezelf even af te vragen of ik nog op koers lig....





Op zoek naar een doel in je leven?  Neem ook eens een kijkje op de website of het facebook van IkzoekGod.nl. Of volg de gratis WaaromJezus-cursus.

Annemieke Bosman: echtgenote| moeder | geestelijk verzorger | redacteur IkzoekGod.nl Facebook| creatieveling | spreken | schrijven

dinsdag 23 juni 2015

De enige troost in leven en sterven…..

Mee-lijden

Gisteren was mijn wijkouderling op bezoek. Fijn. Het doet me goed als mensen, in het bijzonder ook kerkmensen, met me meeleven. Iedereen gaat op een andere manier met mijn ziekte om, maar elke blijk van meeleven vind ik fijn. We hadden het over mee-leven en mee-lijden. In hoeverre kun je met iemand mee-lijden. De Bijbel zegt: Als een lid lijdt, lijden alle andere leden mee (1 Korinthiërs 12:26). 

Toch is er een moment dat mee-lijden ophoudt. Niet omdat je niet mee wilt dragen of mee wilt voelen, maar omdat je het gewoonweg niet kunt. Niemand kan voelen wat jij voelt. Niemand kan voelen wat ik voel. Het is geen verwijt, maar een simpel feit. In mijn geval, niemand voelt hoe het is om dag en nacht pijn te hebben en om niet te weten wat er komen gaat. Twijfel, angst, onzekerheid, pijn. Niet voor niets zijn er lotgenotengroepen. Plaatsen waar je mensen kunt ontmoeten die in zekere zin hetzelfde doormaken als jij en lang met je mee kunnen lijden. Maar zelfs daar stopt het op een bepaald moment. Jouw beleving is uniek. En dat is waar de eenzaamheid begint. Dat is waar in een pastoraal gesprek de stilte valt. Waar ik weet dat mijn antwoorden niet toereikend zullen zijn. Dat de woorden op zijn. Dat stukje eenzaamheid waar niemand bij kan en die je zelf door zult moeten. Alleen. 

Kont tegen de krib of....?

Als mens kun je dan twee dingen doen. Je kont tegen de krib gooien en roepen dat er geen God kan zijn, als die jou door zoveel eenzaamheid en pijn laat gaan. Het andere wat je kunt gaan doen is op zoek gaan naar wat ik noem “het geheim van het geloof”: Jezus ontmoeten in het lijden.

Ik besef dat dit ook mijn unieke ervaring is, die ik niemand kan opleggen en niemand in handen kan geven. Toch wil ik proberen er woorden aan te geven. Als het meebeleven en meelijden van mensen ophoudt, aardse antwoorden en aardse woorden geen houvast meer bieden, weet ik dat er Eén is die zich het antwoord noemt en het Woord is: Jezus. Ik ga dan naar het weiland of naar een andere stille plek en nodig Jezus uit in mijn pijn, mijn angst, mijn twijfels en verdriet. 

Jezus is bedroefd

Ken je het verhaal van Jezus in Getsemane, waar Hij met de Vader spreekt voor Hij aan zijn kruisweg begint? Het staat in Mattheüs 26: [36] Toen ging Jezus met hen naar een plek die Getsemane* genoemd wordt, en Hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Ga hier zitten, terwijl Ik daar ga bidden.’ [37] Hij nam Petrus* en de twee zonen van Zebedeüs met zich mee en begon bedrukt en onrustig te worden. [38] Toen zei Hij tegen hen: ‘Ik ben dodelijk bedroefd. Blijf hier, en blijf wakker met Mij.’ [39] Hij ging een eindje verder, wierp zich voorover en bad: ‘Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt.’
Jezus leerlingen beleven Jezus angst een stukje mee. Ze lijden een stukje mee. Maar Jezus is bedrukt en onrustig. Eén voor één laat Hij zijn leerlingen achter. “Ik ben dodelijk bedroefd”, zegt Hij. En het laatste stukje gaat Hij alleen. Twijfel en angst spreken uit dit stukje: “Laat deze beker als het kan aan mij voorbij gaan”. Maar het kon niet. Jezus moest het lijden door. En zelfs dat diepe gevoel van Godsverlatenheid, kende Hij. Aan het kruis riep Hij de woorden van Psalm 22: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten.” 


Alleen met Jezus

Als er één is die de weg van lijden en eenzaamheid kent, is het Jezus. En daarom geloof ik, dat het lijden de plek is waar je Jezus mag en kunt ontmoeten. Daarom geloof ik, dat Jezus in de zaligsprekingen zegt: “Welgelukzalig de treurenden, want zij zullen getroost worden.” Niet omdat verdriet fijn of goed is, maar omdat het de plaats is waar je Jezus als Trooster mag ontmoeten. Voor mij is dit het mysterie van het geloof. Kracht in zwakheid. Leeuw en Lam. Storm en stilte. Als alle antwoorden te kort schieten, is er nog maar één antwoord mogelijk. Jezus zelf. Voor mij is het veel zeggend dat Jezus voor Hij naar Getsemane gaat de lofzang zingt (Mattheüs 26: 30, overigens een Joodse traditie). Dankbaarheid in het lijden. Het lijkt een onmogelijke combinatie. Voor mij is dat juist het mysterie van geloven.

Juist in dat eenzame stukje van je leven mag je ontdekken, dat je niet alleen hoeft te gaan, maar alleen met Jezus bent. Nooit meer alleen.



Wil je reageren of verder praten? Mail me via mail of Facebook of laat hier een reactie achter. Meer weten over Jezus? Volg de gratis WaaromJezus-cursus. En neem ook eens een kijkje op de website of het facebook van IkzoekGod.nl.


Annemieke Bosman: echtgenote| moeder | geestelijk verzorger | redacteur IkzoekGod.nl Facebook| creatieveling | spreken | schrijven

maandag 8 juni 2015

Onkruid

Hoek

In het voorjaar was ik onkruid aan het wieden in mijn kleine tuintje. Een stukje is betegeld en er zijn een paar borders. Tussen de tegels kwamen wat plantjes op. Ze stonden niet binnen perkjes en eigenlijk op een plek waar niets moest groeien. Best wel in de weg zelfs. Mijn eerste reactie was dan ook ze eruit te trekken. Toch liet ik ze staan. Ik herkende ze als papaverplantjes. Blijkbaar waren de zaadjes per toeval aan komen waaien uit een andere tuin. En zo groeide mijn onkruid tussen de tegels uit tot papavers van een kleine meter hoog. En dit weekend gingen ze bloeien. Het onkruid was tot bloei gekomen.

Ik keek naar de grote rode-roze bloemen. Ze waren van bovenaf al prachtig. Een hommel verlekkerde zich aan het stuifmeel. Ik maakte een paar foto’s. De zon scheen heerlijk en ik plofte neer op de tegels in mijn kleine voortuintje en besloot de papavers eens van onder en van opzij te bekijken, vanuit een andere hoek. Ik werd getroffen de de ongelooflijke schoonheid en kleuren, de prachtige lichtinval van de zon. Was dit onkruid? Stond dit in de weg? Had ik dit eruit willen rukken?



Kaders

Soms moet je dingen vanuit een andere hoek, een ander perspectief bekijken, zodat het licht er op kan schijnen. Zo is het ook met ons leven. Soms denken we dat het leven niet goed is, als het anders gaat dan we hopen. Anders dan onze vastomlijnde plannen, die keurig binnen onze zelf uitgedachte kadertjes moeten passen. En dat zaad dat van buiten “toevallig” aan komt waaien? En wortel schiet? Proberen we dat eruit te trekken of mag het tot bloei komen? Zien we het als onkruid of gaan we de schoonheid zien als het licht er op een andere manier op valt?



Ruimte voor God

Voor mij heeft dit met God te maken. De ruimte die ik God wil geven in mijn leven. Is het leven alleen goed als het binnen de door mij bedachte kaders blijft of is er ook ruimte voor Gods verrassingen in mijn leven? Moet ik per se over de door mij geplaveide asfaltweg lopen of heb ik ook oog voor de kleine modderpaadjes die God misschien wel aanbiedt? En kan iets dat op het eerste gezicht niet binnen mijn plannen past, misschien toch goed zijn en tot bloei komen in het Licht? Durf ik los te laten en te vertrouwen dat God nieuwe perspectieven kan geven op de dingen die mij niet passen in mijn leven?


Zittend naast mijn papavers op mijn stoepje bedacht ik, dat ik de papavers misschien wel veel mooier vond dan het aangeharkte perkje. Mooi, omdat ze verrassend waren, anders, eigenwijs, niet passend, maar getuigend van een grote schoonheid.

maandag 18 mei 2015

Afscheid

Gebedsschriftje

Ik staar wat voor me uit. Voor me ligt mijn gebedsschriftje. Ik schrijf er gebedspunten in op, maar ook mooie Bijbelverzen, liederen, citaten uit preken, gebedsverhoringen.
Vandaag is het nog leeg.


Niet meer te genezen

Vanmorgen was ik bij een cliënt. Nog niet zo heel oud. Vijf maanden heb ik deze persoon bezocht. Van het moment van de diagnose “niet meer te genezen” tot het moment van afscheid vanmorgen. Naar het ziekenhuis wilde de persoon niet. En dus lag de persoon alleen in het huisje met ’s morgens en ’s avonds een bezoekje van thuiszorg. Ik zat vaak in het rommelige huisje aan het bed op mijn vaste stoel, die ik altijd eerst moest ontruimen. Om de week bezocht ik de persoon. In slechte weken iets vaker. Het hele levensverhaal werd me toevertrouwd. Alle angsten, zorgen. Pijn en schuld. Verdriet. Eenzaamheid. Een complex leven. Zonder God. Maar verlangend naar een God. Al in het eerste gesprek mocht ik God bij de persoon introduceren. Samen gingen we zoekend op weg. Er kwam verzoening met het verleden. Er kwam troost. We huilden vele tranen. We. Ja, ik hield het soms ook niet droog. God was er zo voelbaar aanwezig. Elk woord uit de Bijbel, elk gebed, elk lied vulde de leegte die het leven had gevormd. Het was een eerlijk, oprecht zoeken. Niet gekleurd door kerkmuren of tradities. Een openheid en een verlangen die mij zelf ook opnieuw naar God lieten kijken. Met nieuwe ogen. Vragen die zo uit het hart kwamen. Twijfelend en zoekend gaven we ons over aan het mysterie van het geloof. Ik herinner me een ochtend dat we samen het verhaal van Jezus in de storm lazen. En na het verhaal luisterden we samen naar de wind die om het huisje blies. We keken uit het raam naar de bomen die scheef stonden in de stramme voorjaarswind. En we wisten, we vergaan niet. We hebben Jezus aan boord. Het was een heilige stilte.
We baden samen. We vertrouwden alle vragen toe aan God. En o ja, Hij antwoordde. Vaak op bijzondere wijze. 



Lied

En vanmorgen. We baden nog een keer. Ik zegende de persoon. We omhelsden elkaar voor een laatste keer en zongen: 

"Leg Heer uw stille dauw van rust
op onze duisternis.
Neem van ons hart de vrees, de lust,
en maak ons innerlijk bewust
hoe schoon uw vrede is."

Een lied dat ons beide de tranen over de wangen liet stromen. Dwars door het duister heen, door de angst voor het naderend sterven, klonk Jezus shalom. 

Afscheid

Nu is het niet meer aan mij. Vandaag, morgen of overmorgen zal ik per mail of telefoon een bevestiging ontvangen: Persoon x is overleden. Ja, dat is mijn werk. Mensen aan de deur van het Vaderhuis brengen. En dan moet ik afscheid nemen. 


Ik pak mijn pen. Nog één keer schrijf ik de naam van persoon X in mijn gebedsschriftje en schrijf de woorden van dat prachtige gezang 463 erbij: "Heer, maak ons innerlijke bewust hoe schoon Uw vrede is.” 



maandag 11 mei 2015

Geloven als een kind


Wat ons betreft, kun je niet vroeg genoeg beginnen met geloofsoverdracht. Onze oudste ging in zijn maxi-cosi of kinderwagen al mee naar de kerk, bij gebrek aan kinderoppas in de kerk in Duitsland waar we toen woonden. En als peuter ging hij daarna ook gewoon mee. Natuurlijk leverde dat leuke uitspraken op. De pastoor noemde hij graag “de clown” en hij verkondigde bij het zien van de pastoor ook wel eens dat hij Jezus zag.

Gebed beviel hem prima als peuter. ‘ s Avonds voor het slapen gaan was dat namelijk ideaal om tijd te rekken. Nadat je gezongen had “T. gaat slapen, T. is moe….”, kwam “E. gaat slapen, E. is moe (zijn zusje)” en daarna volgde hetzelfde liedje met achtereenvolgens mama en papa, de opa en oma’s, zijn tante en oom en daarna moest hij altijd even verzinnen, maar kwamen vervolgens nog al zijn vriendjes, de boer en de boerin om de hoek en zelfs de koeien werden niet vergeten (al weigerden papa en mama hardnekkig om voor koeien, poesjes en ander gedierte te zingen.)

Anderzijds zag zoon bidden ook als een soort wondermiddel. Als zijn zusje zich een keer verslikte aan tafel, riep hij prompt: “ Even voor E. bidden.” Hij vouwde vroom zijn handen, sloot zijn ogen. Even was hij stil en dan volgde “amen” en als of er niets gebeurd was, at hij verder.

Bidden is ook iets serieus. Na het eten zongen we vaak “Wij danken U voor dagelijks brood, kracht en gezondheid Heer.” En als we allang “ amen” gezongen hadden, was zoon nog bij regel één: Wij danken U voor dagelijks brood, melk, chocopasta, kaas, thee, druiven , appels, pruimen….



Maar er is een dag die wat mij betreft de meest memorabele is als het over geloofsopvoeding gaat. Zoals elke week toen we in Duitsland woonden, ging ik met mijn beide kinderen (toen twee en nul jaar) wandelen op de landerijen van het klooster bij ons in de buurt. Zoon was vrolijk op de trappen voor de grote kloosterkerk aan het spelen, toen er een monnik langskwam. Zoon riep  deze man een vrolijk “hallo” toe, waarop de monnik hem een hand toe stak en een aai over zijn bol gaf. Zoon, geïnspireerd door de katholieke vredesgroet, waarbij iedereen in de kerk die in je buurt zit een hand krijgt en “de vrede van Christus “ toegewenst wordt, keek het kerkplein eens rond en zag iets verder op een paar groepen mensen staan, een stuk of vijftig in totaal, voornamelijk Afrikanen, een paar Aziaten en onder hen een heleboel monniken, allemaal mannen, die waarschijnlijk een retraite hadden in het klooster of hun medebroeders bezochten. Zoon, met zijn kleine beentjes en engelenblonde krullen, stiefelde op zijn gemakje op hen af en begon doodleuk alle mannen één voor één een hand te geven met daarbij de memorabele woorden “Even de vrede brengen”. De mannen vonden het prachtig. Ze gaven hem een hand, een aai en sommigen tilden hem op en gaven zelfs een kus. “De vrede zij met je!”

Tja, wie niet gelooft als een kind…..