vrijdag 4 september 2015

Hemel

Onze jongste zoon was nog klein, een jaar of vier, vijf  misschien en een tante van ons overleed. Een tante die hij kende. Hoe vertel je een kind over de dood? We vertelden hem dat deze tante  van God hield en nu bij Hem was en het daar goed was. Onze zoon leek het te accepteren. Zo was het leven.

Ik houd niet meer van God

De volgende dag wilde ik aan tafel bidden. En plotseling zei zoon: “Ik bid niet. Ik houd niet meer van God!” Een beetje overdonderd keek ik hem aan: “Waarom houd je niet van God.” Zoon begon te huilen:”Omdat ik bij jou wil zijn. Ik wil niet van God houden, want dan moet ik naar Hem toe.” Ik moest er vandaag aan denken, toen ik de foto zag van het verdronken jongetje op het strand. En ik las het commentaar op verschillende christelijke sites. “Hij is nu naar een plek waar het goed is.”, “Hij is nu veilig in Jezus armen.” En o ja, dat geloof ik ook. Maar troost het mij? Nee, het zijn behoorlijk lege woorden nu. Het troost me misschien als we iemand verliezen aan ziekte of ouderdom. Maar nu, nee nu niet echt. Want laten we wel zijn, dit jongetje wilde niet naar God. Hij wilde bij zijn moeder zijn. Hij wilde spelen. Hij wilde plezier maken met vriendjes en ’s avonds met een liedje en een verhaaltje in bed gestopt worden. 



In beweging

Het geloof is een troost voor me en het geeft ook hoop. Maar bovenal is het hetgeen mij activeert, in beweging zet. De Bijbel spreekt eigenlijk heel weinig over het leven na de dood. We weten dat er een dag zal komen dat de doden zullen opstaan. Maar de Bijbel spreekt vooral veel over dit leven. En hoe ons leven hier in verbinding staat met het eeuwige leven. Eigenlijk wel bijzonder, omdat we onszelf vaak troosten met het eeuwige leven. Maar het eeuwige leven begint hier en nu. De Bijbel is er zelfs heel duidelijk in. Lees Matteüs 25 maar eens, over de schapen en de bokken. Wie hebben het Koninkrijk begrepen? En waar begint de weg naar dat Koninkrijk?

 [34] Dan zal de koning tegen hen die aan zijn rechterhand staan zeggen: “Kom, gezegenden van mijn Vader, neem het koninkrijk in bezit dat vanaf het begin van de schepping voor jullie klaar ligt.
[35]Want Ik had honger en jullie hebben Me te eten gegeven, Ik had dorst en jullie hebben Me te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen. [36] Ik was naakt en jullie hebben Me gekleed, Ik was ziek en jullie hebben naar Me omgezien, Ik zat in de gevangenis en jullie kwamen naar Me toe.” [37] Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben we U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? [38] Wanneer hebben we U als vreemdeling gezien en U opgenomen, of naakt en hebben we U gekleed? [39] Wanneer hebben we U ziek of in de gevangenis gezien en zijn we naar U toe gekomen?” [40] De koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie, alles wat je voor één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan.” (Matteüs 25: 34-40)

Hemels leven op aarde

Mijn zoon had zo gelijk, dat hij hier wilde blijven. Want God heeft ons gemaakt om deze aarde leefbaar te maken, te bevolken, voor te zorgen en hier op deze aarde God te dienen. Om op deze aarde Gods gerechtigheid te laten zien aan alle mensen. We leven niet alleen voor het eeuwige. We leven om het eeuwige hier al handen en voeten te geven in navolging van Jezus. Om Jezus hier op aarde te laten zien. Omdat God de mens schiep. Omdat God het samen met de mensen wil doen op deze aarde. We zijn niet gemaakt om te oordelen, niet gemaakt om elkaar het leven moeilijk te maken, maar om lief te hebben. Om God lief te hebben en dat te weerspiegelen in hoe we onszelf en onze naasten liefhebben. Als we ons nu eens meer bezig zouden houden met de kern van het Evangelie en minder met de bijzaken en theologische discussies, dan zou die hemelse wereld op aarde vorm kunnen krijgen en zouden kindjes als Aysal niet hoeven te sterven voor ze het geluk vinden, maar hemels kunnen leven op deze aarde, zoals God het volgens mij bedoeld heeft. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten