maandag 30 mei 2016

God bestaat niet

Een tijd geleden was er dominee Klaas Hendrikse, “de atheïstische dominee”, die het bestaan van God ontkende. Bij de ingezonden brieven in Trouw stond een brief die veel indruk op me maakte. De brief had een de strekking van: “Mensen maak je toch niet zo druk over deze dominee. We weten het allemaal toch allang. God bestaat niet, Hij is.” Die zin ben ik nooit vergeten. 

Als alles wegvalt

Er zijn momenten dat het leven teruggebracht wordt tot zijns-niveau. Dat je bestaan je ontnomen wordt. De dingen die je bestaan markeren vallen weg. Misschien je baan, je geld, je partner, je gezondheid. Je wordt uitgekleed tot het diepst van je bestaan, tot je naakt overblijft en je alleen nog bent. Het enige dat over is -zo lijkt het, voelt het- is je ziel. Je ziel, die niemand je af kan nemen. Je bent. Het staat zo mooi in Psalm 139: God kent je tot in het diepst van je ziel. Je staat als het ware naakt voor Hem. Met dat stukje van jezelf, dat niemand je kan ontnemen. Al daal je af naar het dodenrijk of ga je voorbij de verste zee. Dat stukje van jou wordt gekend door God. Je ziel. Misschien voelt het niet meer alsof je bestaat. Maar voor God ben je nog. Je bent. En Hij is. En die twee stukjes zijn voor eeuwig met elkaar verbonden. Nooit kan iemand die afnemen.



Beelden van God

Mensen spreken veel over God op bestaansniveau. Zo is God. Dit is God. Dat is God. Dit moet je geloven, anders ben je geen echte christen. Ze creëren een God naar hun interpretatie van de Bijbel. En het liefst vechten ze erover om hun gelijk te halen. Zo is God en niet anders. Dat terwijl God zelf zegt: "Maak geen beelden. Jullie kunnen mij niet ten volle kennen, mij niet in het gezicht zien, want Ik ben". God zegt in de Bijbel nooit: “Ik besta”. Hij zegt wel: “Ik ben”. 

Naakte God

Soms kom je op een punt in je leven, dat al het gesprokene over God te kort doet. Dat het niet meer bij je binnen komt, omdat het alleen je bestaan raakt, maar niet je ziel. Dat alles wegvalt en gereduceerd wordt tot een naakte God. Tot zijns-niveau. God is. Ja, een naakte God. Het zijn de tijden van crisis in je leven. Het lijkt donker. God lijkt niet meer aanwezig. De grote woorden die mensen spreken over God komen niet meer binnen. En dan ontmoet je de naakte God, die fluistert “Ik ben”. Het brengt je tot het diepst van je ziel bij God. Heftiger. Kwetsbaarder. Open. Eerlijk. Het doet je twijfelen aan je hele bestaan. Maar het raakt het diepste van je ziel.


Ons Godsbeeld onttroont

Een naakte God aan het kruis. Wars van alle beelden van mensen. Geen grote koning die met macht, pracht en praal zijn koningsschap vestigt. Maar een lijdende, kwetsbare, naakte man aan het kruis. Stervende. Zijn hele bestaan werd Hem ontnomen. Ons hele godsbeeld werd er onttroond. Ons hele zijn werd er ons gegeven. Eén ding kon niemand Hem ontnemen aan dat kruis. Zijn ziel. Zijn diepste wezen. Zijn zijn. Want God is. Daar in die naakte Jezus, ontdaan van alle aardse verwachtingen, werd onze ziel verbonden met de God die is. 

donderdag 19 mei 2016

GEVONDEN (2)

Woensdagmiddag. De dominee belde aan. Ze kwam eigenlijk om iets voor mijn dochter te brengen, maar we raakten in gesprek. Het was een kort gesprek, maar diep gesprek. Het ging ongeveer zo. 

Het gesprek

Dominee: “Hoe gaat het met je?”
Ik: “Fysiek niet zo goed, maar dat wist je, geestelijk beter dan de afgelopen weken”.
Dominee: “Wat ging er afgelopen weken dan niet goed?” 
Ik: “Te veel onrust. Mensen die me maar willen genezen. Goedbedoeld.” Ik vertelde daarna wat over die onrust en wat het met me deed. (Daar heb ik inmiddels genoeg over geschreven, dus lees daarover bijvoorbeeld dit blog.)
Dominee: “Maar het gaat nu beter? Hoe komt dat?”
Ik dacht na. Ik gunde mezelf in ieder geval de ruimte. Had het onderwerp geparkeerd. Omzeilde vakkundig de mensen om wie het ging. Maar het was ook iets anders. Iets diepers. 
Ik: “Vorige week zondag liet ik als slotlied zingen: “Wat de toekomst brengen moge mij geleid des Heren hand.” De dominee knikte. Ik ging verder: “Toen ik het zong besefte ik iets. Iets wezenlijks. Dat ik op dat punt aangekomen ben in mijn leven. En ik bedoel niet dat ik mijn ziekte als lot aanvaard. Want zo klonk dat lied me vroeger. Passief. Zonder strijd. Als of het leven een doffe ellende is. Maar ik besefte opeens dat het een lied is over een gewonnen strijd.”
We waren een tijdje stil en toen knikte de dominee. “Ja, het is geen passief lied. Het is een actief lied. Maar dat kun je misschien pas ontdekken als je door de strijd gaat. Net als de schrijfster.”
De dominee stond op. Het was goed. Kort en goed. To the point.



Leer mij volgen zonder vragen

"Leer mij volgen zonder vragen, Vader wat Gij doet is goed."
Velen denken dat dat "passief" geloven is,  je lot aanvaarden. Ik denk dat je door de diepten moet gaan om te beseffen dat dat zeer actief geloven is. Als je op het punt komt in je leven dat je het werkelijk over kunt geven aan God. Ik ben zover, denk ik. Hoop ik. Veel mensen om me heen in ieder geval niet. Ze blijven zoeken naar "the missing link". Waarom geneest God Annemieke niet? 
God is voor me groter en diffuser dan vroeger. Ik heb geen behoefte meer om Hem in te kaderen en af te bakenen. Om te zeggen wat Hij moet doen. Wie Hij is. God is. Als je daar bent, verdwijnt de dwang en het moeten. Ook als het om genezing gaat. Dit moet je doen. Dat moet je doen. Zo wil ik níet meer leven.

Zó wil ik leven

Jezus is genoeg. Zó wil ik leven. Zo leer ik leven.
24 uur per dag pijn is een topsport. Maar met rust en regelmaat, met mezelf grenzen stellen en stress en onrust vermijden, kom ik ver. Het leven is anders geworden de afgelopen jaren. Moeilijker. Veel moeilijker. Maar op sommige fronten ook mooier. Anders mooi. Maar ik denk dat je om die dimensie mooi te kunnen begrijpen eerst dat oude lied je eigen moet maken. "Wat de toekomst brengen moge...."

woensdag 11 mei 2016

GEVONDEN

Afgelopen zondag liet ik het weer zingen, aan het eind van de dienst, waarin ik preekte over Psalm 31: “Wat de toekomst brengen moge, mij geleid des Heren hand, moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land. Leer me volgen zonder vragen, Vader wat Gij doet is goed. Leer me slechts het heden dragen, met een rustig kalme moed.”
Vroeger vond ik het een ongrijpbaar lied. Volgen zonder vragen. Zo lijdzaam…..

Kan Hij me genezen

De afgelopen drie jaar ben ik bezig geweest om antwoord te vinden op die ene vraag, de vraag over het lijden. Voor mij verpakt in een trio van vragen: “Waar komt mijn ziekte vandaan, wat heeft het met God te maken en kan Hij me genezen.” Het begon met een uitdaging van vrienden: ”Laat voor je bidden om genezing. God geneest ook nu nog. Hij wil je genezen.” Ik nam de uitdaging aan. Het werd een zoektocht, een uitputtende zoektocht, waar ik steeds verder in verstrikt raakte. Want als je dacht een antwoord gevonden te hebben, bleek het toch geen antwoord en riep het alleen meer vragen op. Ik vermoeide mezelf met boeken over ziekte en genezing, over lijden, over genade en hypergenade, over zwaarmoedig lijden en opgewekt overwinnen. Het bracht me vooral veel chaos en moeheid. Het bracht me steeds verder van huis. Tot ik me meer een verloren zoon (dochter) voelde bij de varkens dan de gevonden zoon (dochter) in Vaders armen. 



Klaar met mijn zoektocht

En toen kwam de dag dat ik zei: “Nu niet meer.” Ik zei het met verdriet. Met tranen die over mijn wangen stroomden. Het voelde als of ik zo dicht bij het antwoord was gekomen en opgaf. Als of ik alle hoop overboord zette. Het voelde….leeg. Mijn zoektocht was klaar. Het was af. Het was mislukt. Ach, mislukt, wat heet mislukt? Ik had in ieder geval geen antwoord gevonden op mijn ziekte, geen antwoord op de grote vraag over het lijden, geen genezing. Maar misschien is geen antwoord ook een antwoord?

Stil

En nu is het stil. Vreemd stil. Met dikke rode ontstoken handen schrijf ik dit blog. Net weer medicatie opgehaald bij de apotheek. Morgen weer naar de fysio. Volgende week weer een gesprek met de neuroloog. De week erna weer uitslagen bespreken bij de dermatoloog. Daarna weer naar de reumatoloog. Mijn medisch programma is heel wat intensiever dan drie jaar geleden. Maar in mijn hoofd is het stil. Ik ben weer “gewoon” ziek. “Betekenisloos ziek”, zo schreef ik een vriend. Ik leer weer om betekenisloos ziek te zijn. Te aanvaarden dat er op sommige vragen geen antwoorden zijn. Dat vragen vragen blijven. Dat God God blijft. Dat sommige geheimen bewaard zullen blijven. Het raadsel van het lijden. Leer me volgen zonder vragen. Misschien zou het beter zijn als we zongen: “Leer me volgen zonder antwoorden.” Leer me om vragen vragen te laten. Om te leven uit de liefde. Te leven vanuit het grote geheim. Wie zoekt, die zal gevonden worden. 

GEHEIM

Zou ik U zoeken,
in taal of in boeken,
zou ik U zoeken,
in antwoorden op vragen.
Zou ik u zoeken,

ik zou verdwalen
in woorden 
in beelden,
verloren raken
in denkbeelden
en formules,
kwijt raken
in tijd en ruimte.

Maar in dit ene moment
van opgeven en zwijgen,
verdwalen en verloren zijn,
word ik gevonden.

zaterdag 7 mei 2016

KOOITJE

Het blog "In die God geloof ik niet meer" van mijn collega Wouter van der Toorn inspireerde me tot het schrijven van een gedichtje.


Kooitje

Ik heb een kooitje met daarin,
mijn god -Hij heeft het naar zijn zin-
Ik geef hem voer en ook wat water,
hij zorgt voor eeuwigheid en later.

Samen hebben wij het goed,
Veilig, knus en heel erg zoet.
Hij zingt zo mooi -je bent vrij-
maakt me warm en erg blij.

Gisteren deed ik het kooitje open,
liet god over mijn lege hand lopen.
Hij werd al tam en snorde blij,
"Op een dag laat je mij vrij"



Ik deed het kooitje nog eens open,
nieuwsgierig kwam hij aangelopen.
En toen -ik verloor het zicht- 
deed ik het kooitje niet meer dicht.

Eerst zat god nog in die kooi.
Hij was tam, zo zacht en mooi.
Maar toen, het was nog onverwacht,
sneller, een tel, ongedacht.....

Mijn god was vrij, ik huilde zacht,
wie houdt er nu bij hem de wacht?
Waar moet ik nu voor gaan zorgen?
Ik wachtte op een nieuwe morgen.

De zon kwam op, het werd al licht,
ontslagen van mijn zorgplicht,
opende ik zacht mijn eigen deur,
snoof de lucht, een rijke geur.

Ik snoof God -dus daar was Hij!-
Rijker en van heel nabij.
Groter, mooier, heel intens,
maakte me een ander mens.

Het kooitje heb ik weggedaan,
zonder god had het misstaan.
Nu zong ik zelf, en snorde blij:
Wij zijn vrij, nu zijn wij vrij!

donderdag 5 mei 2016

HEMELVAART

Hemelvaart

Daar lag je dan, in het hoge gras,
beschenen door de avondzon,
maagdelijk wit, een zwanenveer,
ik koesterde je als een schat.

Majestieus steeg hij op,
naar wolken, lucht en zon
- als ik toch zo vliegen kon-
Het gras was al wat nat.



Je dwarrelde -zo denk ik dan-
van vleugels zacht omlaag.
Als spoor van leven in het gras,
getuige dat hij er eens was.

Even omhoog, de wolken in,
naar de zon, ik zou zo graag
opstijgen, gewichtsloos, zacht,
verlaten wat op aarde was.

Mijn zware lichaam, ziek en moe,
beweegt zich tergend traag
en dan, met ongekende pracht,
omhoog, en ik genas….

van aardse goden en verdriet,
elk godsbeeld, waanbeeld achterlatend.
Op weg naar licht en ruimte,
naar Goddelijke oneindigheid.

De veer die heb ik meegenomen,
en staat nu statig, verder pratend,
in een bloempot te verhalen
van licht en ruimte en van tijd.