vrijdag 31 januari 2014

God en de verkeerssituatie


Na een dag werken, kwam mijn jongste dochter, ze is zeven, bij me op schoot zitten. "Mam, waar gaat je volgende blog over?" Tja, eigenlijk had ik nog geen idee, dus ik vroeg haar waar zij vond dat ik over moest schrijven. Haar eerste ingeving was heerlijk eerlijk: " Wat zou God vinden van de verkeerssituatie vandaag?"  Nu moet je weten, dat ik twee keer met de auto vol op de remmen moest voor een fietser toen ik de kinderen uit school had gehaald. Ik mopperde over de fietsers die niet uitkeken. Ja, wat zou God ervan gevonden hebben? Van die fietsers en ook van mijn gemopper? Ik laat het antwoord maar even in het midden. Ik vroeg mijn dochter of ze nog andere suggesties had voor mijn blog, want ik zag mezelf nog niet een blog volschrijven over de relatie tussen God en verkeerssituaties. Ja, ze had nog wel meer ideeën. Het leek haar wel leuk als ik schreef over wat ons gezin van het geloof vindt. Ik vroeg hoe ze dat bedoelde. "Nou, of we het allemaal leuk vinden en wat we er mee doen en zo." En vervolgde ze : "Ik zou ook wel willen weten hoe het komt dat ons gezin bij het geloof hoort. Geloofde onze overgrootopa en zo ook al?"
Ik weet niet zo veel van het geloof van mijn voorvaderen. Ik wilde liever vertellen dat geloof een keus is en niet afhangt van je voorvaderen, maar mijn dochter was nu op dreef en vervolgde direct:"En ik wil eigenlijk wel weten hoe het begonnen is met God. Is Hij geboren? En zijn er ook spreekwoorden over God? En wat is geloof eigenlijk?" Ja, dat waren een paar goede vragen. Maar voor dat ik er antwoord op kon geven, zo ik er al zo snel antwoord op kon geven, ging ze al weer verder. "Je kunt ook schrijven hoe je het geloof zelf verder kunt verspreiden. En hoort muziek eigenlijk ook bij God? Want jij luistert altijd muziek over God, maar waarom hoort muziek bij God en bij de kerk?  En je moet ook schrijven over wat God fijn vindt en wat Gods doel voor jou is." Ik hapte even naar adem: "Gods doel voor mij?" Mijn dochter ging al weer verder:" Ja, gewoon wat God wil dat je doet in je leven. Wat God zegt over jou! Snap je?" "En", ging ze nog even verder , "schrijf dan ook nog wat je het allermooiste Bijbelverhaal vindt. En nu ga ik spelen!" Ze sprong op en pakte haar poppenwagen, die vandaag een pony bleek te zijn, om deze te borstelen. 

En daar zit ik nu, alleen na te denken over het doel van mijn leven en wat God van me wil. En als ik er nu toch zo een tijdje over nadenk is dat bijna dezelfde vraag als wat God van de verkeerssituatie van vandaag vindt. Rijd ik rond als een fietser, zonder op of om te kijken, zonder oog voor de rest van het verkeer,  (bijna) brokken makend, schijnbaar doelloos  (oke, daar gaat de vergelijking een beetje mank, want ik mag hopen dat ze wel ergens naar op weg waren) of rijd ik doelbewust en alert rond, geef ik duidelijk richting aan, houd rekening met mijn medeweggebruikers zonder mijn doel uit het oog te verliezen. Recht op Huis aan! Of ben ik misschien wel doelbewust maar mopperend op weg? (Hmm, die is een beetje confronterend).  Ja, wat zou God eigenlijk van de huidige verkeerssituatie vinden? Ik vind het eigenlijk toch wel een goede vraag.

En voor wie de doel van het leven nog zoekt: 
Micha 6:8
8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de HEER van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten
en nederig de weg te gaan van je God.

En als uitsmijter:
"Is bidden op de fiets, misschien iets van wandelen met God "( Visje)


dinsdag 28 januari 2014

Wat zou jij doen?


Als suggestie voor een titel van mijn blogs werd "Wat zou jij doen?" genoemd ( dank @ericeau) gebaseerd op die geweldige armbandjes: WWJD (What would Jesus do?). Wat zou Jezus doen als Hij in deze situatie was? En wat jij? Een motto dat geweldig bij me past. Een vraag die ik me heel vaak stel. Ik zal je eerst de situatie voor leggen. Waar gebeurd. Misschien moet ik de blog daarna gewoon stoppen en jullie in het ongewisse laten over hoe het afloopt. Er een raadsel van maken: Wat zou ik gedaan (of niet gedaan) hebben? Eerst de situatie:



Het was op een ochtend in tram 20 net voorbij de Erasmusbrug. Er stapte een oude verwarde vrouw in. Ze was heel boos en niet tot bedaren te brengen. Een lieve bijrijder, die helaas het Nederlands niet goed beheerste, probeerde de vrouw wat te kalmeren en te vragen waar ze heen moest en wat er gebeurd was. Ik had al heel snel door dat deze vrouw dementerend was, maar hield me op een afstand. Tenslotte was er al iemand die zich over haar ontfermde. Na heel veel onbegrip en woorden, bleek dat de vrouw al bij  haar halte was geweest, maar niemand haar begrepen had en dat ze nu waarschijnlijk al ver voorbij haar doel was, ook al was niet echt duidelijk wat nu haar doel was. De vrouw was echt totaal over haar toeren. We waren inmiddels bij mijn halte en ik wilde uitstappen. De vrouw begon nu zoveel amok te maken, dat de bijrijder niet meer verder wilde rijden en tot mijn grote verdriet werd deze verwarde, dementerende vrouw zonder pardon uit de tram gezet. Punt. Daar stond ze dan, bibberend, gillend, huilend, in de war. Daar stond ik dan in de zachte miezer. In de startblokken om naar mijn werk te lopen. Warm en veilig. En toen? Ja wat toen? Wat zou jij gedaan hebben? Zal ik hier stoppen? 

Zo flauw ben ik dan ook weer niet. Ik zal eerst iets vertellen over een bijzondere gewoonte van me. Als ik in de trein rijd of de tram op weg naar mijn werk, neem ik vaak tijd te bidden. Op sommige dagen, dat hangt af wat mijn hart me die dag ingeeft, zeg ik God: "Laat me maar zien wie me vandaag nodig heeft. Stuur de mensen maar op mijn weg." Ik waarschuw iedereen deze bede alleen te bidden als je ook serieus iemand wilt ontmoeten, want het gebeurt bijna altijd dat God me die dag daadwerkelijk een bijzondere ontmoeting laat hebben. En ik moet zeggen, God heeft wel humor. 
Bij de tramhalte  in de regen dacht ik nog even aan mijn gebed in de tram en besloot dat dit Gods antwoord moest zijn. Deze vrouw werd op mijn weg gestuurd. Ik sprak haar aan, maar ze was volledig van streek. Ik besloot dat ik eerst maar eens met haar op een bankje ging zitten. Ik manoeuvreerde haar rollator in de richting van het bankje en zo zat ik even later met een wildvreemde, oude, dementerende, vrouw, die totaal overstuur was bij ongeveer 3 C in de miezer, met mijn arm om haar heen op een bankje in Rotterdam-Zuid. Wat moest ik doen? Het enige dat ik kon bedenken was bidden. WWJD? God, U hebt me in deze situatie gebracht, lost U het nu ook maar op! Want zo direct ben ik dan ook wel weer tegen God. En God geeft dan ook wel weer een ingeving, daar ben ik ook van overtuigd.  Ik ben gewend met dementerenden te werken en ben eerst eens rustig gaan vragen naar haar plannen. Wat wist ze nog? Wat had ze bij zich aan adressen? Had ze ergens iets opgeschreven? Het kostte wat tijd, maar uiteindelijk bleek ze op weg naar een kerk. Ze wist niet meer precies waarvoor, maar nog wel de kleur van de kerk. Gelukkig had ze net mij als "kerkexpert" getroffen en heb ik haar met de tram terug naar de betreffende kerk gebracht. En ja, daar bleek een bijeenkomst. Eind goed, al goed. Was het me niet gelukt dan had ik uiteraard de politie gebeld.

Ja, wat wil ik mijn lezers vandaag meegeven? Jezelf afvragen wat Jezus zou doen, maar dat ligt wel erg voor de hand. Daarom vandaag deze boodschap: Jezus volgen is alles behalve saai. Voor je het weet, zit je in de kou en regen gearmd met een wildvreemde op een bankje in Rotterdam-Zuid.

vrijdag 17 januari 2014

Lijden


Geweldig dat zoveel mensen mijn blogs lezen. Ik krijg boven verwachting veel reacties en vragen. Een van de vragen ging over het lijden. Want hoe rijm je een goede God met zoveel lijden?

Ik zal eerlijk zijn, het lijden is een van de vraagstukken dat mijn geloof het meest aan het wankelen brengt. Ik zie in het verpleeghuis zoveel lijden, dat ik soms vertwijfeld uitroep: God waar bent U? Uitzichtloos lijden. Mensen die alleen nog maar liggen weg te teren, te wachten op de dood, op de verlossing van hun pijnlijke lichaam. Waar is God?

Natuurlijk kan ik eenvoudig zeggen dat lijden hoort bij de gebrokenheid van de wereld. Dat de wereld verlost wordt als Jezus terugkomt. En dat geloof ik ook. Maar waarom grijpt God niet nu in? Die vraag kan ik niet beantwoorden. Ik kan wel zeggen wat Gods antwoord is op ons lijden. Hij lijdt met ons mee.
Hij gaf ons Zijn Zoon. Jezus stierf voor de gebroken wereld. Hij ging door angst, verlatenheid, pijn en verdriet. Hij voelde het lijden aan den lijve. Een God die wil lijden. Een God die zich vereenzelvigt met onze pijn. Een God die met ons meelijdt. Onze God, JHWH, Ik ben erbij!  

Wie mij persoonlijk kent weet dat ik niet lichtzinnig spreek over lijden, omdat ik er dagelijks door ziekte in mijn eigen leven mee geconfronteerd word. Ik verkondig geen alles-in-één oplossing door Jezus, geen makkelijke weg zonder problemen. Ik verkondig hoop voor de hopelozen en troost voor de treurenden. Ik verkondig het kruis, waar pijn en verdriet gedeeld kunnen worden, waar Jezus zegt: " Kom tot mij allen die vermoeid en belast zijn en ik geef je rust." Er zijn vele avonden dat ik het zelf niet meer weet. Wat heeft dit lijden voor zin? Dan weet ik maar één antwoord: te vluchten naar het kruis en te huilen aan Jezus voeten. Te weten dat God elke traan opvangt ( Psalm 56:9). Niet één gaat er verloren. Elke traan kent Hij. 

Gisteren werd ik diep geraakt door Psalm 13. Waar bent U God? Waar bent U in al mijn verdriet? In mijn angst? Ik voel me aangevallen door de vijand, overvallen door zinloosheid en verdriet. Waarom houdt U zich voor mij verborgen? Ik ga het niet redden! En volgens mij geeft de Psalmist het enige antwoord, dat we als mens kunnen geven op het lijden: "Ik vertrouw op Uw liefde". Gods liefde is onze redding. Eén van mijn lievelingsteksten is  1 Joh. 4:9 "En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven." 
Jezus is geen makkelijke oplossing voor ons lijden. Hij is de weg van geloofsvertrouwen. De weg van hoop. De weg tot leven. 1 Kor. 13: 12 zegt "Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben." Ik heb geen antwoord op het waarom van het lijden. Daarom houd ik mij vast aan Gods liefde geopenbaard in Jezus Christus, omdat ik mag weten dat Hij redding brengt en mij geholpen heeft. Ook -of misschien wel juist- op de dagen dat ik het niet voel en niet zie.

*Ik realiseer me dat ik in dit blog heel erg te kort schiet, omdat er zoveel meer over het lijden te zeggen is. Post je reacties of mail ze en ik reageer met een vervolg :)

13
1 Voor de koorleider. Een psalm van David.

2 Hoe lang nog, HEER, zult u mij vergeten,
hoe lang nog verbergt u voor mij uw gelaat?
3 Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen
en mijn hart door verdriet overstelpt, dag aan dag?
Hoe lang nog houdt mijn vijand de overhand?

4 Zie mij, antwoord mij, HEER, mijn God!
Verlicht mijn ogen, dat ik niet in doodsslaap wegzink.
5 Laat mijn vijand niet roepen: ‘Ik heb hem verslagen,’
mijn belagers niet juichen omdat ik bezwijk.

6 Ik vertrouw op uw liefde:
mijn hart zal juichen omdat u redding brengt,
ik zal zingen voor de HEER, hij heeft mij geholpen.

dinsdag 14 januari 2014

Saai


Geregeld krijg ik bijzondere opmerkingen over mijn beroep. Ik moet daar soms erg om lachen. Wat dacht je bijvoorbeeld van: "Ben jij geestelijk verzorger? Dat is toch zoiets als dominee?  Maar jij bent altijd zo vrolijk!" En deze vind ik persoonlijk ook heel leuk. Een zorghulp in het verpleeghuis zei ooit tegen me: "U bent hier toch een soort dominee. Maar hoe kan dat dan. U bent helemaal niet saai!" 
Saai is mijn leven bepaald niet. Als je met mij op stap gaat, weet je van te voren dat er iets grappigs gaat gebeuren. Waarom weet ik niet, maar ook als ik niet in het verpleeghuis werk, schijn ik de perfecte persoon te zijn voor een goed gesprek. Dat gaat ongeveer zo (omwille van de privacy heb ik wat details veranderd, maar verder is het waarheidsgetrouw). Je loopt door een grote muziekwinkel om een piano te kopen en een verkoopster komt naar je toe en vraagt wat je zoekt. Nu ja, een piano dus. Aan welke eisen moet de piano voldoen? De piano moet stevig staan en tegen aanrijdingen met rollators en rolstoelen kunnen. "Ah, werkt u in de zorg?" "Ja."  "Oh, bent u zorghulp?" "Nee, niet direct." " Wat is uw functie dan?" "Geestelijk verzorger". [denkpauze]  "Dat is toch zoiets als dominee?" "Ach ja, zoiets, maar dan niet in de kerk." "Gelooft u ook?" " Jazeker". Als we eenmaal deze fase in het gesprek bereikt hebben, schijnt er zich een meerkeuzemenu te ontvouwen,  waaruit de vreemde tegenover me naar believen kan kiezen: 
1. Degene haakt hoofdschuddend af (die vrouw is niet van deze tijd)
2. Ik krijg een verwijtende vraag over hoe je als verstandig mens kunt geloven
3. Ik krijg een open vraag over het geloof (Gelooft u dan ook in God/Jezus? Gaat u naar de kerk? Etc.) en word uitgenodigd tot een gesprek.
4. Ik krijg pastorale nood over me uitgestort.
 In dit geval werd optie vier gekozen en kreeg ik een verhaal over huwelijksproblemen. Stel je voor, middenin een drukke winkel wordt er van je gevraagd een wildvreemde bij te staan die door een huwelijkscrisis gaat. ( En het is dan zo een uur later!)  Zo heb ik in de trein al eens rouwverwerking gedaan, in een winkelcentrum met een Moslim over de positie van Jezus gesproken, bij de gym de betekenis van de doop uitgelegd, voor de supermarkt jeugdtrauma's besproken en bij de kassa over de Heilige Geest gepraat.
Ik weet niet wat de definitie van "saai" is, maar geloof me, ik vind mijn leven niet saai. Wel vraag ik me wel eens af, zou je als geestelijk verzorger ook een bordje "buiten dienst" kunnen dragen, als je gewoon even een keer echt een boek wilt lezen in de trein of gewoon snel een boodschap wilt doen? Alhoewel, ik wil deze ontmoetingen eigenlijk helemaal niet mislopen. Veel te spannend!

vrijdag 10 januari 2014

Tijd om te leven (2)


Als reactie op mijn vorige blog kreeg ik de vraag of ik ook in de hel geloof. Het is natuurlijk een mooie gedachte een stervend iemand in Jezus handen te mogen geven, maar wat nu bij een sterfbed van een ongelovige? Zeker de helft van de sterfbedden zijn van mensen waarvan ik niet weet of ze Jezus hebben leren kennen in hun leven en van sommigen weet ik dat ze God niet (meer) willen kennen.
Als je in goed gelooft, geloof je ook in kwaad. En als je in een eeuwig leven in verbondenheid met de Vader gelooft, geloof je ook dat er zoiets bestaat als een eeuwig leven zonder Hem. Ooit hoorde ik een predikant preken over zonde. Een woord waarover in mijn thuisgemeente niet vaak en vooral niet graag gepreekt wordt. Ik vond het een prachtige preek en sprak de predikant na de dienst aan. Hij zei tegen me dat we deze "oude bijbelse woorden" moesten preken, niet om mensen bang te maken, maar juist om mensen te vertellen wat een prachtig leven God ons wil aanbieden. Zonde betekent je doel missen, maar God wil ons juist het tegenovergestelde geven: een leven waarin we tot ons recht komen, onze bestemming bereiken in Hem. De hel betekent los van God zijn, maar God wil ons juist dat prachtige cadeau van eeuwig leven met Hem geven. Zo geloof ik ook in het bestaan van de hel, om ons te vertellen voor welk geweldig doel en leven God ons bestemd heeft! We zijn niet bestemd voor de hel, maar voor dat prachtige eeuwige leven met de Vader!
Aan een sterfbed van een ongelovige kan ik niet bidden of Bijbellezen.  Ik kan nog wat troostende of geruststellende woorden spreken van nabijheid en liefde. Maar wat ik vooral doe aan zo' sterfbed is iemands hand vasthouden, als teken van nabijheid. Niet alleen als teken van mijn nabijheid, maar ook van Gods nabijheid. Ik mag als geestelijk verzorger Gods liefde en Gods nabijheid " representeren", doorgeven, een spiegel zijn. Soms kan dat ook met woorden, maar in de eerste plaats is dat altijd mijn aanwezigheid, mijn houding. Ik ben er voor je. Wat ik dan doe, is in stilte bidden. "Lieve Heer, raak het hart van deze mens krachtig aan met Uw Geest. Ik kan hier alleen zijn als teken van Uw Liefde. U kunt harten veranderen. Ik bid dat U het hart van deze mens verandert. Dat er berouw mag komen en dat hij/zij U mag leren kennen. Ik geef het nu over aan U, want ik kan het niet.  Ik leg deze mens in Uw handen. U bent goed. Uw liefde en trouw zijn voor eeuwig." Gods Naam is JHWH, Ik zal er zijn. Met die belofte in mijn hart vertrouw ik de stervende mens, gelovig of niet-gelovig, aan Hem toe. Verzekerd dat God me gehoord heeft en dat Hij zal doen wat goed en rechtvaardig is. Niet vanuit mijn menselijk beoordelingsvermogen, maar vanuit Zijn God-zijn. 

Mattheüs 20:1-16
20
1 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. 2 Nadat hij met de arbeiders een dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. 3 Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, 4 zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5 En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. 6 Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” 7 “Niemand wilde ons in dienst nemen,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8 Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9 En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. 10 En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. 11 Toen ze die in handen hadden, gingen ze bij de landheer hun beklag doen: 12 “Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.” 13 Hij gaf een van hen ten antwoord: “Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? 14 Neem dan aan wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten nu eenmaal hetzelfde betalen als aan jou. 15 Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Zet het kwaad bloed dat ik goed ben?” 16 Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.’

woensdag 8 januari 2014

Tijd om te leven


Als geestelijk verzorger ben ik veel met de dood bezig. In het huis waar ik werk moet ik gemiddeld elke drie weken afscheid nemen van een bewoner. Dat betekent dat er er bijna altijd wel iemand "slecht" ligt. Ik zit vaak aan sterfbedden. Zie mensen de laatste weken, laatste dagen, in hun leven vechten tegen de naderende dood. Want hoewel veel van hen "op" zijn en vaak zelfs uitkijken naar het einde, ergens in de mens is er een mechanisme dat zich verzet als de dood nadert.  We zijn blijkbaar gehecht aan ons aardse bestaan. 
De dood jaagt mij allang geen angst meer aan. Hoewel sterfbedden aangrijpend zijn, vind ik het niet eng en maakt het  me ook niet bang. Uitzien naar de de dood is uitzien naar een nieuw leven. Uitzien naar de eeuwigheid met de Vader. Aan sterfbedden ( van broeders of zusters) beleef ik de intensiefste momenten met God. Ik bid nog een keer met mensen. Zelf kunnen ze vaak niets meer zeggen, maar ik mag hen nog één keer in het aardse bestaan voor Gods aangezicht brengen. Ik zing een Psalm. Laat nog een keer vertrouwde woorden uit de Bijbel klinken. Samen uitzien naar het Vaderhuis. Het geeft een intense rust en vrede. De hemel daalt even af naar de aarde. De dood heeft niet het laatste woord. De dood is slechts het begin. De dood is al overwonnen door onze Here Jezus aan het kruis. Hij stond op uit de dood! Misschien is de dood niet waarover je vandaag na wilt denken, omdat het je angst aanjaagt. Als dat zo is, zie dan op naar Jezus. We kunnen pas echt leven als we onze angsten kwijtraken. Als we het kruis zo dicht durven te naderen dat we Jezus' pijn, angst en diepe verlatenheid kunnen voelen. Als we Jezus pijn en angst gevoeld hebben en weten dat Hij het al gedragen heeft, dan mogen wij vrij van angst leven. Ja, dan is het tijd om echt te leven!  Nee, de dood jaagt me geen angst meer aan. Jezus ging al door de dood voor mij. Een sterfbed is voor mij niet eng. Vanuit aards perspectief is het misschien verdrietig, maar als we het uit eeuwigheidsperspectief durven te bekijken is het feest!  Het is weten dat de hand die ik nu nog vast heb, straks door Jezus gepakt wordt en Hij zegt, kom maar mee naar de Vader. Hij wacht op je! Welkom thuis!

1 Kor. 15: 54-57
54 En wanneer dit vergankelijke lichaam is bekleed met het onvergankelijke, dit sterfelijke met het onsterfelijke, zal wat geschreven staat in vervulling gaan: ‘De dood is opgeslokt en overwonnen. 55 Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’ 56 De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. 57 Maar laten we God danken, die ons door Jezus Christus, onze Heer, de overwinning geeft.

vrijdag 3 januari 2014

Preken

Als je vanaf het station Rotterdam CS rechtdoor loopt kom je langs een grote Remonstrantse kerk. Op een avond, ik ging met mijn man naar een concert in de Doelen, liep ik daar langs en zag ik daar "de buitenkansel", een stenen verhoging op de hoek van de straat, waarvandaan je mensen kunt toespreken.  Ik kon mijn enthousiasme nauwelijks onderdrukken en mijn eerste ingeving was om er op te klimmen en te gaan preken. Ik riep dan ook enthousiast uit tegen mijn man: "Daar wil ik preken!" Nu vermoed ik dat op dit tijdstip, half acht ' s avonds in de late herfst in het aardedonker, weinig mensen op mijn spontane preek af zouden komen. Maar het gevoel, daar buiten midden in Rotterdam , voor die machtige kerk te staan preken. Gewoon het Evangelie van Jezus Christus verkondigen aan iedereen die maar voorbij zou komen, fantastisch! Het Evangelie verkondigen in een kerk voelt als een jampot waar je jam in stopt. Dat past. Deksel er op en klaar. Veilig opgeborgen in de harten  van de gelovigen. Maar de jam wordt extra lekker als je het uit de pot haalt en op een boterham smeert of in de vla of yoghurt doet. Of misschien wel een spannende combinatie maakt van pindakaas met jam...... Jezus verkondigen buiten de kerk. Een kansel voor de kerk. Ja, dan heb je het als kerk begrepen volgens mij. Dan wordt het pas spannend!  De bankdirecteur op weg naar de bank, de drugsverslaafde op weg naar de Pauluskerk, de toerist op weg naar het hotel. Laat hen het goede nieuws maar horen. Gewoon lef hebben en preken voor het kerkgebouw! Waarom het geweldige nieuws in de kerk houden? We hebben toch een prima "product"? Nee, we  hebben zelfs het allerbeste! Dat wat de hele wereld nodig heeft: Gods liefde door Jezus Christus! 
Zoals altijd moest mijn man hartelijke lachen om mijn overenthousiaste neiging om te preken, pakte mijn hand nog eens stevig vast en trok me mee. "Kom we gaan naar ons concert." Het concert was overigens prachtig, maar die buitenkansel, die bleef de hele avond in mijn gedachte. Zullen we er één voor onze kerk maken? Ik wil wel preken!

woensdag 1 januari 2014

Naam


Wow. In één middagje zestig lezers! Ik heb eigenlijk geen idee of dat veel is of niet, maar ik vind het indrukwekkend. Zestig mensen die mijn schrijfsel gelezen hebben. Ik ben zelfs een paar volgers rijker! Wat een leuke reacties! Maar ik kreeg ook commentaar: Die naam, dat kan echt niet! Zit ik 's morgens in de trein en moet ik zeker mijn buurman vragen: "Zeg heb je "Pastoraat, preken, Gods liefde, kinderen, Jezus en nog veel meer" al gelezen? "  Ik geef toe, dat ligt niet echt lekker in het gehoor. Bij het avondeten hebben we er een familieberaad aan gewijd. Wat zou een pakkende naam zijn? De ingevingen van man en kinderen waren ontroerend, ontwapenend en soms zelfs hilarisch. Mijn zevenjarige dochtertje kwam met ontwapenende namen als "Doe de deur voor Jezus open", "Ik ben in de hemel.","Kijk eens om je heen" en "De beste Bijbelteksten van mama". In een poging serieuze namen te vinden kwamen de namen "Vlammetje", "Pareltjes", "De wereld vol Leven" en "Levende zeerollen." Na de "Levende zeerollen" werden de namen steeds vreemder. Zo gingen we van " Krik krak krik", "De kip", "De deugdelijke deur" en "De Paradijsvogel" naar " Doe de deur open voor Miek", "Pizza" (?), "Tickets met korting", " Zo zout heb je nog nooit gelezen" en "De oplichter ( van mijn blog licht je helemaal op)" Nadat iedereen gillend en lachend over tafel lag, heb ik de discussie maar gesloten. Het was duidelijk, hier kwam niets zinnigs meer uit. Maar wat moest het nu worden? Volgens mijn man was het duidelijk: "Een sterke  blog wie zal hem vinden?" Ik geef toe, best leuk gevonden, maar nog steeds erg lang. Zelf voelde ik meer voor "Niet van deze wereld".  Maar dan blijft het probleem van de trein. Heb je de "Niet van deze wereld" al gelezen? Nee, dat is'm ook niet. Een variatie daarop was "Outer space", maar dat klinkt weer een beetje als "gezwets in de ruimte". Uiteindelijk bladerde ik één van mijn vele schriftjes door en viel mijn oog op een Bijbeltekst die ik vorige week op schreef uit Jesaja 38:16 "Maar mijn Heer zei: ‘Tijd om te leven!’ Al die tijd zal mijn geest in leven blijven.U geeft mij nieuwe kracht, u doet mij herleven." Ja, het is tijd om te leven! Wie de Heer kent mag leven! Echt leven!
Voor vanavond is de discussie gesloten, maar wie een betere vondst heeft die de lading dekt, ik hoor het graag! 

Schrijven

Wie mij kent, weet dat ik schrijf. Ik bedoel niet dat ik een schrijver ben, maar dat ik overal in het huis schriften heb liggen om mijn gedachten op te schrijven. Schrijven is denken. Tenminste bij mij. Ik schrijf mooie Bijbelteksten op, mooie citaten, eigen gedachten, gedichten, ik schrijf als ik ergens niet uitkom, ik schrijf als ik iets wil onthouden, ik schrijf als ik denk dat God me iets ingeeft. Ik schrijf, omdat ik denk. Als ik je een mail schrijf, dan schrijf ik je ook niet kort. Ik schrijf hoofdzaken, ik schrijf bijzaken en losse gedachten. Ik overlaad je met mijn gedachten. Sinds ik een Ipad heb, is het schrijven helemaal leuk. Ik schrijf op de bank, ik schrijf in de trein, ik schrijf bij de tramhalte en in de tram. Laatst sprak de bijrijdster op de tram me aan. Ik zat een boek te lezen. "Goedemorgen. Leest u een boek vandaag? U zit toch altijd op uw Ipad te werken?" Ja, ik las een boek, een goed boek over  het ontdekken van de bestemming die God voor je heeft in je leven. Dat was een mooi begin van een gesprek met de bijrijdster. Want als ik niet schrijf, dan praat ik en wel het liefst over Jezus en over Gods grote liefde voor jou! Ik weet nog helemaal niet waar ik over ga bloggen. Maar de kans is heel groot, dat ik je ga overladen met gedachten. Als een stortbui die over je uitgegoten wordt. Je wordt er kleddernat van, vraagt je af waarom dat nodig was en waarom juist jij zo nat moest worden. Maar als je er langer over nadenkt, bedenk je dat het wel lekker verkoelend was, de boeren blij zijn omdat hun gewassen nu goed groeien en hoe leuk het is om in de plassen te stampen. Zo dus. Als ik aan stortbuien denk, dan denk ik altijd aan het geweldige lied dat ik vaak zing in het verpleeghuis: "Er komen stromen van zegen, dat heeft Gods woord ons beloofd. Stromen verkwikkend als regen, vloeien tot elk die gelooft. Stromen van zegen komen als plasregens neer. Nu vallen drupp’len reeds neder, zend ons die stromen, o Heer!" Dat is de regenbui voor vandaag. Denk daar maar over na. Dan denk ik na over een volgende stortbui.....