Als geestelijk verzorger ben ik veel met de dood bezig. In het huis waar ik werk moet ik gemiddeld elke drie weken afscheid nemen van een bewoner. Dat betekent dat er er bijna altijd wel iemand "slecht" ligt. Ik zit vaak aan sterfbedden. Zie mensen de laatste weken, laatste dagen, in hun leven vechten tegen de naderende dood. Want hoewel veel van hen "op" zijn en vaak zelfs uitkijken naar het einde, ergens in de mens is er een mechanisme dat zich verzet als de dood nadert. We zijn blijkbaar gehecht aan ons aardse bestaan.
De dood jaagt mij allang geen angst meer aan. Hoewel sterfbedden aangrijpend zijn, vind ik het niet eng en maakt het me ook niet bang. Uitzien naar de de dood is uitzien naar een nieuw leven. Uitzien naar de eeuwigheid met de Vader. Aan sterfbedden ( van broeders of zusters) beleef ik de intensiefste momenten met God. Ik bid nog een keer met mensen. Zelf kunnen ze vaak niets meer zeggen, maar ik mag hen nog één keer in het aardse bestaan voor Gods aangezicht brengen. Ik zing een Psalm. Laat nog een keer vertrouwde woorden uit de Bijbel klinken. Samen uitzien naar het Vaderhuis. Het geeft een intense rust en vrede. De hemel daalt even af naar de aarde. De dood heeft niet het laatste woord. De dood is slechts het begin. De dood is al overwonnen door onze Here Jezus aan het kruis. Hij stond op uit de dood! Misschien is de dood niet waarover je vandaag na wilt denken, omdat het je angst aanjaagt. Als dat zo is, zie dan op naar Jezus. We kunnen pas echt leven als we onze angsten kwijtraken. Als we het kruis zo dicht durven te naderen dat we Jezus' pijn, angst en diepe verlatenheid kunnen voelen. Als we Jezus pijn en angst gevoeld hebben en weten dat Hij het al gedragen heeft, dan mogen wij vrij van angst leven. Ja, dan is het tijd om echt te leven! Nee, de dood jaagt me geen angst meer aan. Jezus ging al door de dood voor mij. Een sterfbed is voor mij niet eng. Vanuit aards perspectief is het misschien verdrietig, maar als we het uit eeuwigheidsperspectief durven te bekijken is het feest! Het is weten dat de hand die ik nu nog vast heb, straks door Jezus gepakt wordt en Hij zegt, kom maar mee naar de Vader. Hij wacht op je! Welkom thuis!
1 Kor. 15: 54-57
54 En wanneer dit vergankelijke lichaam is bekleed met het onvergankelijke, dit sterfelijke met het onsterfelijke, zal wat geschreven staat in vervulling gaan: ‘De dood is opgeslokt en overwonnen. 55 Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’ 56 De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. 57 Maar laten we God danken, die ons door Jezus Christus, onze Heer, de overwinning geeft.
wouw je doet het goed hoor
BeantwoordenVerwijderenDank je!
BeantwoordenVerwijderen