maandag 27 oktober 2014

Hoe gaat het met je?

Sommige mensen vragen zich af, waarom ik toch zo vaak gesprekken heb over God. En dan bedoelen ze niet de gesprekken die ik voer als geestelijk verzorger op mijn werk (daar verwachten mensen weinig anders dan dat ze met me over God kunnen spreken), maar gesprekken op straat, in de trein, op het schoolplein of in een winkel.

Vandaag zal ik het geheim verklappen, zodat jij het ook kunt. Spoedcursus evangelisatie, zeg maar. En ik kan het je in een paar seconden uitleggen. Het geheim is…..”Hoe gaat het met je?” Ik vermoed dat er nu een paar mensen afhaken bij deze spoedcursus en zich afvragen of ik hier wel bezig ben met een serieus blog. Het antwoord is: “Ja, zeker.” Ga maar eens ergens een gesprek aan met iemand, met een vreemde. Een oude vrouw die in de winkel moeilijk bij dat blikje in het hoge schap kan. Pak het blikje en vraag haar ondertussen “Hoe gaat het met u?”. Vraag die man die aan komt rennen, nog net de trein haalt en tegenover je uit zit te hijgen eens : “Dat was nog maar net. Hoe gaat het met je?”. Vraag die zwerver bij het station die je om geld vraagt maar gewoon eens ‘Hoe gaat het eigenlijk met je?” En let op wat er gebeurt.

Mensen hebben behoefte aan oprechte aandacht en belangstelling. Aan iemand die hen even ziet. Iemand die even stil blijft staan. En hoe kom je dan op een gesprek met God, zul je denken? Dat is niet zo moeilijk. Mensen delen een stukje van hun pijn met je. Vertel iets over je eigen pijn en hoe jij God daarin ervaren hebt. Houd het dicht bij jezelf. Negen van de tien keer willen mensen meer weten. En voor je het weet heb je een prachtig gesprek.

Het was een dag dat ik weer eens naar het ziekenhuis moest. Ik zat in een heel drukke wachtkamer te wachten op het bloedprikken en er waren zeker nog twintig nummertjes voor me (-in het ziekenhuis ben je een nummer-) en maar één prikker. De rest had lunchpauze. Er werd gemopperd in de wachtkamer. Iedereen had commentaar en sommige mensen waren erg gefrustreerd en zelfs boos. De man naast me was opvallend stil. Ik lachte naar hem. “U vindt het niet erg te moeten wachten?” ”Nee hoor”, antwoordde hij “Ik heb wel wat belangrijkers om me druk over te maken.” Ik vervolgde: “Dat klinkt als of er moeilijke dingen spelen in uw leven.” Verder hoefde ik niet te gaan. De man vertelde me over de kanker, zware behandelingen, uitzichtloosheid. Ik vroeg hem hoe hij er mee om ging en waar hij zich aan vasthield. Hij vertelde zijn zoektocht, zijn twijfels en vragen en vroeg uiteindelijk waarom ik er zat. Ik vertelde over mijn ziekte en waar ik mijn houvast vond. De veertig minuten wachten waren zo om en de man nam met tranen in zijn ogen afscheid van me toen hij geroepen werd voor het prikken. “Dank u wel, dat u tijd voor me nam. Ik heb veel om over na te denken.”

Het Evangelie begint bij luisteren. Mensen zien. Echt zien. Dat is precies wat Jezus deed. Hij zag de mensen in hun nood en was met hen bewogen.  Het mooiste verhaal vind ik het verhaal van Zacheüs. Jezus ziet de enkeling. Tussen al die mensen, ziet Hij die ene! Hij heeft Zacheüs gezien. En dat is volgens mij precies waardoor we Jezus liefde kunnen uitdelen aan de wereld. Tussen al die mensen zien wij die enkeling, die waardevol is. Zo waardevol, dat we bij hem of haar stil blijven staan. Te midden van een mensenmassa willen we weten hoe het met hem of haar gaat en voelen we bewogenheid. Dat is voor mij Jezus voorbeeld volgen.

Lucas 19:
[1] Jezus ging Jericho in en trok door de stad. [2] Er was daar een man die Zacheüs heette, een rijke hoofdtollenaar. [3] Hij wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. [4] Daarom liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer hij voorbijkwam. [5] Toen Jezus daar langskwam, keek hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.’ [6] Zacheüs kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. [7] Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht.’ [8] Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer: ‘Kijk, Heer, de helft van mijn bezittingen geef ik aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst vergoed ik het viervoudig.’ [9] Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook hij is een zoon van Abraham. [10] De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’



EENZAAM

Tussen al die mensen
Voel ik me alleen
Als of de wereld leeft
En ik stil blijf staan.

Tussen al die mensen
Wie ziet mij nog?
Ik bedoel, wie ziet
Echt wat mij beweegt?

Tussen al die mensen
Blijft Hij staan
Kijkt omhoog
En noemt mijn naam.

Tussen al die mensen
Zocht Hij mij
Zichtbaar gemaakt
mijn bestaan.

donderdag 16 oktober 2014

Luisterspreekuur

Afgelopen week zat ik in de spreekkamer van een artsenpraktijk waar ik een spreekuur geestelijke verzorging houd. Omdat "geestelijke verzorging" niet echt een term is die de mensen in deze multiculturele achterstandswijk kennen, hebben wij het "het luisterspreekuur" gedoopt. Als een arts met een patiënt oploopt tegen allerlei onverklaarbare klachten, het vermoeden heeft dat er een moeilijk verhaal speelt, maar daar geen tijd voor heeft om dat in tien minuten aan te horen of als iemand niet doorverwezen wil worden naar de psychiater/psycholoog of maatschappelijk werker, dan kom je bij ons op het spreekuur en mag je je verhaal doen. En ik luister. Stel af en toe een gerichte vraag. En luister weer. Een doos tissues op tafel en een geduldige en luisterende geestelijk verzorger tegenover je, die je niet opjaagt, niet op het horloge kijkt, maar alleen liefdevol naar je luistert. En ik verzeker je, luisteren is een kunst, zeker als je door de meest heftige verhalen heen moet: woede, vloeken, pijn en veel verdriet. In de spreekkamer hangt een poster waarop staat: "Een mens ontmoeten is wakker blijven door een raadsel." Ja, inderdaad, een raadsel.

Wat een vragen krijg ik. Waarom dit lijden? Waarom deze pijn? Waarom moet ik sterven? Waarom moet ik verder leven? Waarom..... De een gaat sterven, maar wil nog zo graag leven. De ander moet leven en wil zo graag sterven. Leven is een raadsel.

In het raadsel van ons leven is er Éen die zich de Weg noemt en de Waarheid en het Leven. Ik merk dat veel mensen zoeken. Zoeken naar antwoorden. Zoeken maar een weg, de Weg. Ook in de gesprekken die ik vandaag had met vreemden viel dat weer op. Mensen zoeken. En mensen zijn blij als je hen aandacht geeft, geduldig luistert en vragen stelt die hen in staat stellen orde te brengen in hun zoektocht. Hoewel ik geen antwoorden heb op persoonlijk lijden, heb ik wel een antwoord om het raadsel van het leven te kunnen omarmen. Leren leven in een liefdesrelatie met onze Heer. Hij leert je het leven te omarmen. Hij is het Leven. Hij leert je adem halen. Leven. Bewegen. In een wereld die gebroken is, maakt Hij je een heel mens, zelfs als je je gebroken voelt.

Heel soms moet ik mensen achterlaten in dezelfde wanhoop als ik hen vond. Het lukt niet om door te dringen in hun wanhoop.  Het lukt ook niet om hen te vertellen over en te doordringen van de liefde van God. Maar soms, vaak, lukt het me om Liefde door te geven. Lang niet altijd in woorden. Veel van mijn pastoranten geloven niet en willen niets horen over God, zeker niet in de wanhoop die hun leven is en waar ze God niet in herkennen. En toch kan ik iets doorgeven van Gods liefde. Een van mijn pastoranten (bij wie ik niets over God mocht vertellen) zei het zo mooi na afloop van de serie gesprekken die we hadden. "Mijn pijn is niet weggegaan. Maar sinds jij langskomt, zijn de stekels er af. Het is gladder geworden. Als een steen, die weer rolt in de rivierbedding." Ja, dat is mijn werk. Soms mag ik het Evangelie doorgeven in woorden. Soms alleen door mijn zijn. Maar altijd mag ik er zitten namens die Ene. Middenin de wanhoop van die ander. Een heel klein beetje licht brengen. Licht dat hopelijk mensen de Weg laat zien.