dinsdag 30 mei 2017

Bloeien


De rozen in de avondzon,
de zoete geur verwaait
en maakt de tuin een paradijs,
van kleur en geur en godenspijs.

Een late hommel duikt nog snel
verleid door zoete zweem,
tussen de blaadjes, recht in ’t hart.
Gouden spikkels op het zwart

fluweel, gezoem beschenen met
laatste straaltjes gouden zon.
Als ik zo stralend bloeien kon
als witte rozenblaadjes.



Hemels scheppinkje zo zacht,
bloeien, stralen in haar pracht
zonder spoor van twijfel,
teer en zuiver, hier bedacht.

Ik wil, ik wil zó bloeien,
met lucht en licht vergroeien.
En dansen in de avondzon,
in het fluisterende suizen

van die zachte bries verblijven,
verwaaien, opgaan, stil
vergeten wat me tegenhoudt
te bloeien zonder einde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten