Ik zit op "mijn" bankje. Schoenen uit, benen opgetrokken. De zon staat
laag en weerspiegelt in het water. Om me heen kwetteren grutto's,
scholeksters en kieviten. Er zwemmen ganzen, meerkoeten en futen. De
zwaan is aan het broeden. Dit is mijn bankje. Mijn plekje. Soms lees ik
er de Bijbel, overdenk er een preek. Soms denk ik gewoon na, over het
leven. Het is zo'n zes kilometer van de bewoonde wereld. Soms kom ik er
een tijdje niet. Dan fiets ik er dagen achter elkaar naar toe. Gewoon,
om alleen te zijn. Om te bidden. Om stil te zijn als één van "mijn"
bewoners overleden is, als ik een heftig gesprek gehad heb op het werk,
als ik mijn preek wil laten bezinken, om een antwoord te vinden op een
vraag en deze aan God voor te leggen of soms gewoon om te danken en God
te prijzen. Soms zing ik een lied. De vogels kwetteren er gewoon
doorheen. Of misschien kwetteren ze wel mee of kwetter ik met hen mee.
Soms huil ik er. Als ik verdrietig ben of gewoon van geluk.
Deze week zit ik al voor de vijfde keer op mijn bankje. Er is niets
specifieks. Of misschien juist wel. Ik heb geen pijn. Al een aantal
dagen niet. En het leven is dan zo overweldigend mooi. Mijn lichaam
voelt licht. Mijn hoofd voelt leeg en blij. Zo dankbaar. Sommige mensen
zeggen wel eens dat je pas beseft wat het is gezond te zijn, als je ziek
bent (geweest). Ik denk dat dat zo is. Dagen als deze zijn zo
bijzonder, zo mooi, zo overweldigend prachtig voor me.
Ik kijk naar de zon die langaam zakt. Zing een loflied. Hef mijn handen
omhoog. Het zal een raar gezicht zijn, ik op dat bankje. Maar wat
maakt het uit? Er is toch niemand. Of eigenlijk is er natuurlijk wel
Iemand.
Twee weken geleden, ik had toen een heftige ontsteking in mijn heup,
werd ik heel erg bepaald door een tekst in Hebreeën 12:2-3 "Laten we
daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van
ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag,
liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield
stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God. Laat tot u
doordringen hoe hij standhield toen de zondaars zich zo tegen hem
verzetten, opdat u niet de moed verliest en het opgeeft." Mijn eigen
pijn bepaalt me vaak bij het lijden van de Here Jezus. Hoe Hij leed voor
mij. Hoe Hij alles droeg voor mij. Hoe alles aan het kruis werd
volbracht en betaald, ook mijn genezing. Mijn bankje is mijn plaats om
te knielen bij het kruis, om te schuilen in Jezus armen. Als ik opzie
naar de lijdende Jezus, weet ik, dat ik me niet moet laten afschrikken
door het leed in deze wereld, ook niet in mijn eigen leven. Geef niet
op. Houd je ogen op Hem gericht. Ga door. Strijd door. Heb geduld. Heb
geloof. Blijf verwachten.
Vandaag denk ik vooral aan die woorden, die Jezus aan het kruis sprak:
"Het is volbracht." (Joh. 19:30). Dankbaar. Wat er ook komen gaat: de
blik op Jezus gericht. Ik stap weer op mijn fiets. Heer, als ik denk aan
wat U voor mij deed, dan kan ik U alleen maar danken....
Opwekking 470 Omdat U zoveel van mij hield
http://m.youtube.com/watch?v=Zl-xHYygoV4
Heer als ik denk aan wat U voor mij deed,
Dan kan ik U alleen maar danken.
En als ik denk aan de strijd die U streed,
Dan kan ik U alleen maar danken.
Angst en verdriet in Gethsémané,
Door uw eigen vrienden verlaten
en verraden door een kus,
geschopt en geslagen,
omdat U zoveel van mij hield.
Heer als ik denk aan wat U voor mij deed,
Dan kan ik U alleen maar danken.
En als ik denk aan de pijn die U leed,
Dan kan ik U alleen maar danken.
Doornen op uw hoofd,
Een speer in uw zij,
Spijkers door uw handen en voeten,
Van het leven beroofd om te sterven voor mij,
Omdat U zoveel van mij hield.
Heer als ik denk aan wat U voor mij deed,
Dan kan ik U alleen maar danken.
En als ik denk aan de strijd die U streed,
Dan kan ik U alleen maar danken.
Heer als ik denk aan wat U voor mij deed,
Dan kan ik U alleen maar danken
En als ik denk aan de pijn die U leed,
Dan kan ik U alleen maar danken.
Dan kan ik U alleen maar danken.
Dan kan ik U alleen maar danken.
O, Heer.
Amen!
BeantwoordenVerwijderen