dinsdag 15 april 2014

Paasontbijtje



Op Witte Donderdag wordt er op de school van mijn kinderen Pasen gevierd. Dit "vieren" gaat niet veel verder dan een Paasontbijtje en gezellig spelletjes doen, maar goed, genoeg om hier thuis in vol bedrijf bezig te zijn met de voorbereidingen. De kinderen hebben namelijk " lootjes getrokken" en mogen voor hun geheime klasgenoot ( ze vertellen het zelfs niet aan elkaar) een ontbijtje maken. De dames zijn druk aan het knutselen om dit ontbijtje te voorzien van het allermooiste bordje, opgesierd met gevouwen paaskonijntjes en de pakjes drinken worden beplakt met zelf geknipte paaseitjes. Ze hebben boodschappenlijstjes voor me samengesteld ( heel makkelijk, alle drie één), de mooiste paasservetjes uit de kast gehaald (altijd fijn je restantjes kwijt te kunnen) en morgen gaan we er dan ook nog Paaskoekjes bij bakken. Tussen al het geknutsel en gekwetter zit ik na te denken over mijn Paaspreek, die ik ook al op Witte Donderdag mag houden. In het verpleeghuis (voor dementerenden) is niet genoeg personeel op Pasen om dan ook Pasen te vieren, dus vieren we maar Pasen op de donderdag ervoor.



Ik houd mijn Paasdienst in de Oranjerie, die ook bedoeld is voor buurtactiviteiten. Naast de bewoners mogen ook ( meestal niet-christelijke) famillieleden en buurtbewoners komen. En ook zijn er nog mijn vrijwilligers en (meestal niet-christelijke) verzorgenden. Ik heb de omliggende kerken flyers toegestuurd om uit te delen aan de mensen in de buurt voor wie de kerk een te hoge drempel heeft. Dat kan heel letterlijk zijn, mensen in scootmobiels bijvoorbeeld, of figuurlijk: mensen die in de war zijn of een verstandelijk beperking hebben of eenzaam zijn. Mijn kerk is een bont gezelschap kwijlende, slapende, gillende, brommende en neuriënde mensen, die mij eerlijk (soms onverstaanbaar) toeroepen wat ze denken. Zo gebeurde het een keer dat iemand onder de preek (die ik "verhaal" noem), heel hard me toeriep: "Dominee, wat heeft u een fleurige jurk aan!" En er is een bewoonster die me steevast onderbreekt met de mededeling "U praat te snel". Als haar humeur wat slecht is, wordt dit vervangen door "U praat te veel" of "U praat te lang" of in het ergste geval "Een vrouw kan geen dominee zijn." Ik stel haar dan steevast gerust, dat ik geestelijk verzorger ben en dan zegt ze meestal zo iets van "O ja, zo één komt ook wel eens bij mij op bezoek" (ze is dan even vergeten dat ik dat ben.) Mijn kerk is bijzonder. Er zijn geen ( ongeschreven) kledingvoorschriften, geen regels, je hoeft er niet eens wakker te blijven. En ik heb de eerlijkste toehoorders die er zijn. Na mijn kerstverhaal riep een bewoner na mijn "amen" luid: "Wat kunt u mooi vertellen!" En een andere bewoner riep na elk lied:"Mooi, hè, dominee!" Maar het mooiste compliment was dit. Met de kerstviering was er een vrouw op een scootmobiel mijn kerk binnengereden. Ze was duidelijk in de war en af en toe reed ze dwars door mijn kerkdienst heen. Ik kende haar niet. Het bleek een buurtbewoonster. Af en toe liep ik naar haar toe onder de dienst (onder het zingen loop ik naar onrustige bewoners en pak hun handen, zing even met hen of leg even een hand op hun schouders), wees het lied aan in haar boekje en legde even een bemoedigende hand op haar schouder. Na de dienst overreed ze me bijna met haar scootmobiel. "Dominee, dominee", riep ze me toe. Ik stopte even mijn gesprek met een andere bewoner. Dit klonk dringend. "Dominee, ik ben al zo lang niet in de kerk geweest, want ik kan daar niet komen met mijn scootmobiel. En nu mocht ik weer Kerst vieren in de kerk. Dominee, ik ben zo blij. Ik hoor er nu echt weer bij, hè?" Ik zei dat ik het zo fijn vond dat ze erbij was en zo genoten had. "Ja", zei ze, "en u preekt zo prachtig over de Here Jezus en ik houd ook zo veel van Hem." Snap je dat ik daar blij van word? Ik heb echt de mooiste gemeente die je je voor kunt stellen. 

En nu zit ik tussen een paar stuiterende kinderen na te denken over mijn Paasboodschap voor een bont gezelschap van christelijke en niet christelijke mensen. Ik heb een grote gekleurde plaat uitgeprint van het lege graf, die ik ook voorop de liturgie ( die we gewoon " boekjes" noemen in mijn kerk) heb afgedrukt. En mijn thema is "Hij is er niet, want Hij is opgestaan!". Ik zal in eenvoudige woorden het verhaal van de vrouwen bij het lege graf vertellen en dan in alle eenvoud over de opstanding en het nieuwe leven spreken. Jezus die de dood overwon. Die al onze pijn en verdriet meenam aan het kruis en die ons wil vullen met leven, liefde en hoop. Hoop voor iedereen en vooral ook voor iedereen die zich hopeloos voelt. Wat is een mooiere plek om de Paasboodschap te verkondigen dan in "mijn" huis?

Ondertussen krijg ik drie creatieve boodschappenlijstjes onder mijn neus geschoven, compleet met tekening hoe het ontbijtje op het versierde bordje gerangschikt moet worden, met beschrijving van vier verschillende broodjes en een lijst met vijf verschillende smaken paaseitjes die ik in de winkel moet zoeken. Dat is dus ongeveer het recept van mijn Paasdienst: creativiteit, afwisseling en een beetje chaos en samen moet het worden tot iets prachtigs. De prachtige Paasboodschap: Halleluja, de Heer is opgestaan, de Heer is waarlijk opgestaan.


Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, 
Die galmt door gans Jeruzalem;
Een heerlijk morgenlicht breekt aan;
De Zoon van God is opgestaan!

Geen graf hield Davids Zoon omkneld, 
Hij overwon, die sterke Held,
Hij steeg uit 't graf door eigen kracht, 
Want Hij is God, bekleed met macht!

Nu jaagt de dood geen angst meer aan. 
Want alles, alles is voldaan.
Die in ‘t geloof op Jezus ziet,
Die vreest voor dood en helle niet!

Want nu de Heer is opgestaan, 
Nu vangt het nieuwe leven aan, 
Een leven door zijn dood bereid, 
Een leven in zijn heerlijkheid

Geen opmerkingen:

Een reactie posten