maandag 13 februari 2017

Vliegen

Mijn medische reis ging de afgelopen weken langs reumatoloog, fysio, EMG, neuroloog, orthopeed en pijnpoli-psycholoog. Toen de neuroloog me voorstelde naar de psycholoog van de pijnpoli te gaan, leek me dat direct een uitstekend idee. Volgens de neuroloog kon de psycholoog soms wel 30% (of meer) pijnreductie bewerkstelligen door cognitieve gedragstherapie. 

Ik had een prettig gesprek met een jonge psychologe. Na een kwartier riep ze al drie keer uit dat ik het allemaal zo goed deed. En na een half uur kwam ze tot de conclusie dat ik niets aan haar had. Ik deed het allemaal goed. Ik vroeg haar een beetje teleurgesteld: “Maar soms denk ik: “Hoe moet ik dit nog veertig jaar (-stel dat ik 80 word`-) volhouden?” Is dat geen verkeerde gedachte dan?” Ze antwoordde: ”Dat lijkt me een heel realistische gedachte. Daar kan ik weinig aan veranderen, tenzij die gedachte je verlamt, maar volgens mij bent u vol levenslust. U bent bepaald niet depressief en ik zie ook geen enkele aanleiding dat u dat zou gaan worden met de manier waarop u uw leven leeft.” Het was natuurlijk een opsteker voor mezelf, maar ook een beetje teleurstellend. De neuroloog had me mooie percentages voorgehouden die ik aan pijnreductie zonder pillen kon verkrijgen, maar de teller bleef helaas op 0% staan.

De woorden van de psycholoog hebben we de laatste week wel aan het denken gezet. Ik voel me soms helemaal niet als of ik dit leven aan kan en het allemaal zo goed kan behappen. Ik voel me soms op een zinkend schip. Een drenkeling die het hoofd net boven houdt. Maar misschien ben ik wel sterker dan ik zelf voor mogelijk houd. Of misschien is het in dit geval wel andersom. Misschien is het juist het herkennen van je zwakheid, dat helpt om het hoofd boven water te houden.

Ik vertelde de psycholoog dat ik zo eens in de twee weken wel eens een dag heb dat ik het allemaal niet meer zie zitten. Ze vroeg wat ik dan deed. Ik zei dat ik dan een avondje de ruimte en tijd nam om droevig te zijn. Dat ik het van me af schreef of het vertelde aan iemand of aan mezelf of aan God. Dat ik mezelf toestond om een uur te huilen. En dat ik dan na een uur of twee uur diep adem haalde en stil werd. Een tijdje stil bleef en daarna opstond en mijn schouders er weer onder zette. Ze moest er om glimlachen. Het was goed volgens haar dat ik ruimte maakte voor gevoelens en daar zo bewust mee om ging. 
“Weet u”, zei ik, “Ik voel me als een vogel in een kooitje gezet en het kooitje wordt steeds nauwer. 
Zo nauw dat ik niet meer kan vliegen en zelfs mijn vleugels niet meer uit kan slaan.” “Maar”, zei ik, “en misschien moet u daar om lachen, maar ik heb ontdekt dat ik geestelijk moet leren vliegen. Want in mijn hoofd kan ik vrij zijn. En zolang ik in mijn hoofd vrij ben en zelfs kan vliegen, kan niets of niemand me wat maken. Ook deze ziektes niet.” Ze knikte. Ik zag dat ze me begreep. 



Geestelijk vliegen. Het is iets waar ik graag meer over wil schrijven en ga schrijven. Tijd heb ik tenslotte genoeg. En ik merk dat ik toe ben aan de volgende stap. Een tijd voelde het als of ik ingehaald werd door mijn ziektes. Maar ik begin voorzichtig weer mijn vleugels uit te slaan in dat nauwe kooitje en ontdek dat het bestaat: geestelijk vliegen. Ik heb er nog heel wat oefening voor nodig, maar ik ben op weg.

Het heeft te maken met God en innerlijk rust vinden. Met God  in- en uitademen zoals ik dat in het vorige blog schreef. Met je verbonden weten met alles en iedereen. Het heeft te maken met het Koninkrijk van God dat in ons is, zoals Jezus dat zegt. De plek in ons waar we verbonden zijn met God. De ziel die tot rust komt bij en in God. Ik sprak er pas nog over op de radio: In Psalm 62 vers 6 maant de Psalmschrijver zijn ziel tot stilte. "Zoek rust, mijn ziel, bij God alleen."

In een meditatie van Richard Rohr, over het “Yahweh-gebed” las ik het volgende: De Joden spreken Gods Naam niet uit, maar ademen het met open mond en keel: inademen-Yah; Uitademen-weh. Door ons eigen ademen spreken we de naam van God uit en zijn we deel van Gods adem. Dit is ons eerste en ons laatste woord, als we op de wereld komen en als we deze verlaten zullen. 
Ik vind dit zo’n prachtige gedachte. Onze adem is Gods naam. Met onze adem, ademen we God. 
Als ik mijn wandelingetjes maak in het weiland, dan bid ik vaak dit gebed. Yah-Weh.Yah-Weh. Ik hoef God niets te zeggen. Want met mijn adem zeg ik alles. Het is een heilige, vredige, innerlijke rust die me dan kan overvallen. Het is goed zoals het is. Ja, het is goed. 


“Geestelijk vliegen”, ik ben aan het aan het leren. 
Wordt vervolgd.

2 opmerkingen:

  1. Annemieke, wat fijn! Ik lig je blog met tranen in de ogen van blijdschap en dankbaarheid te lezen. Het doet me goed om je te zien ontdekken dat de kooi die je ziekte en beperkingen vormen niet alleen maar beklemmend is, maar dat je door God te ademen je geloofsvrijheid, en daarmee de ontdekkingen van "out of the cage"denken en leven kunt gaan voelen en ontwikkelen. Neem je tijd om te rouwen als het nodig is.Pas je ritme aan aan het lichamelijk leven in je kooi, maar leef je geestelijk geloofsleven volop buiten de kooi. Als een gezegend Kind van God. :) xxx

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank voor je lieve en wijze woorden, Marjon. Jij bent al verder op weg in het proces van "leren vliegen". Het heeft inderdaad tijd nodig. Tijd om de focus te verleggen van het fysieke, aardse leven, waar we zo aan gehecht zijn, naar de focus op het geestelijke leven. Stap voor stap. En als je die omschakeling maakt, zo voelde het bij mij tenminste, dan lijkt God een tijdje ver weg. Maar als je het eenmaal echt los kan laten en overgeven, komt God weer dichtbij. Anders, maar wel dichtbij. Misschien wel dichterbij.....Helaas kan niemand het je geven en is het een weg die je zelf moet gaan.

      Verwijderen