vrijdag 22 juli 2016

Kijk naar de mussen

Dit zijn de musjes die elke dag mijn tuintje bevolken. Soms zijn ze wel met twintig of meer. Als ik de schuifdeuren van de serre openzet zijn er altijd een paar die hun nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen en naar binnen komen. Ze pikken onder de tafel de kruimeltjes van het ontbijt tussen de planken vandaan. 



Mijn wereld

Dit is mijn wereld. Mijn wereld die voor een groot deel thuis afspeelt. De laatste jaren is mijn wereld kleiner geworden door mijn ziekte. Maar het is ook een mooie wereld. Een rustige wereld. Niet zo onbezorgd als de musjes, maar ik probeer het wel. Jezus zegt in de Bergrede dat we moeten kijken naar de vogels. Hoe ze zich geen zorgen maken en hun hemelse Vader voor hen zorgt. Ik kijk bewust tijden gefascineerd naar die beestjes, die vrolijk tjilpend heen en weer hippen. De kleintjes met hun snaveltjes open zodra moeder ook maar in de buurt komt. Ik kijk naar hen als ze eten zoeken. Ik kijk naar hen als een zandbadje nemen en als ze heerlijk ontspannen spatteren in het vogelbadje. 

Schietpartij

En terwijl ik dit schrijf, zie ik weer een nieuwsflits verschijnen in de bovenhoek van mijn computer. Een schietpartij in een winkelcentrum in München. We woonden er vier jaar, vlakbij München. Mijn man werkte vier jaar in die stad. Ik kwam er ook vaak. Ja, dit is ook mijn wereld. Ik probeer bij mezelf te bespeuren wat het me doet. Ik weet het eigenlijk niet meer. Het maakt me verdrietig. Maar het lijkt ook al bijna gewoon te worden. Weer een gek die de wereld probeert te terroriseren. Hoe kan ik naar mijn musjes blijven kijken, als dit soort dingen gebeuren?

Preek

Ik heb net mijn preek af voor zondag. Ik preek over het Onze Vader, een gebed dat het verlangen uitspreekt naar Gods Koninkrijk. Het staat in Mattheus 6, vlak voor het gedeelte over de vogels. Verlangen naar een Koninkrijk waar Gods wil gedaan zal worden, zoals deze in de hemel gedaan wordt. Dat is het Koninkrijk waar Jezus over spreekt. Waar vijanden worden lief gehad, waar mensen tevreden zijn, waar gedeeld wordt en de machten van het kwaad worden overwonnen door het goede. Het gebed waarin we uitspreken samen met Jezus op weg te gaan naar de wereld die God voor ogen heeft. 

Dwaas

Als ik naar de musjes kijk, lijkt die wereld dichtbij. Maar als ik naar buiten kijk dan bezwijkt mijn hart soms van verdriet. Wanneer gaat het goede het kwade overwinnen? Wanneer? Het lijkt een hopeloze en dwaze utopie. En toch blijf ik erin geloven. Ik blijf er hardnekkig in geloven, dat als we zelf beginnen om vanuit de liefde te gaan leven, we een kleine glimp kunnen laten zien van dat Koninkrijk. 

Hemels koor

Zondag preek ik erover in het verpleeghuis. Een plaats waar lijden de overhand lijkt te hebben. Een plaats van verdriet en pijn. En het mag misschien gek klinken, maar juist daar voel ik altijd een klein stukje van dat Koninkrijk. We praten er niet meer over kerkmuren en over gelijk hebben. Ik houd handen vast, droog er tranen, leg mijn handen zegenend op mensen en spreek goede woorden van liefde en bemoediging. Het gebroken gezang dat opstijgt uit de mompelende monden van die oude mensen, klinkt mij als een hemels koor. Gebroken maar vol licht. Misschien is dat wel de weg van het Koninkrijk op aarde. Om dwars tegen al het onrecht in, dwars door alle gebrokenheid en lijden heen, hardnekkig te blijven geloven in de liefde. Dat het goede de kwade machten zal overwinnen.

Ik kijk nog even naar de musjes. Ze stoeien met elkaar in de appelboom. 

Ja, ik blijf er in geloven. Ik wil het blijven geloven. En ik zal het blijven verkondigen. Het kwaad zal het niet winnen. Heb lief. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten