dinsdag 3 februari 2015

IS

Ik loop al de hele avond te piekeren. Dat nieuws van die Jordaanse piloot die levend verbrand werd door strijders van IS, het laat me niet los. Wat bezielt mensen om zo’n zieke moord te plegen? 

Afgelopen zaterdag gaf ik twee workshops over evangelisatie en Moslims. En een vraag die veel mensen hadden, was wat moeten we met die gruwelijke berichten? We willen Moslims wel liefhebben, maar als we dit horen? Hoe kunnen we dat nog?


Ik wil vandaag iets uit een gesprek delen met een lieve Moslima. Ik sprak twee weken geleden met haar. Ze vertelde met angst in haar ogen hoe de mensen naar haar keken. Hoe de mensen haar kinderen -pubers- aanspraken op straat. Hoe Nederlanders hen verantwoordelijk hielden voor de wreedheden van de IS. Ze vertelde over de pijn, de angst en onzekerheid die ze als Moslim in Nederland ervoer op dit moment. Wat zou er nog meer gaan gebeuren? Met tranen in haar ogen vertelde ze hoe erg ze dit vond. Hoe ze zich steeds meer vervreemd voelde van de Nederlandse maatschappij waarin ze als klein kind gekomen was en opgegroeid is. Waarin ze haar kinderen groot gebracht heeft. De pijn was zo voelbaar, zo aanwezig. 


We hebben elkaar omhelsd, geknuffeld. We hebben samen gehuild. Gehuild om de pijn van de Moslimgemeenschap, haar pijn, de pijn van haar kinderen. We hebben gehuild om de maatschappij. Ik heb haar verteld hoe ik vanuit de liefde van Jezus haar wil liefhebben, haar kinderen en haar geloofsgenoten. Hoe ik geloof dat ik slechts leef vanuit Gods goedheid en genade. Het was een helende ontmoeting voor haar, maar ook voor mij. Je zou jezelf bijna verliezen in die gruwelberichten. 


Angst is een slechte raadgever. Genade is veel groter en sterker. Dat is alles wat ik vandaag wil zeggen.
En de rest is stilte. Stilte voor de mensen die zo lijden onder IS. Heer, ontferm U.


1 opmerking: