We willen woorden hebben. We willen iets zeggen. Iets zeggen wanneer alle logica ontbreekt. Wanneer dat gebeurt wat ons leven stil zet.
Ik las deze dagen de tragische verhalen van gezinnen die compleet omkwamen door de vliegtuigramp. Van ouders die hun kinderen verloren. Van geliefden die elkaar nooit meer terug zouden zien. Ik ken ze niet. Maar tranen welden in mijn ogen. God, hoe moet ik dit nog begrijpen? Ik heb hier toch geen woorden voor?
Stilte
Op dat moment
wordt het stil
Oorverdovend stil.
Ik hoor alleen nog
de klap nadreunen
Die echoot en echoot
Tot de dag
dat ik het weer
kan horen.
Het zachte suizen
van de wind.
Het is
er steeds geweest.
1Kon.19:9-13
Toen richtte de HEER zich tot hem met de woorden: ‘Elia, wat doe je hier?’ 10 Elia antwoordde: ‘Ik heb me met volle overgave ingezet voor de HEER, de God van de hemelse machten, maar de IsraĆ«lieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’ 11 ‘Kom naar buiten,’ zei de HEER, ‘en treed hier op de berg voor mij aan.’ En daar kwam de HEER voorbij. Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de HEER uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar de HEER bevond zich niet in die windvlaag. Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar de HEER bevond zich niet in die aardbeving. 12 Na de aardbeving was er vuur, maar de HEER bevond zich niet in dat vuur. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries. 13 Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan, en daar klonk een stem die tot hem sprak: ‘Elia, wat doe je hier?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten