donderdag 30 april 2015

De boom

Niet spectaculair

Het trof me. Ja, soms komt iets heftig bij je binnen. Het hoeft niet iets groots te zijn. Niet iets spectaculairs.

Een oudere meneer zat naast me. Hij had een autoongeluk gehad. Het was kantje boord geweest. Zijn familie had al afscheid genomen. Maar wonderlijkerwijs was hij toch hersteld. Nu ja, hersteld. Hij was zwaar gehandicapt en zat in een rolstoel. Van zijn vroegere leven was niets over. Zijn oude huisje was niet geschikt voor een rolstoel en dus moest hij verhuizen. Werken kon hij niet meer. Niets kon hij eigenlijk meer. Niet zelf wassen, aankleden of naar buiten.

Boom



Vroeg in de avond bezocht ik hem. We zaten samen voor het raam. We keken naar de boom. "Mooie boom, hè?", vroeg hij me. "Ja, het is best een mooie boom", antwoordde ik. "Ik kwam hier vroeger vaak langs, maar heb deze boom nooit gezien", zei hij en keek me indringend aan. "Ik zie nu de dingen die ik vroeger niet zag." Ik knikte en dacht er over na. "En God, bent u God ook anders gaan zien na uw ongeluk?". De man keek me met tranen in zijn ogen aan. "Ja, meissie. Ik ben erachter gekomen dat ik Hem vroeger niet zag staan, net als die boom. Hij was er wel, maar ik liep langs Hem heen." Er volgde een lange stilte. Geen onaangename stilte. Meer een heilige stilte. Een stilte zoals Elia die doormaakte. Zo stel ik het me voor. Niet in de windvlaag, niet in de aardbeving, niet in het vuur, naar in het gefluister van een zachte bries daar was God. In het zachte wuiven van de groene takken van een boom langs de weg.




Extra tijd


In de twee uur die erna volgden spraken we over Jezus. Hoe Hij moest lijden. Over hoe Hij nooit los laat en in de diepste diepte van ons leven Zijn armen naar ons uitstrekt. Ik vertelde hem ook over mijn eigen strijd. En de man was zo blij dat ik er was. En zo blij dat ik hem al die verhalen over hoe liefdevol en goed God is vertelde. Over hoe Hij dwars door lijden heen werkt. Er was een diep gevoel van herkenning. Bevrijding was het voor hem misschien wel. Bevrijding, dat hij dwars door zijn ellende heen de mooiste tijd met God meemaakte en dat er iemand zat die dat begreep. Hij straalde zo toen ik weg ging. En ik straalde ook. 
Of ik snel terug wilde komen om meer mooie verhalen te delen? Verhalen over die grote God die hem nog reservetijd had gegeven. Extra tijd om eindelijk het leven echt te zien. Extra tijd om zich voor te bereiden op de grote Ontmoeting. 

Op weg naar huis liep ik langs de boom. Gewoon een boom. Niet dik, niet dun, niet oud, niet jong, met heel gewone boomgroene blaadjes. Gewoon een bijzondere boom.

zaterdag 25 april 2015

Gebarsten


Barsten

Ik voel me gebarsten. Een aardewerken vaas vol met barstjes. Een tamelijk waardeloos object. Wat heb je aan een vaas waar aan alle kanten het water uitstroomt?

Waarom ik me gebarsten voel? Een ziekte die me al vijftien jaar bepaalt bij mijn zwakheid. Steeds lever ik een stukje meer in. Soms heb ik weer een betere periode. Dan voel ik me weer hoopvol. Steeds pas ik mijn leven aan. Minder werken. Ander werk. Omscholing. Ziekenhuizen, medicijnen, dokters. De laatste maanden lijkt de ziekte zich niets aan te trekken van mijn hoopvol en optimistisch karakter. Vier maanden onafgebroken pijn. Bleef het daar maar bij. Maar nee. Biddend staan er broeders en zusters om me heen. Fijn zul je denken. Maar ze worden moe. Begrijpelijk. Bidden zonder (schijnbaar) antwoord is frusterend. Dus gaan sommige mensen op zoek naar oorzaken. En aan hun gebed zal het niet liggen, dus zal het aan mij liggen: zonden, demonen, hoogmoed….En mijn barsten worden groter. Het worden scheuren. Gaten. Bij elke nieuwe opmerking lijkt er een stukje uit de vaas gebroken te worden.

Jezus handen

Het was de avond voor Pasen. Ik zat op mijn bed en sprak nog met Jezus voor ik ging slapen. Iets dat ik elke avond doe. Ik keek naar mijn handen en voeten, vol blauwe plekken en rode gezwollen gewrichten. Ze deden zo'n pijn. "Jezus, mijn handen en voeten doen zo'n pijn. Ik weet dat U ze slechts aan hoeft te raken en ze zullen genezen. Ik snap het niet lieve Jezus. Ik snap niet waarom U het niet doet. We zijn vrienden, al zo lang. Jezus, ik verlang er zo naar dat U ze aanraakt. Ik weet dat U ze ziet." Misschien klinkt mijn geloofsbeleving wat onwennig voor je. Maar voor mij is Jezus zo dichtbij, dat ik altijd gewoon met Hem praat. Jezus antwoordde ook, noem het zoals je wilt: mijn innerlijke stem, verbeelding of een droom, maar in mijn beleving antwoordde Hij: "Strek je handen uit." Ik strekte mijn pijnlijke handen uit. Jezus legde Zijn handen in mijn handen. "Zie je mijn handen, Annemieke". "Ja Heer, ik zie ze". "Wat zie je, Annemieke?", vroeg Jezus. "Ik zie Uw handen en ook Uw voeten. Ze zijn doorboord. Ik zie wonden. Ze moeten heel veel pijn doen." Jezus nam weer het woord. "Ja, ze doen ook pijn. Weet je wie dit gedaan hebben?" Ik dacht na. "Ja, Jezus, de mensen hebben dit gedaan." "Precies, Annemieke". Toen werden Jezus handen één met mijn handen. Ze smolten als het ware samen. Zijn verwonde handen met mijn pijnlijke handen. Ik opende mijn ogen en keek naar mijn eigen uitgestrekte lege handen voor me. Ze waren nog steeds rood. De blauwe plekken waren er ook nog. Maar het waren nu onze handen. Had ik ons gesprek verbeeld? Ach, daar oordeel je zelf maar over.

Hoe dan ook, het was die avond dat ik iets ging begrijpen. Iets ging begrijpen van onze barsten. Barsten die het leven en mensen in je gemaakt hebben. De wonden van de Here Jezus. De wonden in ons eigen leven. Ze vallen samen. “There’s a crack in everything, that’s how the light gets in” mailde een collega me pas. En dat is het, denk ik. Door die barsten heen kan het opstandingslicht schijnen. Meer dan ooit.



Verpleeghuis

Gisteren leidde ik een Bijbelkring in het verpleeghuis. We spraken over hoogte- en dieptepunten in ons geloof. Een oude vrouw vertelde dat als haar leven goed ging haar geloof voortkabbelde. Maar op momenten dat het zwaar was, haar geloof tot bloei kwam. Ik vroeg aan de anderen hoe dat voor hen was. Alle acht zeiden ze dat ze de diepste Godservaringen hadden gehad op momenten dat het leven uit hun handen leek te glijden. Een meneer, hij straalde, vertelde dat hij God pas had leren kennen in het verpleeghuis. Hij raakte verlamd, werd letterlijk stilgezet in het leven, en zag geen toekomst meer. En toen was hij gaan nadenken over God en had Hem gevonden. 

Licht


Ik bekeek alle mensen één voor één. Als je ons gezien zou hebben, zou je gedacht hebben: wat een stelletje hopeloos verdrietige mensen. Gebroken door de wereld en het lijden. Verlamd, blind en ziek. Maar als je beter gekeken zou hebben, zou je gezien hebben dat door alle barsten heen het licht scheen. Fel licht. Hemelslicht. Opstandingslicht. Wat een stralende middag!

maandag 20 april 2015

Theologie



Ingewikkeld

Ik vind het ingewikkeld. Ontzettend ingewikkeld.
Bootvluchtelingen, asielzoekers, verslaafden, eenzamen, zieken. Nee, ik bedoel niet de politieke discussies. Ja, die zijn ook ingewikkeld. Ik bedoel meer onze houding als christenen in al de theologische discussies. die ontstaan naar aanleiding van deze thema's. Die ook. Die vooral. Eenheid, liefde, wat-zou-Jezus-doen. Ontzettend mooie woorden. We praten graag, discussiëren graag, bidden graag. En dan? Doen we ook wat? En wat dan?
Ik lees de laatste tijd elke dag woorden van Jezus. Steeds weer. Steeds meer. Ik wil het weten, wat zou Jezus doen? Wat moet ik doen en denken in al die theologische discussies? Welke kant moet ik kiezen?


De Weg

Ik vind het intrigerend dat de boodschap van Jezus nergens een discussieboodschap is. Laten we eens fijn met elkaar gaan praten, als een stelletje Farizeeën, over de “juiste” theologie. Nee, Jezus zegt: “Mensen luister. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Er is één ding dat jullie moeten doen, eigenlijk twee: Heb me lief en volg me.” “Maar Jezus, we hebben het echt
druk hoor. We moeten er eerst nog over praten en nadenken en onze discussies afmaken, anders weten we toch niet of we echt de goede weg gaan”, hoor ik ons al zeggen. En in mijn gedachten zie ik Jezus voor me en zegt Hij:  “Nee, mensen, laat alles gewoon achter en volg me zonder verdere vragen. Ik zeg toch: Ik ben de weg. Aan de slag! Niet zo kletsen! ”




Ruimte

Ik denk wel eens, als we nu echt Jezus ruimte geven in ons leven en Hem aan het woord laten en ophouden met dat gediscussieer en de behoefte elkaar te meten naar de maatstaven van onze geloofsvisie en persoonlijke Bijbelinterpretatie, hoe zou christelijk Nederland er dan uit gaan zien?
Ik kan daar heerlijk over mijmeren. Een soort van hemelse dagdroom.


Even dagdromen

Niemand zou meer roepen dat een homoseksueel niet welkom is aan het avondmaal, maar in plaats daarvan wordt hij uitgenodigd om bij iemand te komen eten. De persoon loopt geen frustraties meer op van afwijzing. Geen pijnlijke ervaringen met de kerk en ziet hoe geweldig Jezus liefde is. Je bent welkom! Wow, dat verandert een mens pas echt!
De eenzame, vluchteling, asielzoeker, verslaafde wordt met open armen ontvangen. Want wat we doen voor de minste doen we voor Jezus! En ja, zij leren daardoor ten volle Jezus liefde kennen. Die werkt helend, bevrijdend. En eenzaam ben je nooit meer!
En de zieke, die wordt geen tekort aan geloof verweten of een gebrek aan verwachting of zonden. Ook wordt er geen “genezingstheologie” op los gelaten, maar de zieke wordt in liefde aan Jezus voeten gebracht en getroost. En de anderen hebben zoveel geloof dat de zieke terstond genezen wordt (oke, dat is een erg utopische gedachte en misschien niet recht doend aan het feit dat we in een gebroken wereld leven, maar ik vind het wel mooi. De slaaf werd tenslotte ook genezen door het geloof van de centurio (zie Matteus 8)).


Kom je eten? 

Maar ja, mijn theologie is vast kortzichtig, eenzijdig en simplistisch. Dus ik vrees, dat jullie daar dan eerst maar eens een tijdje over moeten gaan discussiëren voor we verder kunnen praten. Hoop niet dat anderen me het kwalijk nemen, dat ik in de tussentijd wel gewoon verder ga. Hoor wel wanneer jullie klaar zijn met discussiëren. Iemand ondertussen zin om te komen eten? Maakt me niet uit of je vluchteling, asielzoeker, oud- of jong, hetero- of homoseksueel, Moslim, christen of atheïst bent. Gewoon welkom! Waar heb je trek in?

donderdag 9 april 2015

Hij houdt van me, hij houdt niet van me....

Ik ken Hem niet...

Je kent het wel, het spelletje met het madeliefje. “Hij houdt van me, hij houdt niet van me, hij houdt van me…” Ik moest er aan denken bij het lezen van de verhalen over Petrus. Petrus die Jezus drie keer verloochende voordat de haan kraaide. “Die Jezus, die ken ik niet!” In Johannes 21 lezen we een verhaal vlak na de opstanding. En in dat verhaal vraagt Jezus drie keer aan Petrus: “Houd je van me, Petrus?” en drie keer antwoordt Petrus: “Ja, Heer, ik houd van U!”
Hoe snel kan het veranderen in een mensenleven!  


Houd ik genoeg van Hem?

Ik vind het een indringend verhaal. Confronterend. Hoe vaak zijn we zelf de verloochende Petrus in ons leven? Hoe vaak hebben we gezegd Jezus niet te kennen? En hoe vaak hebben we gezegd dat we van Hem houden? Wat zou ik zeggen en wat zou ik voelen als Jezus mij aankeek en me drie keer vroeg: “Annemieke, heb je me lief?” “Ja, Heer echt!”, zou ik roepen.  “En al die keren dan dat je me verloochende in je leven. Heb je me echt lief?” “Ja, Heer.” “En al die keren dat ik je vroeg iets voor me te doen en het niet deed? Weet je het zeker, heb je me echt lief?“ “Ja, Heer, ik weet het zeker…..”

Jezus liefhebben. Soms zingt het zo makkelijk weg. Ken je dat lied : “Mijn Jezus, ik hou van U, ik noem U mijn Vriend. Want U nam de straf op U die ik had verdiend. De grote Verlosser, mijn Redder bent U;'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.” En dan denk ik. Is dat zo? Heb ik nooit meer van Jezus gehouden dan nu? En wat is dat: van Jezus houden? Hoe meet ik dat? Houd ik genoeg van Hem?

Meten

Hoe menselijk is het om onszelf te willen meten. Meten is tenslotte vergelijken. Want is een meter veel of weinig? Dat weet je alleen als je het met iets kunt vergelijken. En dat is precies wat Petrus in dit verhaal dan ook doet. Hoe weet hij of hij genoeg van Jezus houdt? Jezus zegt hem: “Weid mijn schapen en volg mij.”  Maar Petrus denkt, is dat genoeg? Is dat veel of weinig? En Petrus kijkt naar Johannes: “En hij dan? Hoe staat het met zijn leven? Wat gaat er met hem gebeuren?” Jezus antwoordt: “Dat is niet jouw zaak. Jij moet mij volgen, Petrus!”

Het is een verhaal dat me elk jaar weer stilzet. Wat vraagt Jezus van mij om Hem te volgen? Houd ik genoeg van Hem? Misschien ken je de Duitse uitdrukking: “Was sich liebt das neckt sich” Wie van elkaar houdt, die irriteert elkaar ook, doet elkaar pijn. Ja, als je intiem met elkaar omgaat, dan confronteer je elkaar ook. Dan legt het je tekortkomingen bloot. Dan komt het soms heel dichtbij. Ik geloof dat dat ook met Jezus zo is. Hoe intiemer je met Hem om gaat, hoe meer Hij bloot legt in je leven. Hoe meer je geconfronteerd wordt met je tekortkomingen, met de zwakke kanten van jezelf. En misschien zorgt dat ook wel voor een haat-liefde verhouding. Ik houd van U, ik houd niet van U, ik houd van U. Jezus zit ons soms zeer na op de huid in zijn prediking. Het wijst ons feilloos onze zere plekken aan en dat is soms best irritant. Ook in dit verhaal. Hoe makkelijk is het onze ogen op de ander te richten. Hoe makkelijk is het je af te vragen of de ander het wel goed doet. Hoe makkelijk is het om je bezig te houden met het (geloofs)leven van een ander. Houdt hij of zij wel genoeg van Jezus? Volgt hij of zij Jezus wel genoeg? Maar Jezus zegt: “Ik wil dat jij mij volgt. Ik wil dat jij van me houdt. Het doet er niet toe, wat die ander doet. Want ik vraag je niet te kijken naar die ander. Ik vraag je te kijken naar jezelf en naar Mij. Het gaat om ons beiden. Jij en Ik. Ons samen.”
Jezus en ik. Jezus en jij. En dan komt die vraag wel heel dichtbij: “Houd je van me?”

Diep

Jezus vraagt ons niet om perfect te zijn. Jezus vraagt ons niet om alles goed te doen. Jezus vraagt ons niet om prestatie. Hij vraagt ons simpel: “Volg mij” en Hij vraagt ons de meest confronterende vraag die iemand kan stellen: “Houd je van me? Houd je echt van me?” En dat gaat diep. Dat gaat veel dieper dan een paar goede dingen doen. Veel dieper dan “ja hoor, ik vind U best aardig.”
Ik denk weer aan dat madeliefje: Ik houd van Hem, ik houd niet van Hem. En ik hoop dat dat laatste blaadje zal zijn: Ik houd van Hem. Overtuigend. Onmeetbaar.



   Johannes 21: 15-22 
     [15] Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de anderen hier?’ Petrus antwoordde: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Hij zei: ‘Weid mijn lammeren.’ [16] Nog eens vroeg hij: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je me lief?’ Hij antwoordde: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Hoed mijn schapen,’ [17] en voor de derde maal vroeg hij hem: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van me?’ Petrus werd verdrietig omdat hij voor de derde keer vroeg of hij van hem hield. Hij zei: ‘Heer, u weet alles, u weet toch dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Weid mijn schapen. [18] Waarachtig, ik verzeker je: toen je jong was deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde, maar wanneer je oud wordt zal een ander je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waar je niet naartoe wilt.’ [19] Met deze woorden duidde hij aan hoe Petrus zou sterven tot eer van God. Daarna zei hij: ‘Volg mij.’

 [20] Toen Petrus zich omdraaide zag hij dat de leerling van wie Jezus hield hen volgde – de leerling die zich tijdens de maaltijd naar Jezus toegebogen had om te vragen wie het was die hem zou verraden. [21] Toen Petrus hem zag vroeg hij Jezus: ‘En wat gebeurt er met hem, Heer?’ [22] Maar Jezus antwoordde: ‘Het is niet jouw zaak of hij in leven blijft totdat ik kom. Maar jij moet mij volgen.’ 



Meer weten over Jezus? Meld je aan voor de gratis cursus WaaromJezus? of bezoek de website IkzoekGod.nl.

vrijdag 3 april 2015

Gedicht: Goede Vrijdag



Goede Vrijdag

gebroken, duizend stukjes
-daar hangt de Mensenzoon-
mijn eigen hart verwond
-zonder machtsvertoon-
tot bloedens toe getergd
-ze noemen Hem Gods Zoon-
door menselijk onbegrip
-gekroond met doornenkroon-
gekerfd en gescheurd
-weerloos op Zijn troon-

uitgeleverd aan de wereldtijd
een mens dat lijdt, een God die lijdt
aan onze strijd



There is a crack in everything 
That's how the light gets in.
Leonard Cohen 

woensdag 1 april 2015

Gedicht: Dood


Pasen

Nu is ze dood. Wat is dat dan?
Vraagt dochter, beetje bang.
Slaapt ze? Waar is ze nu?
Duurt dat erg lang?

Vrolijk, levenslustig.
Weemoedig denk ik aan
de dagen van toen.
Zie haar voor me staan.

Wie leeft, leeft niet alleen
Als je Jezus kent.
Wie sterft, sterft niet alleen
Als je met Jezus bent.

Verdrietig, met gebroken stem
antwoord ik haar ook blij:
Jezus sterft en staat weer op.
En daar is ze dan bij. 

Mijn dochter zucht
En fluistert zacht:
Ik denk het ook,
want Jezus wacht.