dinsdag 18 augustus 2015

Puzzel


Psalm 139:5-6 Gij omgeeft mij van achteren en van voren, Gij legt uw hand op mij. Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij

Antwoorden

Heb je dat ook, dat je antwoorden zoekt? Antwoorden op het lijden. Waarom ben ik ziek? Waarom die depressie? Waarom overkomt me dit? Dat gevoel dat je een moeilijke puzzel moet oplossen en dat je er niet uit komt? Op mijn 23e trouwde ik, na moeizame tienerjaren. Ik dacht -hoe naïef was ik toen- dat ik de puzzel van mijn leven opgelost had. Dat ik het leven begreep. En toen werd ik getroffen door een chronische ziekte.

Als ik dit schrijf zit ik in een moeilijke periode. De ziekte is in de afgelopen 16 jaar steeds heftiger geworden en een groot deel van mijn leven gaat op dit moment over ziekenhuizen, medicatie, behandelplannen en diagnoses. De afgelopen jaren heb ik me vastgebeten in vragen over lijden en over genezing, verwoed zoekend naar antwoorden. Zoals Job. Hij zocht naar antwoorden op het lijden. Waarom toch? Hij worstelde. Ik worstel soms ook met God. God waarom? Ik wil een verklaring. Ik wil het begrijpen. 


Puzzel

Bij de tekst van Psalm 139 moest ik denken aan een puzzel. Zo'n mega-puzzel met 10.000 stukjes, waarvan een groot deel blauwe lucht. Vroeger thuis legden we graag puzzels, meestal van 1000 stukjes. Maar eenmaal wilden we die uitdaging aangaan: 10.000 stukjes, waarvan zeker 4.000 stukjes knalblauwe lucht. We hebben er ons op stukgebeten. Maandenlang lag de puzzel in de huiskamer en probeerden we die puzzel in elkaar te leggen. Soms vonden we een paar stukjes. Dan kwamen we er weer achter dat er een stukje lucht verkeerd lag en gingen er weer veel stukjes terug in de doos en begonnen we dat stukje opnieuw. Na maanden puzzelen gaven we het op. Dit ging niet lukken. Gefrustreerd deden we de stukjes terug in de doos en zetten we de puzzel in de kast. En daar bleef die puzzel natuurlijk gewoon dezelfde puzzel. Gelegd of niet. In de doos zag je de puzzelstukjes echter niet. De frustratie over het niet oplossen van de puzzel ebde weg naar mate de puzzel langer in de doos zat. Soms vroeg nog iemand er naar. "Hé, is de puzzel af? Hij ligt niet meer in de kamer." En we zeiden tactisch: "We waren er klaar mee"



Gebroken

Mijn leven voelt soms net als die puzzel. Ik probeer steeds alle stukjes neer te leggen, het plaatje van mijn leven compleet te krijgen, antwoorden te vinden voor wat me overkomt, maar steeds als ik denk dichtbij de oplossing te komen, blijkt er weer een stukje fout te liggen of kan ik het volgende passende stukje niet ontdekken. Soms schud ik alle stukjes gefrustreerd door elkaar en probeer het weer opnieuw. En soms ben ik er zo klaar mee. Klaar met die puzzel. Klaar met een leven met die rotziekte. En het beste wat ik dan kan doen is de stukjes weer in de doos te doen. Opgeruimd en veilig. Uit het zicht. De stukjes raken er niet kwijt en ze liggen uit de weg. Je ziet alleen de doos nog. In Psalm 139 is het voor mij als of God die doos is, die om de puzzel van mijn leven zit. Hij omgeeft me, Hij omgeeft ons. Al onze stukjes van de levenspuzzel. En het lukt mij zelf maar niet de puzzel op te lossen. Maar misschien hoeven we dat ook niet. Misschien vraagt God dat ook wel helemaal niet van ons. Misschien mogen we gewoon alle stukjes in de doos doen. In de doos blijft de puzzel compleet. En niemand ziet meer dat het allemaal stukjes zijn. Je ziet het geheel. Je ziet alleen de plaat op de voorkant van hoe de hele puzzel eruit ziet als deze gelegd is. Zo is God voor mij. Hij houdt alle puzzelstukjes van mijn leven bijeen. Hij vraagt me niet de puzzel te leggen. Het voelt als of Hij in Psalm 139 zoiets tegen me zegt als: "Ik omgeef je, van achteren en van voren. Ik weet wie je bent en hoe je bent. En Ik weet best dat je leven nog al rammelt op dit moment en je zelf de oplossing niet ziet. Maar dat maakt je leven niet minder of meer. Blijf in Mij dan ben je compleet en veilig. Dan zie Ik het hele beeld. Ik zie jou!" Nee, begrijpen doe ik het niet, dat is mij te verheven, maar gelukkig mag ik weten: in God ben ik een heel mens, hoe gebroken ook.
 

Deze overdenking schreef ik voor de facebooksite Leven met het leven, een site voor christenen met een depressie.

vrijdag 14 augustus 2015

Tienduizend redenen

Zonsondergang

Een paar dagen geleden liep ik met mijn jongste dochtertje over het strand terwijl de zon onderging. We keken naar het schouwspel van kleuren en ik zong:
"De zon komt op, maakt de morgen wakker

mijn dag begint met een lied voor U.
Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen,
laat mij nog zingen als de avond valt."
Een lied dat velen die dit lezen waarschijnlijk graag zingen en ook ik heb het ontelbare malen eerder gezongen, maar misschien was dit wel de eerste keer dat tot me doordrong wat ik eigenlijk zong.




Onderzoeken

De weken hieraan voorafgaand had ik velen malen in het ziekenhuis gezeten. Hoewel ik al vele jaren reuma heb en ik goede en slechte tijden heb, was het afgelopen half jaar een afschuwelijk slechte tijd. Ik werd (en word) soms gek van de pijn. Het duurde een tijd voordat de arts mijn noodroep serieus nam, tenslotte heb je met reuma vaak pijn. Uiteindelijk, na een wirwar van poli's bezoeken en allerhande onderzoeken, bleek het zenuwpijn: ja, er is iets goed mis. Lange lijsten met (zeldzame) ziekten doken op en vele buisjes bloed en onderzoeken volgden. Ik zit nog middenin onderzoeken als ik dit schrijf. Wat gaat er nu komen? Niemand weet het.

"Mijn dag begint met een lied voor U" Ja, hoe makkelijk is het te zingen als de dag vrolijk begint en de toekomst je toelacht. Mijn dag begint overigens de laatste maanden zeer vermoeid en met veel pijn. Ik verzeker je, het is dan al een stuk lastiger vrolijk te zingen. Maar zal ik nog zingen als de avond valt? Die vraag overviel me. Net als die zin die in het tweede couplet volgt: "Van al uw goedheid wil ik blijven zingen". Hoe lichtvaardig zingen we deze teksten vaak. En hoe betekenisvol worden ze in zware dagen. Wat is Gods goedheid als je zoveel pijn hebt? Zou ik kunnen blijven zingen tot de avond valt? Zelfs als ik de rest van leven door moet met deze pijn?

Amen-halleluja

De laatste tijd betrap ik mezelf op een lichte afkeer van het "amen-halleluja-geloof", zoals ik dat noem. Het geloof waarin alles blij en goed moet zijn. En vat dat niet persoonlijk op, als dat de manier is waarop jij wilt geloven. Ik denk dat mijn afkeer alles te maken heeft met de fase waar ik in zit. Ik lig even niet in groene weiden, maar verkeer in dat donkere dal. En amen en halleluja liggen daar nu eenmaal wat minder makkelijk op de tong dan in de groene weiden. In het donkere dal is het vooral stil. En ik heb al vaker gezegd, het is er niet afschrikwekkend stil. Misschien dat anderen dat wel zo ervaren, maar ik niet. Het is zelfs wel een aangename stilte soms. Het is in die stilte dat je na gaat denken over het leven, over je geloof en over teksten als deze. Wat betekenen ze voor me. Hoe diep is mijn geloof? Sta ik vast op de rots of blaast de storm me omver? Zit Gods goedheid in gezond zijn of gaat het dieper? Wat is echt belangrijk in het leven? Ik schreef het vandaag aan een vriend: "Ja, ik ga door dat dal van diepe duisternis. En weet je, ik ben nog nooit zo overtuigd geweest van Gods bestaan als op dit moment. Hij belooft ons niet alleen groene weiden, maar wel dat Hij er zijn zal in het dal van diepe duisternis. En Hij is er. Neem dat van mij aan, Hij is er. Maar misschien niet zoals jij en ik gehoopt hadden. Het is anders. Maar veel groter, veel dieper, veel omvattender. Misschien wel ruwer, ongepolijster, op een manier die voor ons te verheven is." Nee, het is niet stil in het dal. Het is het zachte spreken van God, in de koele bries, Zijn aanwezigheid, die voor mij zo voelbaar is op dit moment. Ben ik bang? Ja. Maak ik me zorgen? Ja. Ik zal me niet groter of vromer voordoen dan ik ben. Maar Hij is er, soms dwars door mijn tranen heen. En in alle onrust van deze tijd, alle onzekerheid, is het juist die stilte die me verkwikt. Niet opgepoetste vrolijkheid, maar het stille alleen-zijn met God. In eerlijkheid. Echtheid. De momenten waar ik gewoon mezelf kan zijn en zeggen: "Heer, ik ben bang, maar ik weet wel dat U er bent en roep het uit naar U" Juist in de momenten van tranen en pijn. De momenten dat ik me afvraag of ik het leven nog wel aankan. Juist dan. 

Schelp

Mijn meisje kwam met een mooie schelp aangelopen. "Mam, kijk eens", riep ze terwijl ze aan mijn hand trok. Ik stopte even met zingen. "Heel mooi", antwoordde ik met een kleine glimlach. Ze keek me aan: "Mam, ik zorg voor jou, hè, dat weet je toch?"  "Ja", zei ik, "dat weet ik en dat doe je geweldig". En hand in hand liepen we zingend verder, genietend van de zachte zeewind: "Van al Uw goedheid wil ik blijven zingen tienduizend redenen tot dankbaarheid."

Hier kun je het lied beluisteren.